32 620 Beleidsdoelstellingen op het gebied van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Nr. 110 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 maart 2014

Tijdens de plenaire behandeling van de VWS-begroting 2014 heb ik de heer Van ’t Wout (VVD) toegezegd u te informeren over de wijze waarop consortia van (kleine) aanbieders kunnen worden ingezet in de onderhandelingen met de inkopende partijen1. Hierover hebben enkele gesprekken plaatsgevonden tussen Branchebelang Thuiszorg Nederland (BTN), de Autoriteit Consument en Markt (ACM) en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).

In 2013 heeft BTN het idee uitgewerkt om kleine en innovatieve aanbieders op verschillende vlakken van zorg aan elkaar te verbinden en hen zo een stevigere positie te geven in het veld van aanbieders. Op deze wijze zouden kleine aanbieders tijdelijk en waar nodig gaan samenwerken in een tijdelijk consortium, waardoor zij een reële kans zouden hebben op een contract van de inkopende partij, gemeente of verzekeraar die de zorg en/of ondersteuning inkoopt. Uiteraard is het aan de inkopende partij om te beslissen met welke aanbiedende partij(en) het contract wordt gesloten.

Vanuit beleidsmatig oogpunt hecht ik aan een innovatief zorgaanbod. Veelal spelen nieuwe en kleinschalige initiatieven hierin een belangrijke rol, doordat zij alleen tot ontwikkeling kunnen komen als zij nadrukkelijk oog houden voor de vraag van cliënten en burgers. In een periode van transitie is oog houden voor de vraag van cliënten en burgers essentieel. Het ontwikkelen van nieuwe samenwerkingsvormen tussen kleine innovatieve aanbieders spreekt mij dan ook zeker aan, omdat dit zowel de innovatie als de cliënt ten goede komt. Daarnaast draagt het contracteren van consortia ertoe bij dat de inkopende partijen aan hun cliënten en burgers keuzemogelijkheden kunnen blijven aanbieden, die aansluiten bij de lokale vraag.

Om die reden heeft overleg plaatsgevonden tussen BTN, ACM en VWS om te bepalen of, en zo ja op welke wijze, het contracteren van consortia in zowel het AWBZ, Zvw als het Wmo domein mogelijk is. Partijen hebben gezamenlijk geconcludeerd dat er geen bezwaren aanwezig zijn om over te gaan tot het contracteren van consortia, zolang de consortia offensief zijn. Dat wil zeggen, zolang de vorming van een consortium er toe leidt dat inkopende partijen de facto meer keuze krijgen – naast de bestaande grotere spelers – en een consortium wordt gevormd tussen complementaire aanbieders zodat integrale producten voor de cliënt en burger kunnen worden gerealiseerd, zoals door de inkopende partij is gevraagd. Samenwerkingsvormen die er vooral op zijn gericht om de eigen belangen van de aanbieders te dienen, zoals het gezamenlijk verdelen van cliënten tussen de aanbieders of het gezamenlijk maken van prijsafspraken, waardoor de inkopende partij meer moet betalen, zijn niet toegestaan en kunnen op grond van de Mededingingswet worden beboet.

Het lijkt mij dan ook uitstekend om zorgaanbieders die samen willen werken, via «In Voor Zorg!» te ondersteunen bij de implementatie daarvan. Bovendien geeft de ontwikkeling van consortia gemeenten en zorgverzekeraars de mogelijkheid om naast grote aanbieders ook kleine innovatieve aanbieders te contracteren.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn


X Noot
1

Handelingen II 2013/14, nr. 17, item 7

Naar boven