32 605 Beleid ten aanzien van ontwikkelingssamenwerking

Nr. 177 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING EN VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 februari 2016

Klimaatverandering brengt extremere weersomstandigheden en onvoorspelbare regenpatronen met zich mee. Steeds vaker worden grote groepen mensen in de wereld bedreigd door overstromingen, met alle humanitaire en economische gevolgen van dien. In andere regio’s van de wereld mislukken door droogte oogsten en trekken bevolkingsgroepen weg, waarbij een deel zijn toevlucht zoekt in andere landen. De vraag naar water neemt mondiaal toe door bevolkingsgroei, economische groei, verstedelijking en veranderende consumptiepatronen. Ook vormt watervervuiling een steeds groter probleem.

We willen niet toekijken hoe de gevolgen van overstromingen, droogte, orkanen en tsunami’s – materieel maar vooral ook in mensenlevens – steeds groter worden. De schaal, urgentie en complexiteit van de wateruitdagingen vragen om een alomvattende, gezamenlijke en internationale aanpak. Nederland heeft wereldwijd een grote reputatie door zijn kennis en innovaties op het gebied van deltatechnologie, watertechnologie en maritieme technologie. Bij complexe en urgente watervraagstukken wordt Nederland vaak door andere landen benaderd voor advies, ook vanwege onze expertise op het gebied van ruimtelijke planning, water governance en besluitvorming in nauw overleg met bewoners en andere belanghebbenden.

We doen al veel, maar we kunnen nog meer. Diplomatie, innovatie, partnerschappen en nieuwe financieringsmechanismen kunnen nog beter op elkaar worden afgestemd. Bundeling van expertise en internationale samenwerking zorgen voor optimale inzet en innovatie. Daarom willen wij vanuit de Ministeries van Buitenlandse Zaken, Economische Zaken en Infrastructuur en Milieu intensiever samen optrekken en samen deze grote vraagstukken aanpakken met de inzet van waterschappen, drinkwaterbedrijven, Rijkswaterstaat en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, het Nederlandse bedrijfsleven, NGOs en de kennisinstellingen.

Hieronder informeren wij u over onze concrete voornemens.

Interdepartementale samenwerking

De plannen voor de samenwerking staan beschreven in het bijgesloten document «Convergerende stromen – Internationale Waterambitie»1. De basis voor de samenwerking zijn de verantwoordelijkheden en rollen van de drie ministeries; de Internationale Waterambitie verbindt het waterbeleid, integreert de inzet en ondersteunt nieuwe kansen.

Met de gezamenlijke aanpak beogen de Ministeries van BZ, EZ en IenM bij te dragen aan de volgende brede maatschappelijke effecten:

  • Van repareren naar prepareren: preventie bevorderen, zodat de gevolgen van overstromingen, watertekort en vervuild water kunnen worden beperkt

  • Verbeteren van de watergovernance in en tussen landen en vergroten van inzet van waterdiplomatie

  • Verbeteren van de positie van kwetsbare groepen mensen in stedelijke delta’s, ook in ontwikkelingslanden

  • Vergroten van het verdienvermogen van de Nederlandse watersector

Focus van de Internationale Waterambitie

Wereldwijd zijn in stedelijke delta’s de risico’s rond waterveiligheid en waterzekerheid groot en urgent. In 2050 zal een groot deel van de wereldbevolking in stedelijke delta’s wonen. Deze steden en omliggende delta’s krijgen te maken met een groeiende vraag naar water voor huishoudelijk gebruik, voedselproductie, energie en industrie. Tegelijkertijd zijn de overstromingsrisico’s in de delta’s hoog, en is er kans op drastische grondwaterpeildalingen. Nederland heeft als stedelijke delta veel kennis en ervaring in huis. Daarom ligt in de eerste drie jaren (met doorkijk naar 2021) de focus van de Internationale Waterambitie op stedelijke delta’s en de productieketens en stroomgebieden die hen van voedsel, water en energie voorzien. Het hoofddoel is dan ook dat «De waterveiligheid en waterzekerheid van stedelijke delta’s en het Nederlandse aandeel daarin, is vergroot (2016–2021).»

De complexiteit van de problemen waar deze delta’s mee te maken hebben vraagt om een totaalaanpak. Onze gezamenlijke inzet richt zich daarom op de actieve en preventieve aanpak rond waterveiligheid en waterzekerheid: voorkomen van overstromingsgevaar, waterschaarste, watervervuiling en het bevorderen van innovatieve processen en infrastructuur. Voor Nederland zijn ook transport, scheepvaart en logistiek van oudsher elementen van waterzekerheid, aangezien havens en bevaarbare rivieren belangrijk zijn voor sociaaleconomische ontwikkeling. Nederland heeft op gebied van transport, scheepvaart en logistiek veel te bieden. Daarom zal bij ontwikkeling van een totaalaanpak voor delta’s ook aandacht zijn voor maritieme oplossingen. De keuze voor de stedelijke delta’s sluit aan op een jarenlange samenwerking met enkele deltalanden onder het Water Mondiaal programma, is actueel vanwege de groeiende klimaatproblematiek, en biedt handelspotentieel en andere verdienkansen. Bovendien draagt de Internationale Waterambitie bij aan de duurzame ontwikkelingsdoelen 2015–2030 die door de VN vastgesteld zijn.

Deze Internationale Waterambitie maakt het mogelijk diverse (financierings)instrumenten gecoördineerd in te zetten voor de uitvoering van het gezamenlijke beleid, waarin armoedebestrijding, mensenrechten, gender, goed bestuur en duurzaamheid centraal staan.

De komende jaren werken we aan de volgende concrete resultaten:

  • Waterveiligheid en waterzekerheid in minstens acht stedelijke delta’s zijn, mede dankzij Nederlandse inzet, meetbaar verbeterd; de Nederlandse inzet heeft bijgedragen aan concrete programma’s en projecten die overlast en waterschaarste verkleinen en de waterkwaliteit verbeteren.

  • Minstens twee van de toeleverende productieketens in iedere delta, bijvoorbeeld de groente- of drinkwaterketens, zijn waterefficiënter of vervuilen het water minder, en het stroomgebied is er duurzamer beheerd.

  • Internationaal draagvlak voor de preventieve aanpak van waterveiligheid, mede in het licht van klimaatadaptatie, is vergroot.

  • Het doel van de Topsector Water: De toegevoegde waarde van de Nederlandse watersector is verdubbeld (t.o.v. 2010), vooral via export en uitvoeringsprojecten (per 2020).

Dit vraagt om een koersverandering. De IWA richt zich daarom op een sterkere verbondenheid tussen de nationale aanpak en internationale markt waarbij Nederland de etalage is voor (innovatieve) icoonprojecten en het kennisniveau (zie toelichting pijler 1). Het exporteren van kennis en technologie, waarbij de ambitie is om tot werkelijke realisatie van werken te komen, vraagt ook om continue ontwikkeling van onze kennisniveau en producten, het vormen van slimme coalities en actief bouwen aan internationale netwerken (zie toelichting pijler 2). Uiteindelijk is het doel om tot (preventieve) maatregelen te komen in de partnerlanden. De IWA zet daarom expliciet in op het vergroten van de realisatiekracht in het buitenland, veelal gericht op het lokale niveau waar de uitvoering van werken plaatsvindt (zie toelichting pijler 3). Hier gaat het vaak om ondernemerschap, financieringsoplossingen, kennisuitwisseling en maatschappelijk draagvlak.

Bangladesh

Een voorbeeld is de gezamenlijke missie van de Ministers van IenM en BHOS naar Bangladesh. Het laagland van Bangladesh vormt de grootste en ’s werelds meest dichtbevolkte delta van de wereld. De delta kampt met grote waterproblemen. Nederland werkt nauw samen met Bangladesh aan een masterplan. De Ministers van IenM en BHOS hebben in juni jongsleden een akkoord getekend met de regering van Bangladesh en de Wereldbank Groep, om de delta van Bangladesh duurzaam te wapenen tegen overstromingen en te zorgen voor voldoende schoon drinkwater en sanitatie. Ook slaan Nederland en Bangladesh de handen ineen op het gebied van landaanwinning (drooglegging) en havenontwikkeling.

Om de ambities te realiseren kent de IWA drie pijlers:

1. Nederland versterken als «Centre of Excellence»

Nederland is een internationale koploper op het gebied van water. De mondiale ontwikkelingen in stedelijke delta’s vragen constant om vernieuwingen en innovaties. Om die koploperspositie te behouden moet Nederland blijven investeren. Niets is overtuigender dan de Nederlandse aanpak en het kennisniveau in de vorm van pilot-projecten of icoonprojecten aan de wereld te tonen. De IWA bevordert daarom innovatie, kennisontwikkeling en kennisuitwisseling met buitenlandse partijen, aanwas van jonge waterdeskundigen met onderscheidende specialisaties, vestiging van internationale (multilaterale) waterorganisaties in Nederland en ruimte voor ondernemerschap. Nederland wil zich op de kaart zetten als «Centre of Excellence» waar kennis, oplossingsgerichtheid, coördinerend vermogen, waterdiplomatie en leiderschap bijeenkomen. Ook leveren concrete projecten in het buitenland bruikbare kennis op voor Nederland om het kennisniveau te blijven vernieuwen. Diverse Topsectoren werken in het kader van de (duurzame) stedelijke delta’s samen aan technologieontwikkeling zodat de Nederlandse expertise «state of the art» is en blijft in de toekomst.

2. De totaalaanpak voor waterveiligheid en waterzekerheid wordt succesvol uitgedragen

De IWA zet in op het ontwikkelen van bruikbare oplossingen die aansprekend zijn en als «pakket» kunnen worden aangeboden. Een voorbeeld is de «Delta Approach» waar componenten zoals «building with nature», «ruimte voor de rivier», water governance, innovatie en adaptieve aanpak worden aangeboden om maatwerk en inspiratie te bieden aan buitenlandse partijen. Ook kunnen specifieke waardeketens ontwikkeld worden zoals bijvoorbeeld waterwinning-waterzuivering-drinkwatervoorziening-afvalwaterzuivering. Hierbij worden ook nieuwe coalities gesmeed om gezamenlijk totaaloplossingen of innovaties te ontwikkelen en aan te bieden. Innovatiecontracten in Nederland kunnen hieraan bijdragen. Om met Nederlandse kennis en ervaring het verschil te kunnen maken voor stedelijke delta’s zullen betrokken bewindspersonen, diplomatieke missies en de Nederlandse Watergezant de Nederlandse visie actief uitdragen in internationale missies, fora, beurzen en conferenties. Zo heeft Nederland recent de Planetary Security Conferentie georganiseerd (2-3 november 2015).

3. Nederland draagt bij aan vergroten lokale realisatiekracht

Het is zaak om prioriteit te geven aan de uitvoering van werken en niet zozeer aan de planfase. Veel goede plannen worden niet verder ontwikkeld doordat er geen zicht is op financiering. De IWA benoemt nieuwe accenten om van goede plannen juist de uitvoering ervan realistischer te maken. Voor deze projecten is een sterke lokale realisatiekracht nodig. Capaciteit, slimme coalities van lokale en internationale partijen, politiek en maatschappelijk draagvlak en financiering zijn de elementen van die realisatiekracht waaraan de IWA werkt. Nederlandse posten, ondersteund door themadeskundigen, attachés en landbouwraden, onderhouden contacten met alle spelers. Het vroegtijdig betrekken van ontwikkelingsbanken is van belang voor de financiering en uitvoering van plannen. Ook zal gewerkt worden aan verdienmodellen om (lokale) ondernemers te stimuleren en duurzaamheid te garanderen. In Mozambique wordt hier momenteel succesvol aan gewerkt. Bijvoorbeeld door waterschappen bedrijven te laten ondersteunen (Green Deal), het aanbieden van Nederlandse experts, het vroegtijdig betrekken van financieringsinstellingen voor de financiering van maatregelen en lokaal ondernemerschap te stimuleren.

Operationalisering van de Internationale Waterambitie

De Internationale Waterambitie wordt uitgevoerd door het Interdepartementale Water Cluster en aangestuurd door een interdepartementale stuurgroep. Het cluster werkt nauw samen met andere overheden, kennisinstellingen, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties.

De Internationale Waterambitie heeft een looptijd van 2016 tot 2019, met een doorkijk naar 2021. Een evaluatie zal in het derde jaar (2018) plaatsvinden. De conclusies uit het evaluatierapport worden begin 2019 aan de Tweede Kamer aangeboden.

Voor de financiering van het Internationale Waterambitie is een eigen budget beschikbaar. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van diverse bestaande programma’s en instrumenten. Het uitgangspunt is dat bestaande middelen effectief worden ingezet door o.a. collectief te programmeren. Tevens wordt ingezet op financieringsvormen waarbij publieke en private financiering worden gecombineerd.

Wij, als Ministers, hebben ons gecommitteerd aan de Internationale Waterambitie en het verder bijeenbrengen van onze netwerken en partners. Tijdens de gevoerde consultaties met de watersector kwam naar voren dat er een breed draagvlak is voor de Internationale Waterambitie, waarbij private sector, kennisinstellingen, maatschappelijk middenveld en overheid nauw samenwerken aan gemeenschappelijke doelen met betrekking tot waterveiligheid en waterzekerheid in wereldwijde stedelijke delta’s.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven