1. Inleiding
Met belangstelling heb ik kennisgenomen van het voorlopig verslag. Hierin zijn enkele vragen gesteld waarop ik met deze memorie
van antwoord nadere informatie zal verstrekken.
De leden van de VVD-fractie vragen hoe de betrouwbaarheid en veiligheid van het elektronisch verstrekken van gegevens is gegarandeerd.
In § 6. van de Memorie van Toelichting is daaromtrent vermeld dat landbouwers al enige jaren op betrouwbare en veilige wijze
toegang hebben tot hun eigen internetpagina, genaamd «Mijn Dossier», dat hen wordt aangeboden door Dienst Regelingen. Het
beveiligingsniveau van «Mijn Dossier» wordt dagelijks door mij beoordeeld en waar nodig in lijn gebracht met nieuwe ICT-verbeteringen
ter bescherming tegen virussen, gegevensdiefstal etc. Daarnaast kent «Mijn Dossier» aanvullende beveiligingsmethoden. De inzage
in «Mijn Dossier» is beveiligd door middel van een aan de landbouwer toegekende gebruiksnaam en wachtwoord, of door middel
van een wachtwoord dat wordt toegekend door middel van het DigiD van de landbouwer. Het wijzigen van gegevens in «Mijn Dossier»
is alleen mogelijk door middel van een door de landbouwer zelf gezette elektronische handtekening. Op grond van deze beveiligingen
acht ik de betrouwbaarheid en veiligheid van het elektronisch aanleveren van gegevens geborgd.
Op de vraag van de leden van de VVD-fractie over de wijze van openstelling van de elektronische weg, is het antwoord dat landbouwers
door middel van de jaarlijks vast te stellen «Regeling landbouwtelling en gecombineerde opgave» worden opgeroepen om gegevens
over hun landbouwonderneming te verstrekken. In deze regeling wordt jaarlijks een voorziening getroffen voor landbouwers die
deze gegevens niet willen of kunnen verstrekken langs elektronische weg, maar gebruik wensen te maken van papieren formulieren.
Tot slot vragen de leden van de VVD-fractie naar de sancties als landbouwers gegevens niet elektronisch aanleveren, zonder
de in het wetsvoorstel voorziene ontheffing daarvoor te hebben verkregen. In dat onverhoopte geval voldoen de verstrekte gegevens
niet aan de voorschriften voor het indienen daarvan. Het niet voldoen aan deze in artikel 25, vierde lid, van de landbouwwet
toe te voegen bepaling is als een economisch delict aangemerkte overtreding (artikel 1, onder 2°, van de Wet op de economische
delicten). Het niet correct vermelden van op grond van de Meststoffenwet relevante gegevens is ook een overtreding (artikel
34, eerste lid, en artikel 51 van de Meststoffenwet). Daarnaast kan in het betreffende jaar niet worden geconstateerd dat
de aanvrager in het betreffende jaar een ontvankelijke aanvraag heeft gedaan voor de toekenning van steun op grond van het
Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, waardoor deze steun wordt misgelopen.
De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
H. Bleker