Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 september 2012
Hierbij stuur ik het rapport van de Inspectie van de Gezondheidszorg rondom Ketenzorg
Diabetes «Implementatie zorgstandaard diabetes na vier jaar onvoldoende gevorderd1. Meer bestuurskracht nodig van zorggroepen.» Dit rapport moet gezien worden in samenhang
met de diverse rapporten die ik u op 26 juni 2012 (Kamerstuk 32 620, nr. 67) en op 5 juli 2012 (Kamerstuk 32 620, nr. 71) stuurde. Achtereenvolgens waren dit het NZa-advies huisartsenzorg en integrale zorg,
het eindrapport van de Evaluatiecommissie integrale bekostiging van zorg voor chronische
zieken en de NZa marktscan ketenzorg.
De IGZ heeft gekeken naar de implementatie van de zorgstandaard diabetes door twintig
willekeurig gekozen zorggroepen te bezoeken in de periode september tot en met december
2011. Deze zorggroepen zijn op negentien normen beoordeeld binnen vijf thema’s: patiëntendossier,
individueel behandel/zorgplan, aandacht voor preventie en zelfmanagement, continuïteit
van zorg en transparantie over kwaliteit. De IGZ noemt het teleurstellend dat geen
enkele zorggroep op het moment van onderzoek aan alle normen voldeed. Enkele zorggroepen
zijn weliswaar intensief bezig met het implementatieproces, maar een groot aantal
zorggroepen staat nog aan het begin.
Het beeld van het onderzoek van de inspectie sluit aan bij zowel de bevindingen van
de Evaluatiecommissie als de uitkomsten van de marktscan ketenzorg. De Evaluatiecommissie
concludeerde ook dat verbetering mogelijk is door meer aandacht te besteden aan ondersteuning
bij zelfmanagement, door individuele zorgplannen te stimuleren en in het algemeen
de patiënt meer te betrekken bij de zorg. Zowel de NZa als de Evaluatiecommissie gaven
aan dat integrale zorg en de bijbehorende bekostiging tijd nodig heeft om tot stand
te komen. Hierbij is het zorgveld aan zet. Van zorgaanbieders en zorgverzekeraars
wordt verwacht dat zij op een andere manier gaan werken en contracteren dan zij gewend
zijn. Van patiënten wordt gevraagd mee te werken aan de ontwikkeling en uitvoering
van het persoonlijk zorgplan. Deze omslag verklaart waarom de implementatie soms traag
verloopt. Dit neemt niet weg dat ik met name het ontbreken van een individueel zorgplan
onder de aandacht wil brengen. Juist met het zorgplan kan zorg op maat worden geleverd
en daarom is de ontwikkeling en implementatie ervan van groot belang.
De IGZ beveelt mij aan om aan te geven wanneer zorggroepen de zorgstandaard geïmplementeerd
moeten hebben en de verschillen die er bestaan tussen de zorgstandaard, bekostiging
en aanspraak op te lossen.
Het is aan een volgend kabinet om een besluit te nemen over de organisatie en bekostiging
van de chronische zorg. Op basis van het beleid van een volgend kabinet zal de inspectie
haar toezicht en handhaving afstemmen.
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. I. Schippers