32 618 Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en enige andere wetten in verband met de invoering van een verhoogd collegegeld voor langstudeerders (Wet verhoging collegegeld langstudeerders)

Nr. 24 AMENDEMENT VAN HET LID JASPER VAN DIJK

Ontvangen 13 april 2011

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel C, wordt na artikel 7.45b een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 7.45ba Bijzonder collegegeldregime voor uitgelote studenten

  • 1. In afwijking van artikel 7.45b, derde lid, worden tot de studiejaren, bedoeld in artikel 7.45b, eerste lid, onder a, onder 2°, niet gerekend de studiejaren die een student, die heeft deelgenomen aan een lotingsprocedure voor een opleiding en voor die opleiding geen bewijs van toelating heeft gekregen, ingeschreven heeft gestaan voor een andere bacheloropleiding dan de opleiding waarvoor werd deelgenomen aan de loting.

  • 2. Indien de student, bedoeld in het eerste lid, niet meer deelneemt aan de lotingsprocedure, als bedoeld in artikel 7.57f, derde lid, en niet is ingeschreven voor de opleiding waarvoor werd deelgenomen aan de loting, tellen de studiejaren, bedoeld in het eerste lid, alsnog mee voor de optelling, bedoeld in artikel 7.45b, derde lid, eerste volzin.

  • 3. Onze Minister stelt nadere regels met betrekking tot de uitvoering van het eerste en tweede lid.

Toelichting

Met dit amendement treft de indiener een regeling voor studenten die zijn uitgeloot voor een studie en die in afwachting van de volgende lotingsprocedure een andere studie volgen. De regeling regelt in elk geval dat het langstudeerdersregime op deze studenten pas van toepassing is zodra zij:

  • met de studie waarvoor zij aanvankelijk uitgeloot waren aanvangen, of:

  • niet meer deelnemen of mogen deelnemen aan de loting voor deze studie.

Een grote groep studenten die wordt uitgeloot volgt tot de volgende lotingsronde een andere studie dan de lotingsstudie, «een parkeerstudie». Deze studenten vallen, zeker als zij pas bij hun derde en laatste lotingspoging toegelaten worden tot de opleiding, onder het langstudeerdersregime. De indiener is van mening dat dit onwenselijk is.

Om te voorkomen dat studenten de uitloting gebruiken als een mogelijkheid om onder het langstudeerdersregime uit te komen wordt de «parkeerstudie» gezien als hun reguliere opleiding op het moment dat zij niet meer aan de loting willen of kunnen deelnemen.

Jasper van Dijk

Naar boven