Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 oktober 2018
In deze brief informeert het kabinet u over additionele bijdragen lastens het noodhulpbudget
van 2018.
Ieder jaar wordt in het derde en vierde kwartaal onderzocht hoe het resterende noodhulpbudget
het beste kan worden ingezet om de grootste humanitaire noden te lenigen. Vanzelfsprekend
gebeurt dit op basis van het humanitair imperatief. Het kabinet analyseert zowel humanitaire
crises als de financiële situatie van internationale organisaties, waarbij rekening
wordt gehouden met de situatie van slachtoffers ter plaatse, goed donorschap, (recente)
bijdragen van internationale partners en de effectiviteit van de organisaties. Dit
jaar is besloten een extra bijdrage te leveren aan vier organisaties en drie crises.
De algemene ongeoormerkte bijdrage aan UNHCR is verhoogd van EUR 33 mln. naar EUR
40 mln. Daarmee komt de bijdrage voor 2018 op het gemiddelde van de bijdragen in de
afgelopen drie jaar. UNHCR heeft dit jaar expliciet om additioneel geld gevraagd vanwege
de enorm toegenomen noden als gevolg van de wereldwijde vluchtelingencrisis.
De bijdrage aan het WFP is verhoogd met EUR 4 mln. Hiermee geeft Nederland een duidelijk
signaal dat de toename van honger in de wereld moet worden gestopt.
Daarnaast is een additionele bijdrage van EUR 6 mln. verstrekt aan UNRWA. Er heeft
dit jaar een verbreding van de donorbasis van UNRWA plaatsgevonden. Van het financieringstekort
van USD 400 miljoen is ruim USD 200 miljoen gedekt door een aantal Golfstaten (Qatar,
Koeweit, Saudi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten), maar ook landen als Indonesië
en India zijn aan boord gekomen. Een groot aantal Europese donoren (o.a. Duitsland,
VK, België, Denemarken, Ierland, Frankrijk, Luxemburg) alsmede de Europese Commissie,
hebben hun reeds voorziene bijdrage voor UNRWA in 2018 ook verhoogd. Het tekort voor
2018, ten tijde van dit schrijven, staat op USD 63 miljoen. Met deze extra bijdrage
komt de totale Nederlandse steun aan UNRWA grosso modo op het niveau van de afgelopen
jaren (EUR 19 mln).
Het Internationale Rode Kruis (ICRC), waaraan EUR 5 mln. extra is bijgedragen, is
om verschillende redenen een belangrijke humanitaire partner van Nederland. Het ICRC
is, net als Nederland, groot pleitbezorger van Internationaal Humanitair Recht en
voortrekker op het gebied van humanitaire innovatie. De bijdrage aan het ICRC is echter
in de afgelopen jaren onveranderd gebleven (EUR 40 mln).
Uiteraard monitort het kabinet het functioneren van (internationale) organisaties
die worden gesteund. Voor multilaterale organisatie zijn in dat kader de periodieke
scorekaarten, die uw Kamer ook ontvangt, van belang. Daarnaast wordt de uitvoering
van humanitaire programma’s gemonitord middels veldbezoeken door o.a. ambassades en
humanitaire experts.
Op basis van een weging van factoren als de kwetsbaarheid van de bevolking, de eigen
capaciteit om noden op te vangen, het aantal slachtoffers, de omvang van de noden
en het financieringstekort zijn de crises in Jemen, Syrië, Zuid-Soedan, de drie grootste
van dit moment. Daarom is een extra bijdrage gedaan aan noodhulp in deze crises van
respectievelijk EUR 5 mln., EUR 5 mln. en EUR 3 mln. Voor de hierboven genoemde organisaties
geldt evenals voor Nederland dat geld wordt uitgegeven volgens het humanitair imperatief
waarbij het grootste gedeelte van het geld gaat naar die gebieden waar de noden het
hoogst zijn. De drie genoemde landen zijn op dit moment de grootste crises in de wereld.
Een totaaloverzicht van de bestedingen uit het noodhulpbudget 2018 zal u zoals gebruikelijk
toegaan in het eerste kwartaal van volgend jaar.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
S.A.M. Kaag