32 605 Beleid ten aanzien van ontwikkelingssamenwerking

Nr. 138 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 februari 2014

President Museveni van Uganda heeft op 24 februari de anti-homowet getekend. Het kabinet verbindt hieraan consequenties voor de ontwikkelingsrelatie met Uganda. In deze brief worden de voorgenomen maatregelen uiteen gezet.

Nederland zal zijn teleurstelling over het aannemen van de wet overbrengen aan de Ugandese overheid. Daartoe is de ambassadeur van Uganda ontboden op het Ministerie van Buitenlandse Zaken. De Nederlandse ambassadeur in Kampala heeft eerder al de zorgen van het kabinet gedeeld met de premier en andere vertegenwoordigers van de overheid. Hij zal opnieuw de Nederlandse positie kenbaar maken en onderstaande maatregelen aankondigen. Daarnaast blijft de ambassade in gesprek met de LHBT organisaties in Uganda over mogelijke vervolgstappen en hun veiligheid.

Ten aanzien van het Nederlandse hulpprogramma zal het kabinet de steun aan de Ugandese overheid opschorten. Het gaat om de justitiële sector. De Nederlandse programma’s op andere gebieden worden niet met de overheid uitgevoerd en blijven dan ook doorgaan. Dit betreft een gedelegeerd voedselzekerheidsprogramma, diverse mensenrechtenprojecten en inzet van centrale middelen op o.a. SRGR, maatschappelijke organisaties en hoger onderwijs (NICHE). Concreet zal het kabinet de volgende programma’s opschorten:

  • 1. Hulp aan organisaties die de wet openlijk steunen. Nederland zal een beroep doen op de mensenrechtenclausule binnen Democratic Governance Facility (DGF) om steun aan Inter-Religious Council (IRC) en Parliamentary Commission (PC) op te schorten. DGF is een multi-donor fonds waaraan Nederland jaarlijks 2 miljoen bijdraagt. In het algemeen zal Nederland er bij andere donoren op aandringen om samen het toezicht op partners te verscherpen op mensenrechten, waaronder gelijke rechten voor LHBT.

  • 2. Hulp aan de Ugandese overheid via het SWAp fonds voor de Justice, Law and Order Sector (JLOS). Dit is een investeringsfonds van Nederland en de Ugandese overheid waaraan beiden de helft bijdragen. Het wordt gebruikt voor opbouw van de infrastructuur en capaciteit in de sector. Er worden activiteiten uit gefinancierd zoals mensenrechtentraining voor politie; opzetten en verder uitrollen van de interne inspectiediensten van politie en rechterlijke macht; bureaus voor het afhandelen van klachten; scholing voor gevangenen, etc.

In EU verband zal het kabinet daarnaast inzetten op niet hervatten van EU begrotingssteun. Deze is eind 2012 opgeschort naar aanleiding van een corruptieschandaal bij de Office of the Prime Minister. Het gaat om een bedrag van 20 miljoen euro uit het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF 10). Uganda heeft hervormingen doorgevoerd en voldoet inmiddels aan de voorwaarden van de EU om de steun te hervatten. Voordat de Commissie overgaat tot betaling, moet de situatie in het land getoetst worden aan een aantal indicatoren waaronder mensenrechten. Nederland heeft er bij EDEO en de Commissie op aangedrongen dit te bespreken in de geëigende fora voordat een besluit wordt genomen. Tegelijkertijd zoekt Nederland steun bij gelijkgezinde landen. Denemarken heeft aangegeven hulp aan de overheid te stoppen. Andere landen hebben zich nog niet expliciet uitgesproken.

Ook zal Nederland steun geven aan de LHBT coalitie in Uganda om de wet te laten toetsen aan de grondwet. Zodra de wet in werking treedt stapt de coalitie naar de rechter. Nederland stelt hiervoor middelen beschikbaar en zal de rechtsgang volgen en steunen waar mogelijk. Het bestaande intensieve contact met de LHBT gemeenschap in Uganda en in Nederland zal worden voortgezet om in overleg met hen de juiste lijn te bepalen. Belangrijk is dat de maatregelen van Nederland en andere partners de belangen van LHBT in Uganda niet schaden en ook niet ten nadele van de gewone Ugandezen uitwerken.

Het kabinet zal zoveel mogelijk met EU lidstaten en andere partners optrekken om een krachtig en eensgezind signaal af te geven dat deze wet onacceptabel is en ingaat tegen internationale mensenrechtenverdragen.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen

Naar boven