32 616 Goedkeuring van ministeriële regelingen tot aanpassing van wetten van Nederlands-Antilliaanse oorsprong voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Wet goedkeuring ministeriële regelingen BES)

Nr. 4 NADER RAPPORT1

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt/uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 26, vijfde lid, van de Wet op de Raad van State).

Hieronder is opgenomen het nader rapport d.d. 26 januari 2011, aangeboden aan de Koningin door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 23 november 2010, nr. 10.003198, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 15 december 2010, nr. W04.10.0525/I, bied ik U hierbij aan. Het voorstel geeft de Raad van State geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen.

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt aan de opsomming in artikel 1 van het wetsvoorstel twee ministeriële regelingen toe te voegen. Het betreft de Regeling internationale kinderbescherming BES en de Regeling tot aanpassing van een aantal BES-wetten, die beide in december 2010 in werking zijn getreden.

De Regeling internationale kinderbescherming hangt nauw samen met de BES-regelingen over interlandelijke adoptie en internationale kinderontvoering, die al in de Raad van State-versie van het wetsvoorstel waren opgenomen. Deze drie regelingen behelzen nadere uitvoeringswetgeving om de gelding van enkele internationale verdragen tot de BES uit te breiden, waartoe eerder al was besloten (Kamerstukken II 2008/09, 32 047, nr. 3, p. 11/12).

De Regeling tot aanpassing van een aantal BES-wetten betreft een ministeriële regeling van de minister van Veiligheid en Justitie, die enkele technische wijzigingen en noodzakelijke verduidelijkingen in wetsteksten bevat.

Ik moge U verzoeken het voorstel van wet en de memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner


XNoot
1

De oorspronkelijke tekst van het voorstel van wet en van de memorie van toelichting zoals voorgelegd aan de Afdeling advisering van de Raad van State is ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven