32 605 Beleid ten aanzien van ontwikkelingssamenwerking

Nr. 117 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 december 2012

In antwoord op het verzoek van de Vaste Commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking om informatie over de kanaalkeuze bij beschikbaarstelling van een extra bijdrage van € 10 miljoen aan UNHCR ten behoeve van Syrische vluchtelingen in Turkije, Libanon, Jordanië en Irak, kan ik u als volgt berichten.

Zoals omschreven in het Beleidskader «Hulp aan Mensen in Nood» (Kamerstuk 32 605, nr. 64) dat in maart 2012 is behandeld in de Tweede Kamer, is het uitgangspunt bij humanitaire hulp het streven om menselijk lijden van de meest kwetsbaren te verlichten volgens humanitaire principes van onpartijdigheid, neutraliteit en onafhankelijkheid. Vraaggestuurdheid van de hulp is daarbij essentieel. De regering streeft in internationaal verband naar maximale effectiviteit van de hulp door meer coördinatie. Dit betekent onder meer het geven van ongeoormerkte bijdragen waar mogelijk, opdat ter plaatse door de coördinerende organisatie kan worden bepaald waar het geld het meest nodig is en ter voorkoming van overlappingen en lacunes in de hulp.

UNHCR coördineert de humanitaire hulp voor Syrische vluchtelingen in de omringende landen en geeft leiding aan een programma van USD 245 miljoen dat met name door NGO’s en lokale partners wordt uitgevoerd. 45% van het UNHCR-programma is nog niet gefinancierd, terwijl de winter nadert met extra benodigdheden voor de meest kwetsbaren. Winterization heeft momenteel dan ook de hoogste prioriteit voor UNHCR en de Nederlandse fondsen zullen grotendeels worden aangewend voor de aanschaf van dekens, (kook)kachels, pakketten met hygiënische- en wintergoederen en vouchers voor de meest kwetsbare Syrische vluchtelingen in de omringende landen. Om UNHCR in staat te stellen nog voor de winter invalt zoveel mogelijk vluchtelingen van deze noodzakelijke goederen te voorzien, heeft de regering besloten een extra ongeoormerkte bijdrage van € 10 miljoen ter beschikking te stellen.

Om voor hulp in aanmerking te kunnen komen dienen vluchtelingen bij UNHCR te zijn geregistreerd, dan wel in afwachting te zijn van registratie. Registratie is een standaard procedure en staat open voor alle groepen, ongeacht geloof of afkomst. Registratie is nodig omdat het UNHCR in staat stelt te bepalen of iemand inderdaad een vluchteling is en welke vluchtelingen het meest bescherming en hulp behoeven. In de Syrië crisis komt daar nog bij dat in de buurlanden grote aantallen reeds eerder gevestigde Syriërs (studenten, arbeidsmigranten) verblijven, die niet noodzakelijkerwijs kwalificeren als vluchteling.

Door de grote toestroom in de laatste maanden kunnen op dit moment niet alle Syrische vluchtelingen in de buurlanden onmiddellijk worden geregistreerd. Om dit probleem op te vangen heeft UNHCR de registratiecapaciteit onlangs verhoogd. Zo is in Tripoli een faciliteit opgezet waar thans 20 000 vluchtelingen per maand kunnen worden geregistreerd. Groepen vluchtelingen die nog in afwachting zijn van registratie ontvangen al wel hulp van de VN. Het is bekend dat sommige vluchtelingen zich niet willen registreren uit angst dat beschikbaar gestelde gegevens kunnen worden misbruikt. Het is vaak erg moeilijk om te beoordelen of deze angst reëel is of niet. De regering heeft vertrouwen in de wijze waarop de VN in dezen opereert en kiest er bewust voor om uit oogpunt van effectiviteit in dit geval alleen gebruik te maken van het VN kanaal. Wel zal de problematiek van de niet-geregistreerde vluchtelingen worden opgenomen met de VN-organisatie voor vluchtelingen, UNHCR.

Voor een meer algemeen overzicht van de ontwikkelingen met betrekking tot de crisis in Syrië, inclusief de humanitaire situatie in Syrië en de Syrische vluchtelingen in de buurlanden, verwijs ik u naar de brief over dit onderwerp, die ik u tesamen met mijn collega van Buitenlandse Zaken heb doen toekomen.

De minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen

Naar boven