32 605 Beleid ten aanzien van ontwikkelingssamenwerking

Nr. 211 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 juli 2017

Het kabinet stelt uw Kamer via deze brief op de hoogte van de gedeeltelijke besteding van de in de Voorjaarsnota aangekondigde extra middelen van EUR 40 miljoen aan humanitaire hulp.

1) Nederland draagt 11,5 miljoen euro extra bij aan het Central Emergency Response Fund (CERF) van de Verenigde Naties. Het CERF stelt vaak als eerste middelen beschikbaar voor hulp bij acute crises en richt zich daarnaast op de zogenaamde «vergeten» crises, die grote financieringstekorten hebben. Het CERF heeft een goed trackrecord wat betreft het efficiënt en snel bereiken van mensen in nood. De Resultatenrapportage 2015 en het Jaarrapport 2016 van het CERF bevestigen dit. Zo kon er met CERF-middelen snel worden ingegrepen om ruim 3000 ernstig ondervoede Nigeriaanse vluchtelingenkinderen in Kameroen van speciale voeding te voorzien en in Tanzania werden 3,7 miljoen mensen van schoon drinkwater voorzien, waardoor de uitbraak van cholera kon worden beperkt.

Het CERF heeft belangrijke stappen gezet op het gebied van transparantie en verantwoording. In het kader van resultaatgerichte financiering, heeft Nederland met het CERF afgesproken dat deze extra bijdrage moet leiden tot meer en betere resultaten voor vrouwen en meisjes, door het adresseren van hun kwetsbaarheid en hun behoeften op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid in de door het CERF gefinancierde noodhulpprogramma’s.

Tijdens de Family Planning 2020 Summit op 11 juli 2017 in Londen heeft Nederland, samen met het Verenigd Koninkrijk en België, een verklaring afgegeven, waarin wij ons als donoren verplichten om meer concrete resultaten voor vrouwen en meisjes te behalen met onze humanitaire hulp. Nederland staat volledig achter de daartoe gelanceerde Roadmap voor data monitoring en verantwoording, als middel om wereldwijd resultaten op het gebied van gezinsplanning en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten te meten.

2) Nederland stelt EUR 5 miljoen beschikbaar voor activiteiten die bijdragen aan kwalitatief goede seksuele en reproductieve gezondheidsdiensten in noodhulpprogramma’s. Complicaties rondom zwangerschap en bevalling inclusief onveilige abortussen zijn de belangrijkste oorzaken van sterfte van vrouwen en jonge meisjes. Seksuele en reproductieve gezondheidsdiensten zijn levensreddend en de behoefte eraan – ook in humanitaire crises- is groot. Meisjes en vrouwen over de hele wereld moeten toegang hebben tot veilige voorbehoedsmiddelen om te kunnen kiezen of ze kinderen willen, wanneer ze die willen en met wie.

Nederland werkt aan betere beschikbaarheid van anticonceptie, veilige abortus en post-abortuszorg, aan het terugdringen van sterfte tijdens bevallingen, het voorkomen van hiv-infecties en het zorgen voor stabiele toegang tot aidsremmers ook tijdens humanitaire crises. Binnen de humanitaire standaarden zijn afspraken gemaakt over een minimaal pakket aan seksuele en reproductieve gezondheidsdiensten die vanaf het begin van de crisis aangeboden moeten worden. Nu is het zaak erop toe te zien dat deze afspraken ook daadwerkelijk worden uitgevoerd.

3) Vanwege de ernst van de humanitaire situatie en het gebrek aan financiering wordt een extra bijdrage van EUR 10 miljoen beschikbaar gesteld voor noodhulp aan de Tsjaadmeer-regio (EUR 4 miljoen), de Syrië-regio (EUR 3 miljoen) en de crisis in de Democratische Republiek Congo (EUR 3 miljoen). Deze drie crises behoren tot de grootste crises van dit moment.

In de Tsjaadmeer-regio (Nigeria, Niger, Kameroen en Tsjaad) wordt de situatie steeds nijpender. Er is sprake van een groeiend aantal veiligheidsrisico’s. Boko Haram is actiever dan voorheen. Er is een reële kans dat ISIS zich deels zal verplaatsen naar de regio waardoor de veiligheidsrisico’s verder zullen toenemen. De kern van de crisis ligt in noordoost Nigeria, waar Nigeriaanse vluchtelingen onverwacht terugkomen uit Kameroen. De teller staat inmiddels op ruim 12.000 vluchtelingen, waaronder veel kinderen. In het Humanitarian Response Plan 2017 is geen rekening gehouden met een dergelijke vluchtelingenstroom.

In de Syrië-regio signaleren humanitaire organisaties in alle landen grote tekorten. De VN hebben aangegeven dat in Libanon programma’s voor basisbehoeften, medische zorg en voedsel voor kwetsbare vluchtelingen slechts tot deze zomer voortgezet kunnen worden, tenzij extra financiering beschikbaar komt. Nederland draagt om die reden bij aan het multi purpose cash grant (MPCG) programma van UNHCR van respectievelijk EUR 900.000 voor Libanon en EUR 600.000 voor Jordanië.

Ten behoeve van Syrië wordt EUR 500.000 extra bijgedragen aan het Humanitaire Fonds in Gaziantep, Turkije. Dit fonds steunt de crossborder respons in Syrië, voornamelijk door NGO’s, vanuit Turkije en Irak. De bijdrage is bedoeld om de noden in en rond Raqqa te lenigen. Voor Irak wordt 1 miljoen euro extra bijgedragen aan het Iraq Humanitarian Pooled Fund, in het bijzonder voor de provincies Mosul en Anbar. Nu de bevrijding van West-Mosul een feit is, is extra steun nodig gezien het hoge aantal ontheemden en de noodzaak voor acute traumazorg.

In de Democratische Republiek Congo is het snel escalerende geweld in de Kasai-regio reden om EUR 3 miljoen bij te dragen aan het Humanitaire Fonds. In april 2017 lanceerde de VN een extra Appeal van 64,5 miljoen dollar om hulp te kunnen bieden in de Kasai-regio, waar de noden nu 400% boven het niveau liggen dat is opgenomen in het DRC Humanitarian Response Plan 2017. Het Humanitaire Fonds kampt met een groot financieringstekort, terwijl het de mogelijkheid biedt snel en adequaat op deze acute crisis te reageren.

4) Van de extra noodhulpmiddelen is 7 miljoen euro bestemd voor de Dutch Relief Alliance ten behoeve van de uitvoering van de motie van het lid Voordewind c.s. (Kamerstuk 32 605, nr. 197) om per direct het budget van de Dutch Relief Alliance aan te vullen met 15 miljoen euro ter bestrijding van de hongersnood in de Hoorn van Afrika en in Jemen. De resterende 8 miljoen euro komt uit de aan het begin van dit jaar nog vrij te besteden middelen van het Relief Fund.

5) Ten slotte draagt Nederland 1,5 miljoen euro bij aan UN Global Pulse. In samenwerking met humanitaire partners verzamelt en analyseert UN Global Pulse big data om zo de humanitaire response effectiever en efficiënter te maken, waardoor meer mensenlevens gered kunnen worden en de hulpverlening goedkoper en beter wordt. Met de Nederlandse financiering is onder andere het ophalen van afvalwater in Zaatari-kamp in Jordanië geanalyseerd aan de hand van de gps-signalen van de tankwagens. Vervolgens heeft UN Global Pulse UNICEF geadviseerd hoe het afvalwater efficiënter en effectiever kan worden opgehaald. Naast dit project ondersteunt UN Global Pulse nog zes gelijksoortige big data projecten, op verzoek van humanitaire organisaties. Met de toegezegde EUR 1,5 miljoen zal UN Global Pulse zich inzetten om gebruik van data in de humanitaire sector te vergroten en partnerschappen met het bedrijfsleven en kennisinstituten verder uit te bouwen.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen

Naar boven