32 618 Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en enige andere wetten in verband met de invoering van een verhoogd collegegeld voor langstudeerders (Wet verhoging collegegeld langstudeerders)

Nr. 8 MOTIE VAN DE LEDEN JADNANANSING EN KLAVER

Voorgesteld 22 maart 2011

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat de Wet verhoging collegegeld langstudeerders een tweeledig doel moet dienen, te weten het op orde brengen van de overheidsfinanciën en het verhogen van het rendement van het hoger onderwijs;

overwegende, dat de haalbaarheid van beide doelstellingen op zijn minst omstreden is;

overwegende, dat ook na advies van de Raad van State en blijkend uit de meningen van andere juridische autoriteiten, er onduidelijkheid blijft over de juridische haalbaarheid van het wetsvoorstel;

van mening, dat de Kamer voor het kunnen beoordelen van de juridische haalbaarheid van het wetsvoorstel een nader onafhankelijk juridisch oordeel nodig heeft;

van mening, dat de landsadvocaat, mede gezien het feit dat hij dat eerder heeft gedaan, in staat moet zijn een oordeel te vellen over de juridische haalbaarheid van een voorstel;

verzoekt de regering te bewerkstelligen dat er een nader onafhankelijk oordeel komt over de juridische haalbaarheid van het wetsvoorstel Verhoging collegegeld langstudeerders, afkomstig van een onafhankelijk juridische autoriteit bijvoorbeeld de landsadvocaat,

en gaat over tot de orde van de dag.

Jadnanansing

Klaver

Naar boven