32 605 Beleid ten aanzien van ontwikkelingssamenwerking

Nr. 38 MOTIE VAN HET LID VOORDEWIND

Voorgesteld 28 juni 2011

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat Nederland in partnerlanden eraan bijdraagt dat de bestrijding van kinderarbeid een expliciete plaats in de nationale onderwijsplannen krijgt en dat dit gebeurt door de inzet van ambassades en via het kinderarbeidbestrijdingsprogramma van de ILO;

constaterende, dat in dit kader met de ILO een driejarig programma (2010–2013) van 4,7 mln. is getekend in samenhang met de hulpprogramma's van de Nederlandse ambassades in Uganda, Zambia, Mali en Bolivia;

van mening, dat daardoor een belangrijke en vernieuwende bijdrage kan worden geleverd aan het integreren van de bestrijding van kinderarbeid in de nationale onderwijsprogramma's en budgetten in die landen;

overwegende, dat de regering in de mensenrechtennotitie bestrijding van kinderarbeid als speerpunt heeft benoemd;

verzoekt de regering de samenwerking met de ILO om via basisonderwijs kinderarbeid te bestrijden niet tussentijds stop te zetten maar het volledige programma 2011–2013 gezamenlijk uit te voeren en tevens ambassades de ruimte te geven om succesvolle onderwijsprojecten ter bestrijding van kinderarbeid voort te zetten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Voordewind

Naar boven