32 605 Beleid ten aanzien van ontwikkelingssamenwerking

Nr. 184 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 juni 2016

Op 23 en 24 mei jl. vond de World Humanitarian Summit (WHS) plaats in Istanbul. De top bracht 173 VN-lidstaten, duizenden vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties en noodhulporganisaties, en honderden vertegenwoordigers van de private sector samen met als doel: humanitaire hulp toekomstbestendig maken. Dat is hard nodig voor de 125 miljoen mensen wereldwijd die zonder humanitaire hulp niet kunnen overleven of een menswaardig bestaan kunnen opbouwen. Onder hen de 60 miljoen mensen die door een natuurramp, geweld of onderdrukking huis en haard hebben moeten achterlaten. Nederland heeft actief en ambitieus bijgedragen aan de WHS in aanloop naar en tijdens de top. Deze brief gaat in op de resultaten van de top, met speciale aandacht voor de concrete resultaten op Nederlandse prioriteitsgebieden en de wijze waarop de WHS-uitkomsten bestendigd gaan worden. Namens Nederland hebben premier Rutte en Minister Ploumen deelgenomen.

De «Agenda for Humanity»

Humanitaire organisaties zijn al enige tijd niet meer in staat om alle slachtoffers van natuurrampen, geweld en onderdrukking in de wereld de hulp te geven waar ze recht op hebben. Hiervoor zijn verschillende oorzaken:

  • het aantal mensen dat hulp nodig heeft groeit snel, vooral als gevolg van gewapende conflicten, die ook nog eens steeds langer duren;

  • er wordt weliswaar steeds meer geld beschikbaar gesteld voor humanitaire hulp, maar omdat de noden nog sneller toenemen, wordt het tekort groter en;

  • internationaal humanitaire recht wordt in conflict steeds vaker met voeten getreden, waardoor toegang tot slachtoffers een steeds groter probleem wordt.

Deze ontwikkelingen leiden tot frustraties bij slachtoffers en humanitaire hulporganisaties en tot de behoefte om op internationaal niveau na te gaan wat er moet gebeuren om het tij te keren.

In zijn rapport One Humanity: Shared Responsibility – No Better Time Than Now (januari 2016) presenteert de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties (SGVN) de Agenda for Humanity. De agenda bevat vijf kernverantwoordelijkheden:

  • politiek leiderschap om conflicten te voorkomen en te beëindigen;

  • handhaven van de normen om een menswaardig bestaan te waarborgen;

  • zorgen dat de meest kwetsbare mensen weerbaarder worden, zodat ze tijdens een humanitaire crisis niet nog verder achterop raken;

  • het bieden van perspectief op een beter leven aan slachtoffers van een ramp of gewapend conflict en

  • investeren in waardigheid door middel van duurzame en betrouwbare financiering.

Op verzoek van de SGVN verscheen het rapport van het High Level Panel on Humanitarian Finance: Too important to fail – addressing the humanitarian financing gap. Het High Level Panel bestond uit experts van buiten het VN systeem die vergaande en concrete aanbevelingen hebben gedaan over het verminderen van de noden, het verbreden van de financieringsbasis en het effectiever en efficiënter besteden van humanitaire hulp. Deze rapporten gaven richting aan de WHS.

Resultaten van de top

Bij de voorbereidingen van de top en op de top zelf waren veel verschillende partijen betrokken die op min of meer gelijke voet een inbreng hebben geleverd en toezeggingen hebben gedaan. Door deze brede betrokkenheid en veelzijdige opzet van de agenda konden alle relevante humanitaire onderwerpen op een samenhangende manier worden besproken.

Dit heeft geresulteerd in:

  • De Agenda for Humanity als uitgangspunt van humanitaire hulp.

  • Naast het bieden van levensreddende hulp staat ook de noodzaak de noden structureel te verminderen en de hulp te verbeteren op de agenda.

  • Lange termijn denken is de nieuwe norm geworden, met meer samenhang tussen humanitaire hulp en ontwikkelingssamenwerking.

  • Samenwerking met aandacht voor de rol van lokale partijen die direct kunnen reageren in het geval van een crisis.

  • Respect voor internationaal humanitair recht en humanitaire principes1 kan rekenen op vergrote politieke aandacht.

Premier Rutte heeft tijdens de sessie voor regeringsleiders en staatshoofden de nadruk gelegd op de politieke verantwoordelijkheid om het hoofd te bieden aan de grote crises van deze tijd. Hij benadrukte het belang van het respecteren van de humanitaire principes, het aanpakken van de oorzaken van conflict, en de noodzaak om als internationale gemeenschap te anticiperen, in plaats van te reageren op crises.

Humanitaire hulp vraagt om een gezamenlijk optreden van een veelheid aan actoren. Het is belangrijk dat er een gezamenlijk visie is die door de meeste partijen wordt gedeeld. Niet alle landen waren bereid dit proces volledig te ondersteunen; een aantal belangrijke G77 landen, waaronder China, India, Egypte en de Golfstaten, waren ontevreden over de prominente aanwezigheid van NGO's en de niet intergouvernementele opzet van de WHS. Rusland en Syrië hadden vooraf kenbaar gemaakt zich niet gehouden te voelen aan de uitkomsten van de top.

De Nederlandse prioriteiten

Voorafgaand aan de top heeft Nederland initiatieven genomen die hebben bijgedragen aan de Nederlandse inbreng.

  • Nederlandse niet-gouvernementele organisaties organiseerden gezamenlijk een Nederlandse humanitaire top ter voorbereiding op de Nederlandse inbreng in de WHS.

  • Een bijeenkomst van experts over het verminderen van risico’s tijdens rampen voor mensen met een handicap.

  • Nederlandse humanitaire organisaties, de private sector, kennisinstellingen en de overheid hebben een samenwerkingsverband gesmeed (de Dutch Coalition for Humanitarian Innovation) om gezamenlijk innovatieve oplossingen voor de humanitaire sector te vinden.

  • De Nederlandse regering steunde de Grand Bargain; een overeenkomst tussen de 15 grootste donoren en de 15 grootste uitvoerende organisaties om noodhulp te verbeteren.

  • Onder Nederlands voorzitterschap is een gezamenlijk EU-standpunt geformuleerd over de inzet op de WHS. Hierin spraken de EU-lidstaten gezamenlijk steun uit voor de Agenda for Humanity van de SGVN.

Tijdens de WHS gaf Nederland prioriteit aan humanitaire financiering, gender, innovatie, kwetsbare groepen, psychosociale hulp en onderwijs (ref. Kamerstuk 32 605, nr. 183 van 12 mei 2016 over de Nederlandse inzet voor de WHS).

  • Humanitaire financiering – De Grand Bargain, de afspraak tussen de 15 grootste humanitaire donoren en de 15 grootste uitvoeringsorganisaties om humanitaire hulp effectiever en efficiënter te maken, is de meest concrete uitkomst van de top. Nederland was nadrukkelijk betrokken bij dit proces en heeft vooral ingezet op het vergroten van de transparantie van de humanitaire sector om toezicht en naleving van afspraken te bevorderen en om de getroffen bevolking beter bij het proces te betrekken. De Grand Bargain maakt afspraken over één gemeenschappelijke behoeftebepaling en één gezamenlijk verzoek om hulp, transparantie over besteding, lagere overheadkosten, meer gebruik van cash-based transfers, meer gebruik van lokale organisaties, een langere termijn visie en minder rapportageverplichtingen.

  • Gender – De politieke leiders benadrukten het belang van deelname van vrouwen aan besluitvorming op alle niveaus. Afspraken hierover moeten worden nageleefd, bijvoorbeeld door nationale actieplannen over vrouwen, vrede en veiligheid op te stellen en uit te voeren. Mannen en jongens moeten worden betrokken bij het stoppen van seksueel geweld tegen vrouwen, bijvoorbeeld via activiteiten in het kader van de Call to Action on the Protection from Gender Based Violence (GBV) in Emergencies. Daders van seksueel geweld, ook binnen VN missies, moeten verantwoordelijk worden gehouden en voor de rechter komen. Nederland benadrukte de samenwerking met het United Nations Population Fund (UNFPA) op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten, onder meer via het aanbieden van noodpakketten bestemd voor meisjes en vrouwen in crises. Nederland onderstreepte hierbij het beter beschikbaar stellen van anticonceptie, veilige abortus en post-abortuszorg, de noodzaak tot het terugdringen van sterfte tijdens bevallingen, en het voorkomen van HIV/Aids infecties tijdens een humanitaire crisis.

  • Innovatie – Nederland is één van de initiatiefnemers van de Global Alliance on Humanitarian Innovation (GAHI) die op de top onder brede publieke belangstelling werd gelanceerd. GAHI brengt humanitaire organisaties, het bedrijfsleven en universiteiten samen om oplossingen te vinden voor concrete humanitaire uitdagingen. The Office of the Coordination of Humanitarian Affairs (UN OCHA) kondigde tijdens de WHS aan dat een humanitair datacentrum in Den Haag wordt geopend. Dit centrum heeft als doel de humanitaire sector meer transparant te maken. Door inzicht te krijgen in financiële stromen kan humanitaire hulp efficiënter en effectiever worden verleend. Daarnaast beoogt dit centrum op een veilige en verantwoordelijke manier gebruik te maken van Big Data om sneller hulp te kunnen geven.

  • Kwetsbare groepen – Tijdens de top was er veel aandacht voor kwetsbare groepen. Zo werd in het bijzijn van de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties een Charter on Inclusion of Persons with Disabilities in Humanitarian Action ondertekend. Dit moet leiden tot meer aandacht voor de specifieke noden van mensen in crisis met een handicap. Nederland is mede ondertekenaar van dit Charter. Nederland heeft daarnaast nadrukkelijk aandacht gevraagd voor het belang van het bestrijden van kinderarbeid.

  • Psychosociale hulp – Nederland heeft het belang van psychosociale hulp aan getraumatiseerde kinderen onderstreept, en Nederlandse activiteiten op dit terrein onder de aandacht gebracht.

  • Onderwijs – Op de WHS is het Education cannot wait Fund gelanceerd. Dit fonds is opgezet om onderwijs in crisisgebieden te garanderen. Onderwijs is essentieel in het bieden van toekomstperspectief aan families en cruciaal voor de bescherming van kinderen. Nederland heeft een bijdrage van EUR 7 miljoen toegezegd aan het fonds en heeft andere donoren opgeroepen dit voorbeeld te volgen. Tot op heden hebben verschillende donoren USD 90 miljoen bijgedragen aan dit nieuwe fonds. Bedrijven hebben toezeggingen ter waarde van USD 100 miljoen gedaan. Hiermee is opvolging gegeven aan de motie Veldhoven c.s. om in multilateraal verband in te zetten op voldoende middelen voor onderwijs in vluchtelingenkampen en gastgemeenschappen (Kamerstuk 33 625, nr. 210).

Van woorden naar daden

Toezeggingen en afspraken moeten nu worden vertaald naar actie. Omdat de gemaakte toezeggingen niet bindend zijn, is dit niet zonder uitdagingen. De Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties zal voor de Algemene Vergadering van de VN in september met een uitgebreid rapport komen waarin alle toezeggingen van lidstaten, uitvoerende organisaties en andere deelnemers opgenomen worden. Het rapport van de SGVN zal suggesties bevatten over de mogelijke opvolging van de toezeggingen en de wijze waarop daarover zal worden gerapporteerd. Nederland zal aandringen op en bijdragen aan een licht en niet bureaucratisch monitoringsysteem. De SGVN heeft aangekondigd om in 2020 gezamenlijk de balans op te maken.

De WHS heeft door zijn brede opzet en wereldwijde betrokkenheid bijgedragen aan een verandering in het denken over humanitaire hulp. Er is veel meer aandacht voor de positie van kwetsbare groepen, voor lokale actoren voor vrouwen en jongeren. Er is een besef dat meer geld alleen niet de oplossing brengt en dat de effectiviteit en efficiëntie van de hulp versterkt moeten worden. Dit kan door innovaties in humanitaire hulp te bevorderen, samen met het bedrijfsleven en academische instellingen. Bovenal is het van belang om beter te luisteren naar de getroffen bevolking en hen voortdurend te betrekken bij de formulering en uitvoering van humanitaire hulp. De WHS heeft de weg getoond om dit alles te bereiken; het is nu tijd om dit om te zetten in daadwerkelijk actie.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen


X Noot
1

Menselijkheid, neutraliteit, onafhankelijkheid en onpartijdigheid

Naar boven