Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2010-2011 | 32579 nr. A |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2010-2011 | 32579 nr. A |
Vastgesteld 15 december 2010
De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu/Wonen, Wijken en Integratie1 heeft in de vergadering van 14 september 2010 gesproken over de Mededeling met analyse van de opties voor een broeikasgasemissiereductie van meer dan 20% en beoordeling van het risico van koolstoflekkage2 die de Europese Commissie op 26 mei heeft gepubliceerd.3
Zij heeft naar aanleiding van deze mededeling bij brief van 28 september 2010 een aantal vragen gesteld aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.
De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu heeft op 10 december 2010 gereageerd.
De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.
De griffier van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
Kim van Dooren
BRIEF AAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER
Den Haag, 28 september 2010
De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu/Wonen, Wijken en Integratie heeft in de vergadering van 14 september jl. gesproken over de Mededeling met analyse van de opties voor een broeikasgasemissiereductie van meer dan 20% en beoordeling van het risico van koolstoflekkage die de Europese Commissie op 26 mei heeft gepubliceerd.4 De leden van de commissie hebben naar aanleiding van deze mededeling een aantal vragen aan de regering.
De leden van de commissie zouden graag een nadere toelichting ontvangen omtrent de verdere gang van zaken aangaande deze mededeling. Blijkens de Council conclusionson climate change van 11 juni 2010 komt de Raad opnieuw te spreken over dit onderwerp in oktober en kan er een gedetailleerdere analyse van beleidsopties en kosten/batenanalyse van de Europese Commissie tegemoet worden gezien. De Commissie zal daarbij meer inzicht verschaffen in de effecten voor afzonderlijke lidstaten. De leden vragen zich af op welke termijn deze nadere analyse verwacht kan worden. Wordt er al op basis van aanvullende informatie gesproken tijdens de Milieuraad van oktober? De leden vragen zich voorts af of in die aanvullende analyse wordt bezien in hoeverre de concurrentiepositie van het bedrijfsleven beïnvloed zou kunnen worden door unilaterale stappen van de Europese Unie.
Uit uw verslag van de Milieuraad bleek dat er op hoofdlijnen consensus bestond dat het niet opportuun is voor de EU om zich in dit stadium van onderhandelen unilateraal te committeren aan een aanscherping van de EU doelstelling van 20% naar 30% reductie van CO2-emissies in 2020 (relatief ten opzichte van 1990). Anderzijds verdient het streven naar een verdere beperking van de broeikasgasemmissie naar 30% ook dat er beter zicht komt op de kansen die zich voordoen bij een hoger ambitieniveau.
Veehouderij
De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren hebben waardering voor het streven de emissie van broeikasgassen in Europees verband terug te dringen, maar betreurt het dat één van de grootste veroorzakers van de emissie van broeikasgassen, de veehouderij, vrijwel geheel onbenoemd blijft terwijl er aanzienlijke resultaten geboekt zouden kunnen worden via een transitie naar het gebruik van meer plantaardige eiwitten en een andere voedselkeuze. De leden van de fractie van GroenLinks sluiten zich hierbij aan.
Met een aandeel in de uitstoot van broeikasgassen van 18% wereldwijd voor de veehouderij, heeft de FAO vastgesteld dat de veehouderij meer broeikasgassen uitstoot dan alle verkeer en vervoer samen. Het zou in de rede liggen in de terugdringing van de uitstoot van broeikasgassen één van de belangrijkste emissiefactoren niet onbenoemd te laten en de sector met nadruk te betrekken bij maatregelen om de emissie terug te dringen.
Daarbij zou ook het met Europese steun bevorderen van de consumptie van dierlijke eiwitten zoals zuivel en kip ter discussie moeten worden gesteld. Het is ongeloofwaardig emissie van broeikasgassen met Europese gelden te bevorderen, terwijl het meer voor de hand zou liggen die gelden in te zetten voor een transitie naar productie en gebruik van meer plantaardige eiwitten wegens de meer efficiënte productiewijze en de mogelijkheden van regionale teelt van bijvoorbeeld lupinen die tevens zou kunnen bijdragen aan groenbemesting van arme gronden en het bevorderen van een regionale voedselproductie.
Onderzoek
Het wetenschappelijk bureau van de Partij voor de Dieren, de Nicolaas.G.Pierson Foundation, heeft samen met het instituut voor Milieuvraagstukken van de Vrije Universiteit Amsterdam onderzoek verricht naar de besparingsmogelijkheden op het gebied van broeikasgasemissie bij een beperking van de vleesconsumptie. Soortgelijke besparingen zouden te realiseren zijn bij beperking van de zuivelconsumptie. In de bijlage is een samenvatting van de onderzoeksresultaten5 aangevuld met een opinieartikel5 van een van de onderzoekers te vinden.
De leden van de fracties van de Partij voor de Dieren en GroenLinks vernemen graag welke mogelijkheden gezien worden in Europees verband te werken aan een eiwittransitie die gericht is op de terugdringing van broeikasgassen.
Voorzitter van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu/Wonen, Wijken en Integratie,
M. C. Meindertsma
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU
Den Haag, 10 december 2010
Bij brief van 28 september 2010 (kenmerk 147155V) heeft de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening, Milieu/Wonen, Wijken en Integratie mij verzocht enkele vragen te beantwoorden.
De leden van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu/Wonen, Wijken en Integratie ontvangen graag een nadere toelichting omtrent de verdere gang van zaken aangaande de mededeling van de Europese Commissie van 26 mei jl.. Deze mededeling betreft een analyse van de opties voor een broeikasgasemissiereductie van meer dan 20% en een beoordeling van het risico van koolstoflekkage.
De Europese Commissie heeft sinds juni jl. geen aanvullende informatie over dit onderwerp uitgebracht. Uitgangspunt van de EU blijft een unilaterale reductiedoelstelling van 20% in 2020 ten opzichte van 1990 en bereidheid die doelstelling in de context van de mondiale klimaatonderhandelingen op te hogen tot 30%, mits andere ontwikkelde landen zich committeren aan vergelijkbare reducties en ontwikkelingslanden adequate mitigatie-acties ondernemen. In de Milieuraad van 14 oktober jl. is de Commissie uitgenodigd opties voor het bereiken van een emissiereductie van meer dan 20% uit te werken en de implicaties ervan op niveau van lidstaten nader te analyseren. Ook heeft de Raad aangegeven dat de routekaart gericht op een koolstofarme economie in 2050, die de Commissie begin 2011 zal uitbrengen, bij zou moeten dragen aan de analyse van beleidsopties tot 2020. Deze routekaart zal vervolgens besproken worden in de Milieuraad en de Voorjaarsraad 2011.
De leden van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu/Wonen, Wijken en Integratie vernemen graag welke mogelijkheden gezien worden om in Europees verband te werken aan een eiwittransitie die gericht is op het terugdringen van broeikasgassen.
Ik onderken dat er een relatie bestaat tussen de uitstoot van broeikasgassen en onze voedselproductie. Mijn collega van EL&I heeft begin november jongstleden hierover een grote conferentie georganiseerd. Bij die conferentie over landbouw, voedselzekerheid en klimaatverandering («It’s Down to Earth») is een Roadmap uitgebracht met een groot aantal acties. Het met andere landen gezamenlijk werken aan een verduurzaming van de veehouderij is een van de genoemde acties.
Het Planbureau voor de Leefomgeving werkt aan een rapport dat begin 2011 uitkomt en dat de problematiek in een internationale en Europese context analyseert. Dit rapport vormt ook een goede basis om op Europees niveau de milieueffecten, waaronder de uitstoot van broeikasgassen, van de eiwitproductie aan de orde te stellen. Het Europees Parlement is momenteel ook bezig met de eiwitvoorziening in Europa.
De ministeries van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en Infrastructuur en Milieu werken in het programma Duurzame Voedselsystemen aan een transitie naar een duurzame productie en consumptie van eiwitten. Het gaat daarbij niet alleen om de uitstoot van broeikasgassen, maar ook om de andere negatieve milieueffecten, zoals bijvoorbeeld op ecosystemen en de biodiversiteit. Daarbij is ook de voedselzekerheid in de toekomst in het geding.
Aan een duurzame productie wordt door de Nederlandse landbouwsector samen met de rijksoverheid hard gewerkt in het convenant Schone en zuinige agrosectoren.
In het kader van dit programma is er ruimschoots aandacht voor de internationale en in het bijzonder Europese dimensie van de discussie. Aanknopingspunten zijn naast het Europese klimaatbeleid: het Sustainable Consumption and Production and Sustainable Industrial Policy Action Plan, bilaterale samenwerking met enkele lidstaten, mogelijk een toekomstige herziening van het GLB en het Flagship Resource Efficiency. Dit laatste onderwerp is een van de speerpunten van de Europese Strategie 2020.
Wat betreft de promotie van landbouwproducten ben ik van mening dat bij de toekomstige beoordeling van EU – meegefinancierde promotieprogramma’s voor zuivel en vlees nadrukkelijk duurzaamheid zal moeten worden meegenomen.
De Commissie zal aan het eind van dit jaar een verslag indienen bij de Raad over de werking van Verordening 3/2008 (voorlichting en afzetbevordering).
In dat kader kunnen we inbrengen dat we maatregelen opgenomen willen zien die zich specifiek richten op meer duurzaam geproduceerde eiwitten.
De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
J. J. Atsma
Samenstelling:
Van den Berg (SGP), vac. (VVD), Swenker (VVD), Meindertsma (PvdA) voorzitter, Eigeman (PvdA), Putters (PvdA), Meulenbelt (SP), Slagter-Roukema (SP), Leijnse (PvdA), Staal (D66), Thissen (GL), Goijert (CDA), Hendrikx (CDA), Janse de Jonge (CDA), Leunissen (CDA), De Vries-Leggedoor (CDA) (vice-voorzitter), Willems (CDA), Asscher (VVD), Hofstra (VVD), Huijbregts-Schiedon (VVD), Meurs (PvdA), Slager (SP), Smaling (SP), De Boer (CU), Kuiper (CU), Lagerwerf-Vergunst (CU), Böhler (GL), Laurier (GL), Koffeman (PvdD) en Yildirim (Fractie-Yildirim)
Bij dit verslag is het voorstel Analyse van de opties voor een broeikasgasemissiereductie van meer dan 20% en beoordeling van het risico van koolstoflekkage COM(2010)265 ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke Ondersteuning.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32579-A.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.