32 620 Beleidsdoelstellingen op het gebied van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Nr. 269 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 mei 2021

Hierbij informeer ik u, mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister voor Medische Zorg en Sport, over de rapportage van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) over de inspanningen van zorgverzekeraars om de wachttijden te verminderen in de volgende zorgsectoren:

  • Geestelijke gezondheidszorg (ggz)

  • Medisch specialistische zorg (msz)

  • Wijkverpleging (inclusief casemanagement dementie)

Het rapport1 bevat de uitkomsten van de controlereeks die de NZa in 2020 heeft uitgevoerd aan de hand van een beoordelingskader dat is bijgevoegd bij het rapport. Dit is de derde op rij, na eerdere controles in 2018 (Kamerstuk 32 620, nr. 223) en 2019 (Kamerstuk 32 620, nr. 244).

De NZa heeft door de jaren heen geconstateerd dat verzekeraars steeds meer werk maken van de aanpak van wachttijden. Zij noemt dat een positieve ontwikkeling. Het inzicht in de wachttijden en de zorgbemiddeling zijn nu over het algemeen op orde. Er blijven enkele verbeterpunten. Het maken van afspraken met zorgaanbieders, waaronder over de bijcontractering bij de ggz en wijkverpleging en over de bereikbaarheid van onplanbare nachtzorg bij de wijkverpleging, is namelijk nog niet bij elke verzekeraar op voldoende niveau. De NZa verwacht dan ook dat de betreffende zorgverzekeraars, die elk een individuele terugkoppeling hebben ontvangen, hieraan blijven werken. De NZa meldt dat de reacties die zij inmiddels van de zorgverzekeraars heeft gehad, en de gesprekken die zij heeft gevoerd, blijk geven van serieuze en voldoende inspanningen om ook de laatste verbeterpunten te realiseren. Er is daarom nu geen aanleiding voor de NZa om sanctionerend op te treden. De NZa blijft de inspanningen nauwgezet volgen. In juni bespreekt de NZa de uitkomsten van het rapport met alle verzekeraars. Specifiek voor de bereikbaarheid van onplanbare nachtzorg bij de wijkverpleging geldt dat de NZa dit in 2021 verder gaat monitoren bij alle zorgverzekeraars met een kernwerkgebied. Die hebben zich vastgelegd om dit in 2021 georganiseerd te hebben.

De NZa blijft de aanpak van wachttijden volgen. Deze vorm van de afgelopen drie jaar zal zij in 2021 echter niet sectorbreed herhalen. De NZa legt de focus op regio’s waar de wachttijden erg hoog zijn. Daar gaat de NZa met zorgverzekeraar(s) en zorgaanbieder(s) in overleg over de concrete aanpak ter plaatse. Hier is zij al mee begonnen in de drie sectoren (voor de ggz in samenwerking met de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd). Wij vinden dit een goede ontwikkeling. Intensivering van regionale samenwerking is cruciaal voor de reductie van wachttijden. Wachttijden zijn een complex probleem waar meerdere oorzaken aan ten grondslag liggen, zoals de NZa aangeeft. Er is niet één oplossing en er is niet één partij alleen aan zet. Er moet in samenspel en zo concreet mogelijk gewerkt worden aan oplossingen.

Verder houdt de NZa signalen over lange wachttijden in de gaten. Het beoordelingskader blijft voor de NZa een belangrijk uitgangspunt voor de beoordeling van het handelen van zorgverzekeraars.

De NZa gaat in het rapport ten slotte in op de verwachting dat door de uitbraak van het coronavirus er een aanzienlijke uitgestelde zorgvraag bestaat, waarvan de consequenties op wat langere termijn zichtbaar worden. Om de toegankelijkheid van zorg te borgen, zet de NZa sinds de start van de pandemie in op goede (regionale) samenwerking tussen alle zorgaanbieders in de keten en zorgverzekeraars. Daarnaast verzamelt en ontsluit de NZa data die ondersteunend zijn aan besluitvorming over een zo goed mogelijke inzet van zorgcapaciteit (met het oog op het borgen van toegankelijkheid en kwaliteit van zorg). De NZa blijft de ontwikkelingen en de inspanningen van partijen volgen, en zij zet er de komende tijd specifiek op in dat zorgverzekeraars en zorgaanbieders stappen zetten om oplopende wachttijden als gevolg van uitgestelde zorg terug te dringen. Wij steunen dit en blijven het nauwgezet volgen.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven