32 605 Beleid ten aanzien van ontwikkelingssamenwerking

Nr. 113 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 oktober 2012

Zoals genoemd in de Notitie «Hulp aan Mensen in Nood»1 die uw Kamer eind 2011 toeging, is inzet op het bevorderen van zelfredzaamheid en veerkracht (resilience) één van de focuspunten van het Nederlandse humanitaire beleid. Rampenrisicovermindering (Disaster Risk Reduction; DRR), bestaande uit preventie van rampen, mitigatie van rampen, en rampenparaatheid is hiervan een belangrijk onderdeel.

Tijdens het Algemeen Overleg over genoemde notitie op 28 maart 2012 (Kamerstuk 32 605, nr. 88) verzocht uw Kamer om vóór de begrotingsbehandeling nader te worden geïnformeerd over (de Nederlandse inzet bij) de DRR Faciliteit van de Wereldbank en het SHARE-programma van de EU voor voedselzekerheid in de Hoorn van Afrika. Hierbij geef ik u graag de gevraagde informatie. Gezien de actuele voedselcrisis in de Sahel informeer ik u tevens over het EU-AGIR initiatief voor de Sahel-regio.

Inzet van de EU op DRR / resilience – algemeen

De EU intensiveert haar DRR beleid. Begin 2009 bracht de Europese Commissie de Mededeling «EU Strategy for Supporting Disaster Risk Reduction in Developing Countries» uit. De Europese Raad verzocht daarop om een implementatieplan. Met behulp van een EU stuurgroep en in consultatie met NGO’s, VN, Wereldbank en de «Rode Kruis familie» werd in februari 2011 een implementatieplan ontwikkeld met prioriteiten voor de periode 2011–2014. Nederland droeg via de stuurgroep bij aan dit proces. De Europese Commissie bracht op 3 oktober jl. een mededeling uit over «The EU approach to resilience: learning from food security crises». Hierover zal de komende maanden in EU-verband worden gediscussieerd.

Inzet van de EU op DRR / resilience in de Hoorn van Afrika (EU-SHARE)

In maart 2012 presenteerde de EU een nieuw initiatief: Supporting Horn of Africa in Enhancing Resilience (SHARE). SHARE richt zich op het vergroten van weerbaarheid en veerkracht van de bevolking in de Hoorn van Afrika. Met dit initiatief wil de EU de vicieuze cirkel van humanitaire crises doorbreken. SHARE is onderdeel van het EU Horn of Africa Strategic Framework, dat naast de bestrijding van piraterij en terrorisme is gericht op het aanpakken van de onderliggende oorzaken van structurele voedselonzekerheid en versterking van de weerbaarheid van kwetsbare groepen. Op regionaal niveau zal de EU aansluiting zoeken bij programma’s van de Afrikaanse Unie en de Intergouvernemental Agency on Development (IGAD).

EU-SHARE richt zich onder meer op verbetering van de veeteelt, het beheer van natuurlijke hulpbronnen en het scheppen van betere voorwaarden voor de lokale en regionale handel in landbouw- en veeteeltproducten. In de eerste fase (2012–2013) stelt de EU 250 miljoen euro beschikbaar voor wederopbouw in de meest getroffen landen Djibouti, Ethiopië, Kenia en Somalië. Op de langere termijn (2014–2020) is de intentie om in alle landen van de IGAD, derhalve ook Sudan en Uganda, te werken aan verbetering van veerkracht. In de strategische planning voor de periode 2014–2020 moet nog worden bepaald hoeveel geld hiervoor beschikbaar wordt gesteld.

De inzet van de EU op DRR / resilience in de Sahel (EU-AGIR)

Op 18 juni 2012 werd onder leiding van de EU-Commissarissen Piebalgs en Georgieva een High Level Meeting gehouden over de voedselcrisis in de Sahel. Tijdens deze bijeenkomst nodigde de Europese Commissie de internationale gemeenschap uit om deel te nemen aan een nieuw partnerschapinitiatief, de Alliance Globale pour l’Initiatif Résilience (AGIR) – Sahel. AGIR bouwt voort op bestaande activiteiten in de Sahel waaronder ook humanitaire hulp. Ook stimuleert het nieuwe programma’s en samenwerkingsverbanden die bijdragen aan het vergroten van de weerbaarheid van de mensen in de Sahel. Tijdens een High Level Meeting in december in Ouagadougou, Burkina Faso zal een stappenplan voor de implementatie vanaf 2013 worden vastgesteld.

Nederlandse inzet in het kader van EU-SHARE

Nederland heeft het EU-SHARE initiatief vanaf het begin gesteund en is van mening dat EU-SHARE een belangrijke bijdrage kan leveren aan een betere samenhang tussen humanitaire en ontwikkelingsinitiatieven in de Hoorn van Afrika. In raadswerkgroepen heeft Nederland opgeroepen de activiteiten van EU-SHARE zo veel mogelijk aan te laten sluiten bij bestaande initiatieven en lokale partners omdat Nederland een coherente en evenwichtige aanpak ter stabilisering en ontwikkeling van de Hoorn van Afrika belangrijk vindt. In 2011 besteedde Nederland 25 miljoen euro aan humanitaire hulp aan slachtoffers van de voedselcrisis in de Hoorn van Afrika. In 2012 is dat tot nu toe ruim 7 miljoen euro. Verder werd, onder meer in Ethiopië, aan meer structurele oplossingen gewerkt via een financiële bijdrage aan het Multidonor Productive Safety Net Programme, dat aansluit bij het EU-SHARE initiatief.

Nederlandse inzet in het kader van EU-AGIR

Ook het belang van dit initiatief wordt door Nederland onderschreven. Een verslag van de EU High Level Meeting ging u toe per brief d.d. 29 juni2. Hierin werd aangegeven dat Nederland met name zal inzetten op regionale initiatieven voor beter waterbeheer, landbouwketenontwikkeling en herstel van de bodemvruchtbaarheid. Nederland neemt deel aan de expertgroep die de implementatie van het initiatief zal uitwerken. Nederland zal hierbij vooral aandacht vragen voor nauwe samenwerking met regionale organisaties in Afrika, versterking van het functioneren van regionale voedselmarkten en duurzame productie.

Voedselcrises en ondervoeding keren steeds weer terug. Om dit chronische probleem aan te pakken ben ik van mening dat het van essentieel belang is dat korte termijn interventies zoals noodhulp en lange termijn interventies goed op elkaar aansluiten en elkaar versterken. De lange termijn interventies moeten zijn gericht op het investeren in structurele voedselzekerheid (bijvoorbeeld verbetering van voedselproductiesystemen, infrastructuur en markten, sociale vangnetten en verzekeringssystemen voor de meest kwetsbare groepen).

Nederland heeft de afgelopen periode geïnvesteerd in programma’s die bijdragen aan verhoogde landbouwproductie en verbeterd waterbeheer (irrigatie) met als doel de voedselzekerheid te verbeteren. Daarnaast analyseert Nederland verdere mogelijkheden om in het verlengde van de humanitaire hulpinspanningen en in het kader van AGIR de weerbaarheid van de bevolking van de Sahel te vergroten, o.a. door verbeterde marktwerking, verduurzaming van landbouwproductiesystemen (bijvoorbeeld herbebossing), efficiënter watergebruik en productieve vangnetten voor de meest kwetsbare groepen. Nederland stelde in 2012 ruim 14 miljoen euro ter beschikking voor humanitaire hulp bij de voedselcrisis in de Sahel.

Nederlands regionaal programma voor de Hoorn van Afrika en de Sahel

In samenwerking met het World Agroforestry Centre (ICRAF), CARE en het UN International Fund for Agricultural Development (IFAD) ondersteunt Nederland een regionaal vijfjarig (2012 t/m 2016) programma voor herstel van productieve ecosystemen en verbeterd waterbeheer in de Hoorn van Afrika en in de Sahel (20 miljoen euro in beide regio’s). Dit programma maakt deel uit van bovengenoemde EU initiatieven. In het programma staan voedselproductie en waterbeheer voorop (meer eten voor mensen, more crop per drop). Er zal gewerkt worden aan verhoging van de landbouwproductie in semi-aride gebieden, waar potentieel aanwezig is om de landbouwproductie te verhogen, maar die lijden onder degradatie van land en water door toenemende druk op land en gebrek aan investeringen. Het programma zal voortbouwen op een bestaande en bewezen aanpak (samenwerking met lokale gemeenschappen).

VN en Wereldbank

Op mondiaal niveau draagt Nederland bij aan de twee grootste multilaterale organisaties op het gebied van DRR; de International Strategy for Disaster Risk Reduction van de VN (UNISDR) en de Global Facility for Disaster Reduction and Recovery van de Wereld Bank (GFDRR).

UNISDR

UNISDR speelt een centrale rol bij de internationale coördinatie, pleitbezorging en informatievoorziening op het gebied van DRR en bewaakt de uitvoering van het Hyogo Framework for Action 2005–2015 (HFA). Binnen het HFA hebben 168 landen afgesproken DRR te integreren in duurzame ontwikkeling, lokale instituties gericht op crisisbeheersing op te bouwen en te versterken, en DRR een integraal onderdeel uit te laten maken van de respons op rampen en van wederopbouw. UNISDR coördineert ook de discussie over «post HFA», het nieuwe internationale afsprakenkader dat moet worden opgesteld als het HFA in 2015 afloopt. Nederland vindt het belangrijk dat deze discussie wordt geïntegreerd met die over de toekomst van de OS (o.a. «post-MDG’s»).

Global Facility for Disaster Reduction and Recovery

De Global Facility for Disaster Reduction and Recovery (GFDRR) van de Wereld Bank helpt bij de coördinatie van internationale inspanningen om kwetsbaarheid voor rampen te verlagen in de meest vatbare landen ter wereld. Nederland is sinds november 2011 een jaar lang co-voorzitter van de Consultative Group (CG) van de GFDRR. Prioritair binnen dit co-voorzitterschap zijn 1) ondersteuning van GFDRR’s rol om DRR inzet te mainstreamen in ontwikkelingsbeleid; 2) verder ontwikkelen en versterken van samenwerking tussen GFDRR en maatschappelijk middenveld; 3) bevorderen van consensus binnen de CG over de richting en prioriteiten van GFDRR voor de periode 2013–2015. Naast deze beleidsinhoudelijke prioriteiten heeft Nederland bijzondere aandacht voor de kwaliteit van rapportage over GFDRR’s activiteiten. Verder zijn water-gerelateerde rampen een dwarsdoorsnijdend thema tijdens het co-voorzitterschap van Nederland.

De CG komt tweemaal per jaar bij elkaar. De eerste bijeenkomst onder Nederlands co-voorzitterschap was in april 2012 in Washington. Tijdens die bijeenkomst is een ambitieus werkplan aangenomen ter versterking van de relaties tussen GFDRR en het maatschappelijk middenveld. Daarnaast was er veel aandacht voor concrete resultaten van GFDRR in het veld met actieve feedback van ontvangende landen. De tweede bijeenkomst, in november 2012 in Den Haag, heeft als doel het aannemen van GFDRR’s strategie voor 2013–2015. Aangezien Nederland behalve als co-voorzitter ook als gastland optreedt, zal er ruimte zijn om ook de Nederlandse expertise op gebied van watermanagement voor het voetlicht te brengen. Tijdens de CG in november neemt Groot Brittannië de rol van co-voorzitter van Nederland over. Nederland zal vervolgens, als uitgaand voorzitter, in samenwerking met inkomend voorzitter Groot Brittannië nog een jaar betrokken blijven bij het voorzitterschap van de Consultative Group.

Tot slot

Nederland hecht veel waarde aan samenwerking en afstemming tussen de verschillende spelers en initiatieven op DRR terrein. UNISDR heeft als taak synergie te creëren tussen DRR activiteiten en heeft doorlopend contact met bijvoorbeeld GFDRR en de Europese Commissie, onder meer over EU-SHARE en EU-AGIR. De Wereldbank en de Europese Commissie zijn, net als Nederland, ook belangrijke donoren van UNISDR en GFDRR en hebben op die manier ook op strategisch niveau invloed op die organisaties en hun activiteiten.

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, H. P. M. Knapen


X Noot
1

Kamerstuk nr 32605–64 d.d. 23 december 2011

X Noot
2

Kamerstuk 32 605, nr. 104

Naar boven