32 581 Wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers, de Wet vergoedingen leden Eerste Kamer en enkele andere wetten in verband met aanpassingen in het nabestaandenpensioen, een vergoeding voor deelname van leden van de Eerste Kamer aan internationale parlementaire assemblees en enkele technische wijzigingen (Wet aanpassing Appa en enkele andere wetten 2011)

Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT1

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State d.d. 12 november 2010 en het nader rapport d.d. 15 december 2010, aangeboden aan de Koningin door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State is cursief afgedrukt.

Bij Kabinetsmissive van 13 oktober 2010, no.10.002889, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers, de Wet vergoedingen leden Eerste Kamer en enkele andere wetten in verband met aanpassingen in het nabestaandenpensioen, een vergoeding voor deelname van leden van de Eerste Kamer aan internationale parlementaire assemblees en enkele technische wijzigingen, met memorie van toelichting.

Het wetsvoorstel voorziet onder andere in een dekking voor nabestaandenpensioen voor gewezen deelnemers aan de Appa-pensioenregeling door middel van een uitruil van een deel van het ouderdomspensioen en een vergoeding voor leden van de Eerste Kamer die zitting hebben in een internationale parlementaire assemblee.

De Afdeling advisering van de Raad van State onderschrijft de strekking van het wetsvoorstel, maar maakt daarbij de volgende opmerking met betrekking tot het overgangsrecht.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 13 oktober 2010, nr. 10.002889, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers, de Wet vergoedingen leden Eerste Kamer en enkele andere wetten in verband met aanpassingen in het nabestaandenpensioen, een vergoeding voor deelname van leden van de Eerste Kamer aan internationale parlementaire assemblees en enkele technische wijzigingen (Wet aanpassing Appa en enkele andere wetten 2011) rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 12 november 2010, nr. W04.10.0488/I, bied ik U hierbij aan.

In de motie van het lid van de Tweede Kamer mw. De Pater-Van der Meer c.s.2 is de regering verzocht voorstellen te doen voor een regeling voor het nabestaandenpensioen op opbouwbasis met terugwerkende kracht vanaf 2002.

Het wetsvoorstel voorziet in de mogelijkheid om, in aansluiting op de pensioenregeling van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP), een deel van de vanaf 1 augustus 2003 opgebouwde pensioenaanspraken om te zetten in een aanspraak op nabestaandenpensioen. De procedure die daarvoor is voorzien, houdt in dat betrokkene binnen vier maanden voor afloop van zijn uitkering over de mogelijkheid tot omzetting als bedoeld in het voorgestelde artikelen 13b, 58b en 138b, telkens eerste lid, wordt geïnformeerd en hij vervolgens binnen zes weken schriftelijk zijn keuze dient kenbaar te maken. Het voorstel voorziet niet in procedureregels ten aanzien van betrokkenen die in de periode vanaf 1 augustus 2003 pensioenaanspraken hebben opgebouwd maar wier uitkering vóór de inwerkingtreding van het voorstel reeds is geëindigd. Daarmee zou zijn aangesloten bij de afspraak om de regelingen van het ABP en de Appa inhoudelijk af te stemmen.3 In die zin lijkt niet geheel te zijn voldaan aan de eerder genoemde motie. Uit de toelichting blijkt evenwel niet of de mogelijkheid is overwogen om voor de genoemde gevallen éénmalig de mogelijkheid te bieden alsnog tot omzetting over te gaan.

De Afdeling adviseert in de toelichting op het vorenstaande in te gaan en zo nodig het voorstel aan te passen.

Naar aanleiding van de opmerking van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontbreken van een voorziening voor de omzetting van eigen pensioen in nabestaandenpensioen voor gewezen politieke ambtsdragers van wie de uitkeringsduur reeds is geëindigd bij inwerkingtreding van onderhavig wetsvoorstel is overgangsrecht opgenomen. In dit overgangsrecht is bepaald dat gewezen politieke ambtsdragers bij wie de duur van de Appa-uitkering in de periode van 1 januari 2008 tot inwerkingtreding van onderhavig wetsvoorstel eindigt, alsnog om de uitruil van eigen pensioen in nabestaandenpensioen kunnen verzoeken. Daarnaast heeft het bestuursorgaan dat de uitkering verstrekt de plicht de gewezen ambtsdrager te informeren over deze mogelijkheid. Ten behoeve van een goede redactie van het hiervoor beschreven overgangsrecht is het wetsvoorstel van een citeertitel voorzien.

De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.

De vice-president van de Raad van State,

H. D. Tjeenk Willink

Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner


XNoot
1

De oorspronkelijke tekst van het voorstel van wet en van de memorie van toelichting zoals voorgelegd aan de Afdeling advisering van de Raad van State is ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
2

Kamerstukken II 2009/10, 30 424, nr. 22 (de motie is aangenomen: Handelingen II 2009/10, blz. 1126).

XNoot
3

Kamerstukken I 2002/03, 28 227, nr. 136b.

Naar boven