32 620 Beleidsdoelstellingen op het gebied van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Nr. 35 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 december 2011

Tijdens het Algemeen Overleg dat de staatssecretaris en ik op 5 oktober jl. met de Vaste Commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport hebben gevoerd over fusies in de zorgsector (Kamerstuk 32 620, nr. 28), heb ik toegezegd een schriftelijke reactie te geven op de vraag van Kamerlid Leijten (SP) naar het aantal verpleegkundigen en/of artsen dat werkzaam is bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa). Hierbij stuur ik u de gevraagde reactie.

Ik heb ervoor gekozen om de vraag breder te inventariseren. De vraag is er immers op gericht om duidelijk te krijgen hoeveel kennis er bij de betrokken toezichthouders is van het zorgveld. Naast het aantal werkzame artsen en verpleegkundigen heb ik ook gekeken naar andere beroepen in de zorg, beleidsfuncties bij zorginstellingen en opleidingen en naar de manier waarop de toezichthouders kennis over de sector mobiliseren voor de uitoefening van hun taken.

NZa: taken en medewerkers met een zorgachtergrond

De NZa is de sectorspecifieke markttoezichthouder in de zorg. Het is de taak van de NZa om de voorwaarden te scheppen om de gezondheidszorg goed te laten functioneren. De NZa monitort marktontwikkelingen, stelt regels op (budgetten, tarieven en prestaties), adviseert over de ordening van de markt en houdt toezicht op het naleven van regels door marktpartijen.

Voor de uitvoering van de taken van de NZa zijn verschillende disciplines van belang: de juridische, (bedrijfs-)economische, accountants- en toezichtdiscipline. Daarbij is uiteraard kennis van het veld belangrijk. In de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) is daaromtrent verankerd dat de NZa zich wat betreft de kwaliteit van handelen van zorgaanbieders baseert op het oordeel van de IGZ. Daarnaast wordt ook het veld zelf geraadpleegd, via consultatiebijeenkomsten, adviescommissies en technische overleggen. Tot slot fungeert de Raad van Advies van de NZa als denktank van onafhankelijke deskundigen die een belangrijke rol vervult bij de standpuntbepaling van de NZa.

Van de 270 personen die momenteel werkzaam zijn bij de NZa, hebben er in totaal tachtig personen een arbeids- en/of opleidingsachtergrond in de zorgsector. Dat is dus bijna een derde van de NZa-medewerkers.

Van deze tachtig personen zijn vier personen werkzaam geweest als verpleegkundige en twee personen als arts. Daarnaast hebben achttien personen gewerkt als beroepsbeoefenaar in de zorg (onder andere fysiotherapeut, apotheker, tandartsassistent, radiodiagnostisch laborant, operatieassistent en psycholoog). Tweeënveertig personen zijn daarnaast in een beleidsfunctie werkzaam geweest in de zorg (onder andere in (academische) ziekenhuizen, GGZ-instellingen, instelling voor gehandicaptenzorg, verpleging en verzorging en thuiszorg). Veertien personen hebben een opleiding gevolgd tot beroepsbeoefenaar in de zorg zonder daarin werkzaam te zijn geweest (onder andere verpleegkunde, ergotherapie, psycholoog, farmacie).

NMa: taken en werknemers met zorgachtergrond

De NMa is geen sectorspecifieke toezichthouder. Zij houdt toezicht op alle sectoren van de Nederlandse economie. Om haar taken op grond van de Mededingingswet goed te vervullen ligt het zwaartepunt op een juridische, (bedrijfs)economische, en/of toezicht- en mededingingsachtergrond en is een werkverleden in elk van de sectoren waarop de NMa toezicht houdt geen vereiste. Dat neemt natuurlijk niet weg dat ook voor de NMa geldt dat kennis van het veld van belang is. Om dit te borgen is het algemene mededingingstoezicht binnen de NMa georganiseerd in sectorale clusters.

Ook de NMa maakt bij haar toezicht gebruik van de kennis en deskundigheid van andere toezichthouders zoals de NZa en de IGZ. Ten slotte betrekt de NMa, net als de NZa, het zorgveld via consultatiebijeenkomsten, adviescommissies en overleggen, marktanalyses en sectorstudies, seminars en congressen en maakt zij bij haar onderzoek gebruik van onafhankelijke deskundigen.

Van de 385 FTE die momenteel werkzaam zijn bij de NMa, werken ongeveer 140 FTE binnen de Directie Mededinging. Het cluster zorg, dat binnen deze directie valt, omvat 28 FTE en is verantwoordelijk voor het toezicht op de Mededingingswet in de zorgsector, en de voorlichting daarover aan het zorgveld. In het cluster zorg is momenteel één persoon werkzaam met een achtergrond in de zorgsector (werkzaam geweest bij een ziekenhuis en zorgverzekeraar). Achttien personen binnen dit cluster werken vijf jaar of langer bij het zorgcluster en hebben dus meer dan vijf jaar intensieve ervaring met het zorgveld. Daarnaast zijn binnen het cluster zorg twee sectordeskundigen werkzaam die het vaste aanspreekpunt van het zorgveld zijn: een sectordeskundige zorg met kennis over ziekenhuizen en zorgverzekeraars en een sectordeskundige farmacie met specifieke kennis over de farmaceutische industrie, zorgverleners uit de eerstelijnszorg en zelfstandige specialisten in ziekenhuizen.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. I. Schippers

Naar boven