32 605 Beleid ten aanzien van ontwikkelingssamenwerking

Nr. 153 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 november 2014

Tijdens het Algemeen Overleg van de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 7 oktober 2014 inzake Noodhulp, naar aanleiding van de oprichting van het Relief Fund,1 heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over de mogelijkheden die het kabinet ziet om innovatie van humanitaire hulpverlening te bevorderen.

De afgelopen weken hebben gesprekken over innovatie plaatsgevonden met belangrijke spelers binnen het humanitaire systeem. Mede op basis daarvan geef ik onderstaand de richtingen van Nederlandse steun op dit terrein. De komende maanden zal dit verder worden uitgewerkt.

Waarom innovatie?

Als gevolg van ongekende wereldwijde noden en de toenemende complexiteit van humanitaire crises staat het noodhulpsysteem onder druk. Humanitaire hulpverlening moet sneller en efficiënter worden. Innovatie speelt hierbij een belangrijke rol.

Innovatie van humanitaire hulp gaat over het zoeken naar oplossingen voor bestaande problemen, om verbeterde, snellere en effectievere hulp te geven aan mensen in nood. Dit kan door een innoverend product, proces of strategie, of een combinatie hiervan. De extreme omstandigheden waar slachtoffers en hulpverleners mee geconfronteerd worden, leiden tot vindingrijkheid. De meest innovatieve ideeën ontstaan dan ook vaak in crisissituaties, bijvoorbeeld in vluchtelingenkampen.

Nut en noodzaak van innovatie worden binnen de humanitaire wereld breed onderkend. Het humanitaire systeem kan enorm profiteren van technologische ontwikkelingen en slimme toepassingen bij het verstrekken van hulp. Ook zijn steeds meer nieuwe spelers betrokken (denk aan nieuwe donoren en het bedrijfsleven), hetgeen creativiteit stimuleert. Ideeën kunnen breder en sneller dan ooit worden verspreid.

Soms stuiten we op problemen bij de toepassing van innoverende ideeën. In crisissituaties is niet altijd tijd en ruimte voor het testen van nieuwe producten en toepassingen; alle aandacht gaat uit naar het redden van levens. Het nut van innovatie kan echter alleen in de praktijk worden bewezen.

Innovatie van noodhulp: wat gebeurt er al?

Een groot aantal VN-organisaties, NGO’s, bedrijven en universiteiten is actief op het gebied van noodhulpinnovatie, wat heeft geleid tot de ontwikkeling van veel vernieuwende ideeën voor producten en processen. Zo deelt de VN gedetailleerde en (bijna) real time satellietbeelden met NGO’s en overheidsinstanties. Hierdoor is gerichte hulpverlening mogelijk, zelfs wanneer een gebied deels onbereikbaar is. Een ander voorbeeld is de in Nederland ontwikkelde WakaWaka Light, een lamp op zonne-energie die na één dag opladen tot 80 uur licht geeft en daardoor veel wordt ingezet bij humanitaire hulpverlening, bijvoorbeeld om noodklinieken in door ebola getroffen gebieden te verlichten.

Nederland is voorloper op het gebied van publiek-private samenwerking. Er is een groot aantal partnerschappen tussen Nederlandse bedrijven, kennisinstituten en (internationale) humanitaire organisaties. Door samenwerking met Nederlandse bedrijven zijn bijvoorbeeld primaire processen van WFP efficiënter, klantgerichter en goedkoper geworden. Het kabinet wil op deze successen voortbouwen.

Wat gaat Nederland doen?

Een belangrijk uitgangspunt bij de Nederlandse inzet op het gebied van innovatie van humanitaire hulp is dat deze vraaggestuurd is. Hulporganisaties moeten aangeven waar behoefte aan is. De uitdaging op dit moment blijkt niet zozeer op het vlak van productinnovatie te liggen. Er zijn veel uitgewerkte nieuwe producten en ideeën. Het probleem is dat deze niet voldoende worden uitgetest en toegepast in de praktijk. Dit heeft een aantal oorzaken:

  • 1. Hulpverlening vindt vaak plaats onder grote druk en in snel veranderende, onvoorspelbare en gevaarlijke omstandigheden. Hierdoor is het testen van nieuwe innovaties vaak van secondair belang.

  • 2. De omstandigheden waarin humanitaire hulp wordt verleend zijn heel divers. Opschaling gebeurt niet automatisch, maar vereist leiderschap en aanmoediging.

  • 3. Het is voor bedrijven en andere organisaties makkelijker om fondsen te werven voor het ontwikkelen van ideeën en producten, dan voor uittesten en opschalen.

  • 4. Belangrijke spelers op het gebied van innovatie (waaronder de VN) leren nog niet genoeg van elkaar doordat ze onvoldoende inzichten en ervaringen uitwisselen.

Nederland kan op verschillende manieren een verschil maken.

Testen en opschalen

Het kabinet wil humanitaire organisaties de kans bieden om goede innovatieve producten en ideeën in het veld te testen en op te schalen. Organisaties lopen in de praktijk tegen problemen aan waarvoor vaak al een innovatieve oplossing bestaat. Veel ondernemers en bedrijven hebben kansrijke ideeën al via innovatiefondsen of challenges uitgewerkt. Zonder aanmoediging, tijd en financiering vinden cruciale testen op locatie en opschaling echter niet of te traag plaats.

Door problemen en innovatieve oplossingen bij elkaar te brengen en door humanitaire organisaties te voorzien van middelen om innovaties te testen en op te schalen, inclusief voor het aanstellen van personeel om hierop toe te zien, vult Nederland een belangrijk gat in het humanitaire systeem.

Ik ben voornemens een tenderproces uit te zetten om dit mogelijk te maken. Hierbij kan het Humanitarian Innovation Fund, dat ervaring heeft met het verbinden van bestaande innovaties en humanitaire organisaties, worden betrokken.

Om de vraaggestuurdheid te waarborgen zal thans onze steun voor innovatie niet worden gelimiteerd tot een specifieke sector. Wel zal er bij de uitwerking van het beleid rekening worden gehouden met Nederlandse kennis en expertise.

Sturing op innovatie

De steun aan innovatie zal zich ook richten op spelers binnen het noodhulpsysteem met een sterke coördinerende en normatieve rol, zoals VN-organisaties en de Rode Kruis Beweging. Deze spelers kunnen een belangrijke functie vervullen in het verspreiden van innovatieve ideeën waaraan behoefte bestaat. Dit sluit tevens aan op de prioriteit binnen het hernieuwde humanitaire hulpbeleid om de effectiviteit en coördinatie van humanitaire hulp te versterken.

Op het terrein van big data doen zich kansen voor. Door sneller en beter data te verzamelen en te analyseren, kunnen hulporganisaties in crisissituaties gerichter en effectiever te werk gaan. Zo kan een geautomatiseerde analyse van Twitterberichten of lokale radiorapportages worden gebruikt om de uitbraak van ziektes sneller te detecteren. Ook kan met behulp van data over telefoongebruik in kaart worden gebracht hoe ontheemden zich verplaatsen. Big data biedt veel uitdagingen èn mogelijkheden voor verbetering van humanitaire hulp en is bovendien een terrein waarop veel Nederlandse expertise bestaat. UN Global Pulse is een interessant initiatief dat zich VN-breed bezighoudt met innovatie op het gebied van big data.

Veel VN-organisaties werken aan modernisering en vernieuwing. Maar ook op dit terrein dient de coördinatie tussen deze organisaties te worden versterkt. Voorkomen moet worden dat iedere organisatie voor zichzelf innovatieve concepten ontwikkelt, zonder adequate uitwisseling en afstemming. Verschillende VN-organisaties hebben bijvoorbeeld gewerkt aan betaalkaarten waarmee hun eigen specifieke doelgroepen voedsel of andere zaken kunnen kopen. De organisaties willen nu toe naar een gezamenlijk systeem, maar zijn nog niet zo ver.

Ik ben voornemens in de komende maanden met de belangrijkste VN-organisaties het gesprek aan te gaan om kansen op verbetering van coördinatie in kaart te brengen en Nederlandse steun op dit gebied verdere invulling te geven.

Tot slot

Uit het Relief Fund stel ik voor de periode 2015–2017 indicatief een bedrag van € 10 miljoen beschikbaar voor innovatie. Het gaat echter niet om geld alleen. Ik ben van plan innovatie sterker dan voorheen op te nemen in gesprekken met VN-organisaties en hieraan aandacht te geven in relevante internationale fora. Het Global Partnership for Effective Development Cooperation (GPEDC), waarvan ik sinds april dit jaar co-voorzitter ben biedt de mogelijkheid om kennis uit te wisselen over hoe hulp effectiever kan. Het GPEDC brengt daarvoor alle stakeholders op gelijke voet bijeen en vervult een coördinerende functie.

Tijdens de World Humanitarian Summit in 2016 zal innovatie een belangrijk thema zijn. In aanloop naar deze conferentie vinden veel discussies over innovatie plaats. Zo organiseert het Humanitarian Innovation Project van de Universiteit van Oxford bijeenkomsten over humanitaire innovatie, waar deelnemers uit de wetenschap, het maatschappelijk middenveld, het bedrijfsleven, VN-organisaties en overheden samenkomen om ervaringen en inzichten te delen. Dergelijke discussies bieden kans om onze steun in nauw overleg en goede coördinatie met andere donoren te doen plaatsvinden, en om samenwerking met humanitaire organisaties en het bedrijfsleven te versterken.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen


X Noot
1

Zie brief d.d. 19 september 2014 betreffende de herziening van Nederlandse humanitaire hulp en de inzet van het Relief fund (Kamerstuk 32 605, nr. 150)

Naar boven