Den Haag, 8 december 2010
Het Presidium legt hierbij aan u een voorstel voor een andere vorm van het vragenuur voor. Het voorstel is gebaseerd op een
advies van de commissie voor de Werkwijze. De commissie voor de Werkwijze heeft dit advies aan het Presidium uitgebracht vanwege
een toezegging van de Voorzitter bij de behandeling van de Raming van de Tweede Kamer voor 2011 (kamerstuk 32 370, nr. 8, blz. 40).
Het Presidium heeft hierbij overwogen dat al enige jaren in de Kamer regelmatig is gediscussieerd over de opzet en de vorm
van het vragenuur, tot nu toe echter zonder resultaat. Het Presidium heeft voorts overwogen dat in de Kamer de behoefte aan
actuele informatie op allerlei terreinen sterk is toegenomen en dat dit zich ook heeft vertaald in een toename van het aantal
verzoeken voor het mondeling vragenuur.
Het Presidium stelt u voor om bij wijze van experiment en uitsluitend voor de duur van dit experiment in afwijking van de
regels dienaangaande in het Reglement van Orde
1, het volgende te bepalen:
1. aan degene die mondelinge vragen mag stellen wordt meer gelegenheid gegeven om na de beantwoording van zijn eerste vragen
aanvullende vragen te stellen; het Presidium denkt hierbij aan 2 minuten voor de eerste vervolgvraag en ½ of 1 minuut voor
de tweede en de derde vervolgvraag.
2. De spreektijden van de bewindslieden voor de beantwoording worden ingekort; het Presidium denkt hierbij aan 3 minuten voor
de eerste vraag en 1 minuut voor iedere vervolgvraag.
3. Na dit blokje worden geen aanvullende vragen van andere leden toegestaan.
Het Presidium verwacht dat op deze wijze per vragensteller ongeveer 10 minuten gemoeid zullen zijn. Dat wil zeggen dat in
een vragenuur 6 en wellicht 7 vragen aan de orde zouden kunnen komen. De verzoeken voor het vragenuur zullen ook conform de
bekende criteria (actualiteit, urgentie, gewicht, procedurele belemmeringen) beoordeeld worden. Wat betreft de volgorde van
de vragenstellers wordt zoals gebruikelijk rekening gehouden met het tijdstip van ontvangst van de verzoeken bij de Griffie
en met de agenda van de bewindspersonen
2.
Het Presidium stelt voor om dit experiment te houden in de periode tussen het aanstaande Kerstreces en het krokusreces in
2011. Daarna zal het Presidium het experiment evalueren en indien nodig met voorstellen komen tot wijziging van het Reglement
van Orde.
Het Presidium stelt u voor om in te stemmen met dit experiment.
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
G. A. Verbeet
De Griffier van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
J. E. Biesheuvel-Vermeijden