32 618 Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en enige andere wetten in verband met de invoering van een verhoogd collegegeld voor langstudeerders (Wet verhoging collegegeld langstudeerders)

Nr. 18 AMENDEMENT VAN HET LID ROUVOET

Ontvangen 11 april 2011

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel C, wordt aan artikel 7.45b een lid toegevoegd, luidende:

  • 8. Onverminderd het bepaalde in het vierde en vijfde lid worden bij algemene maatregel van bestuur regels gesteld over de verlenging van het aantal studiejaren, bedoeld in het eerste lid, voor de opleiding, als bedoeld in de onderdelen a, b, of c van dat lid, voor de student op wie een bijzondere omstandigheid als bedoeld in artikel 7.51, tweede lid, onder a tot en met f van toepassing is. Daarbij wordt tevens voorzien in de mogelijkheid voor Onze Minister om het eerste lid buiten toepassing te laten of daarvan af te wijken voor zover toepassing ervan gelet op het belang van de student zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Toelichting

Dit amendement voorziet in een regeling voor studenten op wie een bijzondere omstandigheid van toepassing is. Daarbij wordt tevens voorzien in een hardheidsclausule.

In het wetsvoorstel is geen hardheidsclausule opgenomen. Dit heeft tot gevolg dat de oplegging van het verhoogde wettelijke collegegeld niet kan worden afgemeten tegen eventuele bijzondere omstandigheden van de individuele student. In het wetsvoorstel wordt slechts een bijzondere regeling getroffen voor een student die in overeenstemming met artikel 5.6, tiende lid, van de Wet Studiefinanciering 2000 een extra jaar prestatiebeurs is verleend vanwege een functiebeperking. Het amendement beoogt een regeling in het leven te roepen voor studenten die door bijzondere omstandigheden, anders dan een functiebeperking, studievertraging oplopen, waardoor het verhoogd wettelijk collegegeld verschuldigd is. Voor de definitie van bijzondere omstandigheden is aangesloten bij de reeds bestaande definities in artikel 7.51 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Daarnaast regelt dit amendement dat een hardheidsclausule in de wet wordt opgenomen.

Het heeft de voorkeur om voor bijzondere omstandigheden en de hardheidsclausule één landelijke regeling in het leven te roepen, om te voorkomen dat vergelijkbare gevallen door verschillende instellingen in het kader van het profileringfonds ongelijk worden behandeld.

Rouvoet

Naar boven