32 605 Beleid ten aanzien van ontwikkelingssamenwerking

Nr. 131 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 november 2013

Hierbij stuur ik u een toelichting op de Nederlandse positie bij de Aziatische Ontwikkelingsbank (Asian Development Bank, hierna «AsDB»). Tijdens het Algemeen Overleg over de Najaarsvergadering van de Wereldbank op 3 oktober jl. heb ik u deze brief toegezegd (Kamerstuk 26 234, nr. 150). Hieronder volgt een korte toelichting op en een appreciatie van de AsDB. Daarna volgt een schets van de Nederlandse positie bij de bank. Tot slot wordt ingegaan op mensenrechten, de Safeguard Policies van de AsDB en het recente project in Oezbekistan.

1. Aziatische Ontwikkelingsbank

De AsDB is opgericht in 1966 door 31 landen, waaronder Nederland. Bij de oprichting kreeg de AsDB het mandaat om economische groei en regionale samenwerking in Azië te bevorderen. Sinds 1999 is de overkoepelende doelstelling van de bank armoedebestrijding.

De AsDB heeft 67 leden (landen), waarvan 48 regionale leden. Aan het hoofd van de Bank staat de door de Gouverneurs gekozen Japanse President, Takehiko Nakao. De totale projectenportefeuille van de AsDB in 2012 was 21,57 miljard USD. Hierin zit 8,27 miljard USD van co-financierende partners. De AsDB heeft vijf speerpunten: 1) private sectorontwikkeling en private sector operaties, 2) goed bestuur en capaciteitsopbouw, 3) gendergelijkheid, 4) kennisopbouw en 5) het vormen van sterke partnerschappen.

Een belangrijke uitdaging voor de Aziatische regio waarin de AsDB opereert is om de economische groei van de afgelopen jaren ten goede te laten komen aan de armste delen van de bevolking. De AsDB heeft zich voor de periode 2008–2020 ten doel gesteld om armoede te verminderen in de Aziatische regio. Dit heeft zij verwoord in de zogenaamde Strategy 2020, die bestaat uit drie componenten, 1) inclusieve groei, 2) ecologisch verantwoorde economische groei en 3) regionale integratie.

2. Nederlandse positie bij de AsDB

De leiding van de AsDB is in handen van de Raad van Gouverneurs, waarin ik, als Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, Nederland vertegenwoordig. Het dagelijks bestuur is gedelegeerd aan de Raad van Bewindvoerders. Nederland maakt deel uit van een kiesgroep met Canada, Denemarken, Finland, Ierland, Noorwegen en Zweden. De kiesgroep heeft gezamenlijk 8,46% van het totale stemrecht binnen de Bank. De bewindvoerder van deze kiesgroep is altijd een Canadees, omdat Canada veruit de grootste aandeelhouder is in deze kiesgroep.

Afgezien van nauwe samenwerking binnen deze kiesgroep wordt veel afgestemd met twee andere niet-regionale kiesgroepen die o.l.v. een Franse en Duitse bewindvoerder staan. Deze groep met de Europese leden van de AsDB plus Canada en Turkije hebben samen 22,6% van het totale stemrecht binnen de Bank.

Tabel 1. Overzicht AsDB, ADF in 2012 en Nederlandse positie1
 

Bank

Fonds

Goedgekeurde schenkingen

 

693 miljoen

Bijdrage schuldverlichting (HIPC)

 

77,9 miljoen

Goedgekeurde leningen2

10,1 Miljard

3,2 miljard

Totaalbedrag aandelenkapitaal

163,1 Miljard

 

Totaalbedrag fonds

 

37,5 miljard

Nederlands aandeel in kapitaal

1,67 miljard (1,12%)

 

waarvan paid-in kapitaal

83,7 miljoen

 

Nederlands aandeel in fonds

 

840 miljoen (2,24%)

Kiesgroep-aandeel

8,46 %3

11,2 %

Positie Nederland op ranglijst

19/67

9/32

X Noot
1

Bron: Financial Report 2012: http://www.adb.org/documents/adb-annual-report-2012

X Noot
2

Bedrag is inclusief aandelenparticipaties en garanties

X Noot
3

Betreft stemaandelen

3. Mensenrechten en Safeguard Policies

Met haar Safeguard Policy en het Accountability Mechanism besteedt de Bank niet alleen aandacht aan de financiële risico’s van transacties maar ook aan andere aspecten, waaronder mensenrechten. De AsDB heeft in 2009 een Safeguard Policy verklaring afgegeven. De Bank heeft zich daarmee verplicht om te sturen op bescherming van milieu en sociale aspecten in haar activiteiten. Het doel is om negatieve effecten van projecten op het milieu en betrokken mensen te voorkomen. Indien er toch onvermijdelijk nadelige gevolgen zijn, dan zal de Bank deze impact minimaliseren en mitigeren. Daarnaast moet de Bank haar klanten ondersteunen om hun eigen Safeguard systemen te ontwikkelen. Het Accountability Mechanism is ingesteld door de AsDB als klachtenprocedure voor mensen die door projecten benadeeld zouden worden.

Ondanks dat de AsDB geen politiek mandaat heeft, zijn veel van haar doeleinden gerelateerd aan mensenrechten. Mensenrechten en ontwikkeling gaan hand in hand in de visie van de Bank. Aan economische en sociale rechten kan moeilijk invulling worden gegeven bij gebrekkige ontwikkeling. Het feit dat armoede veel voorkomt in deze regio, betekent dat miljoenen mensen geen of beperkte toegang hebben tot fundamentele rechten, zoals het recht op een adequate manier van leven, het recht op gezondheid en het recht op onderwijs.

Over de naleving van de Safeguard Policy en het Accountability Mechanism is Nederland kritisch. Tijdens de jaarvergadering van de AsDB in mei 2013 heeft Nederland zowel mondeling als in zijn schriftelijke verklaring aangegeven dat naleving van de standaarden en waarborgen alle aandacht van het management van de Bank verdient. Er zijn gesprekken gevoerd met verschillende vertegenwoordigers van de bank, andere donoren van de bank, de ILO en lokale vakbondsvertegenwoordigers. Nederland heeft, los van onze kiesgroep, tijdens deze jaarvergadering er bij de AsDB op aangedrongen dat de Bank haar beleid actiever en duidelijker bekend stelt. Ook moeten klachtmechanismen bekend zijn en duidelijk -op bijvoorbeeld de website van de bank- te vinden zijn.

4. Project Oezbekistan

Op 25 september 2013 is in de Raad van Bewindvoerders van de Bank het voorstel voor een waterproject in Bukhara (Oezbekistan) besproken. Het project heeft ten doel om de overheid van Oezbekistan te helpen bij een meerjarenplan voor betere irrigatie, waterbeheer en veiliger drinkwater in een regio met 1,8 miljoen mensen. Ook de katoenindustrie zal van dit waterproject profiteren.

Er zijn ernstige klachten over kinderarbeid en gedwongen arbeid bij de oogst van katoen in Oezbekistan. De AsDB heeft in de voorbereiding niet goed gelet op de gevolgen van het project en de risico’s in de uitvoering van dit project voor arbeidsomstandigheden in de katoenproductie. Nederland is daarom van oordeel dat de interpretatie van de bestaande Safeguard Policy in dit geval niet volledig is geweest.

De Raad van Bewindvoerders heeft het project met een meerderheid van stemmen aangenomen. Alle regionale leden hebben voorgestemd, behalve Australië en Nieuw-Zeeland. Zij hebben zich onthouden van stemming. Alle landen uit de Canadese (waaronder Nederland) en de Franse kiesgroepen hebben zich ook onthouden van stemming. Namens deze twee kiesgroepen is een stemverklaring afgegeven waarin is aangedrongen op een betere risicobeoordeling van projecten door de Bank in het algemeen en op mitigerende maatregelen voor dit waterproject in Oezbekistan.

Direct na de beslissingen en aanbevelingen in de Boardvergadering is er op 2 en 3 oktober jl. een missie van de AsDB naar Oezbekistan gegaan. Naar aanleiding van dit bezoek heeft de regering van Oezbekistan verklaard dat zij zich bij AsDB projecten zal houden aan de zogenaamde «Core Labour Standards» (gebaseerd op de International Labour Conventions, die Oezbekistan heeft ondertekend). De International Labour Organisation (ILO) zal de toezichthoudende rol op zich nemen. Daarnaast zal er in nauw overleg met de AsDB op korte termijn een Technische Assistentie Studie worden verricht naar 1) arbeidsbesparende maatregelen (o.a. mechanisch oogsten i.p.v. handmatig oogsten), 2) strategieën voor voedselzekerheid en minder afhankelijkheid van de katoenteelt, en 3) capaciteitsopbouw en intensief beleidsoverleg op het gebied van landbouw en natuurlijke hulpbronnen.

Ik zal de verdere opvolging van deze toezeggingen en initiatieven nauwlettend volgen. Bij de jaarvergadering in mei 2014, zal Nederland de AsDB vragen naar de vorderingen op het gebied van mensenrechten en de Safeguard Policy, niet alleen bij het Oezbekistan-project, maar binnen de Bank als geheel.

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Voor meer informatie verwijs ik u graag naar de Scorecard van de AsDB waarvan ik uw Kamer afgelopen zomer de samenvatting heb toegezonden (Kamerstuk 32 605, nr. 127) en welke volledig is gepubliceerd op de website van de Rijksoverheid.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen

Naar boven