32 605 Beleid ten aanzien van ontwikkelingssamenwerking

Nr. 167 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 juni 2015

Graag bieden wij u hierbij, mede namens de Minister van Defensie en de Minister van Veiligheid en Justitie, een brief aan over de Nederlandse inzet na de aardbeving in Nepal.

Het kabinet heeft met ontzetting kennisgenomen van de grote aardbevingsramp die zich op 25 april 2015 in Nepal voltrok. Minister-President Rutte heeft zijn ambtgenoot van Nepal een condoleancebrief gestuurd. De inzet van het kabinet was erop gericht om in nauw overleg met de VN en organisaties als het Rode Kruis de slachtoffers zo snel mogelijk te helpen en om indien nodig consulaire bijstand te verlenen aan de Nederlanders die in Nepal waren. In deze brief wordt ingegaan op de Nederlandse inzet tot nu toe, alsmede de internationale respons en de wijze waarop wordt samengewerkt.

Situatieschets

Nepal werd in de ochtend van 25 april 2015 getroffen door een zware aardbeving, 7,8 op de schaal van Richter. Het epicentrum lag ten oosten van de stad Pokhara, ongeveer 81 kilometer van hoofdstad Kathmandu. De aardbeving werd gevolgd door verschillende naschokken, variërend in kracht van 3,2 tot 6,9 op de schaal van Richter. Op 18 mei jl. waren meer dan 8.000 doden geteld en was bekend dat ruim 17.000 personen gewond waren geraakt. Bovendien is er veel schade aan de infrastructuur en aan huizen. Volgens de overheid van Nepal zijn 490.000 huizen volledig vernield en hebben 270.000 huizen schade opgelopen. Communicatie in Nepal was in het begin moeilijk door het wegvallen van het communicatienetwerk en stroom. Ook in Noord-India, China en Bangladesh waren doden te betreuren en vielen gewonden.

Het was de zwaarste aardbeving in Nepal in meer dan 80 jaar. Volgens de Europese ruimtevaartorganisatie ESA is Kathmandu 1,65 meter zuidelijker en ongeveer 1,26 meter hoger komen te liggen. In Kathmandu zijn ook veel eeuwenoude hindoeïstische en boeddhistische tempels en andere historische gebouwen die op de UNESCO werelderfgoed-lijst staan, verwoest.

De Nepalese regering kondigde de noodtoestand af voor de getroffen gebieden en vroeg om internationale hulp, inclusief inzet van internationale Urban Search and Rescue (USAR) teams.

Op 12 mei jl. werd Nepal wederom opgeschrikt door twee zware aardbevingen ten oosten van Kathmandu, de zwaarste 7,4 op de schaal van Richter. Het epicentrum lag 200 kilometer ten oosten van het epicentrum van de vorige beving en 85 km ten zuidwesten van de Mount Everest (dicht bij de grens met China). Opnieuw vielen doden en gewonden, ook in de aangrenzende Indiase deelstaten Bihar en Uttar Pradesh.

Op 2 juni 2015 viel te betreuren dat een Nederlandse arts bij een helikopter-ongeluk om het leven kwam. Zij was uitgezonden door Artsen zonder Grenzen en betrokken bij de hulpverlening in Nepal.

Humanitair

Nederlandse inzet

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken besloot op 26 april jl. in overleg met de ministeries van Defensie en Veiligheid en Justitie het Urban Search and Rescue (USAR) team in te zetten in Nepal. Dit team, bestaande uit 62 Nederlanders en 8 speurhonden, is gespecialiseerd in het zoeken en redden van personen die onder puin en wrakstukken zijn bedolven. Het team vertrok nog dezelfde dag op 26 april met een transportvliegtuig van Defensie (KDC10) vanuit Eindhoven en was ’s ochtends op 27 april ter plaatse in Kathmandu.

Van 27 april t/m 2 mei jl. is het USAR-team werkzaam geweest in de zoekactie naar overlevenden van de aardbeving in Nepal. Het team heeft zich onder meer gericht op de gebieden in en rondom Kathmandu, Bhaktapur en Chautura. Naast het zoeken naar overlevenden in het puin heeft het USAR team geholpen bij het verzorgen van gewonden en het bergen van dodelijke slachtoffers. Ook zijn voedselpakketten, water en dekens uitgedeeld aan ontheemden.

Naast deze directe reddingswerkzaamheden heeft het Nederlandse USAR-team een belangrijke coördinerende rol in de hulpverlening gespeeld. Bij aankomst van het team was er in verband met de slechte infrastructuur en moeilijke bereikbaarheid nog geen VN-coördinatiestructuur ter plaatse. De VN heeft hierop het Nederlandse USAR-team gevraagd de coördinatie van de overige USAR-teams op zich te nemen. Het team heeft vervolgens een coördinatie cel opgezet en samen met de organisatie MapAction in kaart gebracht waar hulp het hardst nodig was. Op basis hiervan kon het Nederlandse team arriverende USAR-teams instrueren. Ook waren Nederlandse USAR-teamleden aanwezig op het vliegveld in Kathmandu om op logistiek gebied bijstand te verlenen. Het Nederlandse USAR-team keerde op 6 mei jl. in Nederland terug. Hiervoor werd opnieuw een transportvliegtuig van Defensie ingezet.

Na de tweede aardbeving op 12 mei jl. is een aantal, nog in Nepal aanwezige, USAR-teams in actie gekomen.

Voor de snelle inzet van het USAR-team was veel waardering bij de Nepalese en internationale hulpverleningsorganisaties. Deze inzet was mogelijk dankzij snelle besluitvorming, evenals goede voorbereidingen en regelmatige oefeningen door USAR en het Ministerie van Defensie. De additionele kosten voor de inzet van het USAR-team en de KDC-10-vluchten komen ten laste van de begroting van de Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

Naast de inzet van het USAR-team en de Nederlandse KDC-10, stelde Minister Ploumen een bedrag van vier miljoen euro beschikbaar voor humanitaire hulp, uit te voeren door de Dutch Relief Alliance (DRA), een samenwerkingsverband van Nederlandse hulporganisaties en het Ministerie van Buitenlandse Zaken, dat op 24 april jl. werd gelanceerd. Deze alliantie van twaalf Nederlandse hulporganisaties is opgezet om sneller en in betere onderlinge afstemming hulp te verlenen bij humanitaire rampen. De Nederlandse NGO's die al actief zijn in Nepal voeren acute werkzaamheden in de getroffen gebieden uit. Zij richten zich primair op voedselhulp, water en sanitaire voorzieningen, gezondheidszorg, opvang en non-food items.

Ook stelde Minister Ploumen één miljoen euro voor IFRC via het Nederlandse Rode Kruis beschikbaar ten behoeve van onder meer dekens, dekzeilen, toolkits en medische zorg.

Het kabinet hecht er groot belang aan dat er voldoende aandacht is voor de psychologische impact van een dergelijke natuurramp op de getroffen bevolking, en onderstreept het belang van psychosociale hulp in de humanitaire respons. Minister Ploumen heeft dit ook in EU-verband benadrukt.

Minister Ploumen is voornemens Nepal op 7 en 8 juni a.s. te bezoeken, aansluitend aan haar bezoek met Minister-President Rutte aan India.

Europese Unie

Vanuit de Europese Commissie (EC) is in rap tempo een humanitaire respons op gang gekomen. De EC heeft in eerste instantie zes miljoen euro vrijgemaakt om aan de meest urgente noden in Nepal tegemoet te komen. De totale hulpbijdrage van de EC komt op 22,6 miljoen euro, inclusief early recovery en rehabilitatie. Daarnaast heeft de EC experts op het gebied van noodhulp en civiele bescherming naar het crisisgebied gestuurd. Ook is het EU Civil Protection Mechanism geactiveerd. Via dit mechanisme hebben verschillende lidstaten – waaronder Nederland – USAR-teams ingezet, alsook waterreinigingssystemen en technische ondersteuning.

Eurocommissaris voor Humanitaire Hulp en Crisisbeheersing, Christos Stylianides, vergezelde de VN viceSecretaris-Generaal voor Humanitaire Zaken en Noodhulp, Valerie Amos, tijdens haar bezoek aan Nepal van 29 april tot en met 2 mei jl. Zij spraken beiden hun lof uit over de snelle Nederlandse inzet, waardoor het Nederlandse USAR team de eerste drie dagen de coördinatie van alle buitenlandse reddingsteams op zich had kunnen nemen.

Een medewerker van het Ministerie van Buitenlandse Zaken die gedetacheerd is bij de EU in Brussel, assisteerde in Kathmandu bij de coördinatie van de hulpverlening in EU-verband.

Internationale respons

Op 29 april jl. lanceerde de VN een internationaal noodhulpverzoek van in totaal 415 miljoen dollar. Op 11 mei is dit flash appeal op basis van de laatste informatie herzien en bijgesteld naar 423 miljoen dollar. Het noodhulpverzoek richt zich op het lenigen van de meest urgente noden van 8 miljoen mensen gedurende de komende drie maanden. Deze liggen op het gebied van voedselzekerheid, schoon drinkwater en sanitaire voorzieningen, gezondheidszorg, onderdak, en bescherming van de meest kwetsbaren.

Vanwege de ernst van de humanitaire situatie heeft de regering besloten om naast de bijdragen aan de Dutch Relief Alliance en het Nederlandse Rode Kruis vijf miljoen euro bij te dragen aan het VN noodhulpverzoek. De bijdrage zal ten goede komen aan het World Food Program (WFP). Naar schatting zijn momenteel ongeveer 3,5 miljoen Nepalezen afhankelijk van voedselhulp. WFP verleent voedselhulp, en leidt daarnaast het logistieke cluster en de noodhulp-telecommunicatie. Hiermee komt de totale Nederlandse financiële overheidssteun op tien miljoen euro.

Consulair

Nederlandse inzet

Bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken werden in de dagen na de aardbeving ongeveer 1.000 Nederlanders geregistreerd die tijdens de beving in Nepal verbleven of zouden hebben verbleven. Op 25 april 2015 is direct na de aardbeving op BZ een crisisteam, inclusief een Crisis Telefoon Team (CTT), ingesteld om de Nederlanders ter plaatse, indien mogelijk, zo goed mogelijk bijstand te kunnen verlenen. Het CTT heeft tien dagen lang verontruste familieleden en vrienden van Nederlanders in Nepal geïnformeerd en geregistreerd ten behoeve van mogelijke repatriëring of andere consulaire bijstand. Ook via een aangepast reisadvies voor Nepal werden Nederlanders over de situatie geadviseerd.

Nederland heeft ingezet op facilitering van de repatriëring van zoveel mogelijk Nederlanders uit het gebied. Hier is voor gekozen, gegeven de situatie in delen van Nepal na de aardbeving. Sinds zondag 26 april jl. werden in totaal meer dan 250 Nederlanders uit Nepal gerepatrieerd met vijf vluchten (twee maal met een Nederland militair toestel, de KDC10, die het Nederlandse Urban Search and Rescue (USAR) team naar Nepal bracht en daar ophaalde – zie ook onder «Nederlandse inzet, humanitair»-, en waarin de ruimte zoveel mogelijk is benut om ook personen te repatriëren, één maal met een Belgisch militair toestel en twee maal met een SOS/BZ-chartervlucht). Daarnaast is van meer dan 100 Nederlanders bekend dat zij met reguliere commerciële vluchten Nepal hebben verlaten.

Op 4 mei jl. kon worden vastgesteld dat alle Nederlanders die volgens informatie van het Ministerie van Buitenlandse Zaken in Nepal verbleven tijdens de aardbeving, getraceerd en veilig waren. Het merendeel was inmiddels terug in Nederland, een aantal besloot hun verblijf voort te zetten of het betrof Nederlandse ingezetenen in Nepal die het land niet wilden verlaten. Er was een tiental gewonden die met behulp van de alarmcentrale werd gerepatrieerd. Een Duitse vrouw woonachtig in Nederland is omgekomen.

In Nepal is, behalve een relatief klein Nederlands honorair-consulaat aldaar, geen Nederlandse vertegenwoordiging aanwezig. Om die reden zijn vanuit de Nederlandse ambassade in New Delhi op 26 april jl. ter ondersteuning van het honorair-consulaat, de Defensie attache en een consulair medewerker naar Kathmandu gezonden. Ook reisden drie leden van het zogenaamde «SCOT»-team (Snel Consulair Ondersteunings Team) naar Kathmandu met als voornaamste doel Nederlanders in Nepal te traceren, hun situatie in kaart te brengen en te ondersteunen bij repatriëring.

Ambassadeur Fons Stoelinga en de Defensie attache Kolonel Allard Wagemaker, die vanuit New Delhi mede-geaccrediteerd zijn in Nepal, verbleven op 30 april en 1 mei jl. in Kathmandu om de omvang en de focus van de Nederlandse inzet te beoordelen en zo nodig aan te passen. Zij overnachtten in het kampement van het Nederlandse Urban Search and Rescue (USAR) team en hebben samen met het consulaat en het SCOT-team de evacuatie van Nederlanders op de luchthaven in Kathmandu begeleid. Ook wisten zij steun te verkrijgen van het Indiase en Nepalese leger voor helikopterinzet, en werd de samenwerking met andere EU lidstaten kracht bijgezet.

Na de tweede aardbeving op 12 mei jl. kwamen – naast een paar verzoeken om algemene informatie over het verblijf in Nepal – geen verontrustende berichten van Nederlandse burgers bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken binnen. De meeste Nederlanders zijn inmiddels weg uit Nepal.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen

Naar boven