32 565 XI Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) voor het jaar 2010 en van de begrotingsstaat van het Waddenfonds voor het jaar 2010 (Wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

INHOUDSOPGAVE

 

Pag.

  

1. Leeswijzer

3

2. Het beleid

4

2.1. Overzicht belangrijkste suppletoire mutaties 2010 (Najaarsnota)

4

Artikelsgewijze toelichting

6

Wetsartikel 1 (uitgaven/verplichtingen en ontvangsten)

6

2.2. De beleidsartikelen

6

Artikel 1. Optimalisering van de ruimtelijke afweging

6

Artikel 2. Realisatie Nationaal Ruimtelijk Beleid

6

Artikel 3. Klimaat en Luchtkwaliteit

9

Artikel 4. Duurzaam produceren

12

Artikel 6. Risicobeleid

14

Artikel 7. Versterken van het internationale milieubeleid

16

Artikel 9. Handhaving en toezicht

19

Artikel 10. Leefomgevingskwaliteit

19

Artikel 91. Algemeen (Niet beleidsartikel)

22

Artikel 92 Nominaal en onvoorzien (Niet beleidsartikel)

26

Wetsartikel 2 (uitgaven/verplichtingen en ontvangsten)

26

Waddenfonds

26

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten, die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2010 wijzigingen aan te brengen in de begrotingsstaat van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de begrotingsstaat van het Waddenfonds.

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

Wetsartikel 4

Het kabinet heeft bij zijn aantreden op 14 oktober 2010 besloten om het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer op te heffen en samen te voegen met het Ministerie van Verkeer en Waterstaat tot het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Ook is besloten tot een herverdeling van bepaalde beleidsaangelegenheden over andere ministeries (zie het Koninklijk besluit van 14 oktober 2010 in de Staatscourant van 18 oktober 2010, nr. 16 525).

De organisatorische uitwerking van deze besluiten vindt thans plaats en zal naar verwachting in 2011 kunnen worden afgerond. Om administratieve redenen is besloten om de begrotingen 2010 niet aan de nieuwe, inganggezette reorganisaties aan te passen. Evenwel, door de opheffing van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer kan er bij een juiste toepassing van artikel 1, eerste lid, onder a, van de Comptabiliteitswet 2001 geen sprake meer zijn van een begroting van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. Artikel 1, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2001 regelt welke begrotingen tot de Rijksbegroting behoren.

Om een en ander formeel juist te laten verlopen, is er voor gekozen voor 2010 en voor 2011 te regelen, dat er als onderdeel van de Rijksbegroting een aparte begroting van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer zal zijn. Daarmee wordt afgeweken van artikel 1 van de Comptabiliteitswet 2001. Dit wordt voor 2010 in het eerste lid van het onderhavige wetsartikel geregeld.

In het tweede lid wordt, in lijn met de afspraken in het Regeerakkoord en met het hiervoor genoemde koninklijk besluit, geregeld welke minister(s) voor het jaar 2010 vanaf 14 oktober 2010 het beheer over deze begroting voeren.

In het derde lid wordt voor het jaar 2010 geregeld dat er een jaarverslag met betrekking tot Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer moet worden opgemaakt en welke ministers daarvoor verantwoordelijk zijn.

De Comptabiliteitswet 2001 zal hiervoor zo spoedig mogelijk structureel worden aangepast.

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1. Leeswijzer

De 2e suppletoire begroting 2010 geeft een geactualiseerd beeld van de begroting 2010. De 2e suppletoire begroting 2010, gekoppeld aan de Najaarsnota van de Minister van Financiën, is het laatste moment waarop de financiële kaders van de in uitvoering zijnde begroting kunnen worden gemuteerd. Van mutaties wordt geen meerjarige doorwerking opgenomen, omdat de 2e suppletoire begroting 2010 uitsluitend betrekking heeft op het lopende begrotingsjaar 2010. In de toelichting op mutaties wordt waar relevant de meerjarige doorwerking geschetst. Over de definitieve meerjarige doorwerking wordt bij 1e suppletoire begroting 2011 besloten.

De opbouw van de 2e suppletoire begroting 2010 is als volgt:

  • Een begrotingsstaat, waarin de mutaties voor uitgaven, verplichtingen en ontvangsten zijn opgenomen;

  • Een Memorie van Toelichting die de volgende onderdelen bevat:

  • Een overzichtstabel waarin de majeure beleidsmutaties worden gepresenteerd;

  • Per beleidsartikel een tabel Budgettaire gevolgen van beleid. In deze tabel worden alle mutaties opgenomen. De belangrijke beleidsmatige mutaties worden toegelicht. Alleen technische mutaties van grote omvang worden ook toegelicht;

  • De stand van de 2e suppletoire begroting 2010 wordt opgebouwd door middel van mutaties op de stand van de 1e suppletoire begroting 2010. Hierbij wordt aangetekend dat er 2e suppletoire mutaties zijn die al in de VROM Ontwerpbegroting 2011 vermeld zijn; dit worden de zogenaamde «Miljoenennotamutaties».

  • Als toelichting is een mutatietabel opgenomen waarin mutaties worden gepresenteerd die op het desbetreffende instrument hebben plaatsgevonden. Indien van toepassing zijn ook Miljoenennotamutaties opgenomen. De toelichtingen van de Miljoenennotamutaties staan veelal ook in de verdiepingsbijlage van de Ontwerpbegroting 2011;

  • Daarnaast worden soms ook nog de uitgaven aan incidentele subsidies vermeld om een wettelijke grondslag te creëren. Deze uitgaven komen niet direct terug in begrotingsmutaties omdat het hier uitgaven in de realisatiesfeer betreft.

Voor het goede begrip wordt de aanduiding «beleidsmatige mutatie» nader toegelicht. Een beleidsmatige mutatie is het gevolg van gevoerd beleid en is dus te beïnvloeden (bijvoorbeeld een bezuiniging, beleidswijzigingen met financiële gevolgen, afwijkingen uit hoofde van behoorlijk bestuur). Niet-beleidsmatige mutaties zijn meer technisch van aard en worden alleen bij grote omvang toegelicht.

Overzicht verantwoordelijkheidsverdeling ministers

Art. nr.

Omschrijving

Beleidsverantwoordelijke ministers

Opmerking

 

Beleidsartikelen

  

01

Optimalisering van de ruimtelijke afweging

Minister van I&M

 

02

Realisatie Nationaal Ruimtelijk Beleid

Minister van I&M

 

03

Klimaat en luchtkwaliteit

Minister van I&M en de minister van EL&I

 

04

Duurzaam produceren

Minister van I&M

 

06

Risicobeleid

Minister van I&M en de minister van EL&I

 

07

Versterken van het internationale milieubeleid

Minister van I&M

 

09

Handhaving en toezicht

Minister van I&M

 

10

Leefomgevingskwaliteit

Minister van I&M

 
  

 

 
 

Niet-beleidsartikelen

 

 

91

Algemeen

Minister van I&M

 
 

Apparaat begroting WWI

Minister van I&M en de minister van BZK

 
 

Gemeenschappelijke voorzieningen

Minister van I&M en de minister van BZK

 

92

Nominaal en onvoorzien

Minister van I&M en de minister van BZK

 

2. Het beleid

2.1. Overzicht belangrijkste suppletoire mutaties 2010 (Najaarsnota)

Belangrijkste uitgavenmutaties na 1e suppletoire begroting 2010

x € 1 000
 

Uitgaven

art.nr

Stand Ontwerpbegroting 2010

1 409 117

 
   

Stand na 1e suppletoire begroting 2010

1 612 090

 

Belangrijkste mutaties 2e suppletoire begroting 2010

  

1.

Naar BZK ten behoeve van GF in het kader van Motie Van Heugten

– 15 000

2

2.

Bodemopgave provincie Noord-Brabant

9 200

10

3.

Saldo FES aanpassingen

– 441 959

divers

4.

Naar BZK tbv provinciefonds inzake bodemsanering

– 7 739

10

5.

Naar BZK tbv gemeentefonds inzake bodemsanering

– 6 640

10

    
 

Overige mutaties

31 457

 

Stand na 2e suppletoire begroting 2010

1 181 409

 

Toelichting:

Ad 1.

Het gemeentefonds wordt incidenteel met € 15 miljoen verhoogd ten gunste van de gemeenten Veendam en Soesterberg. Conform de Motie Van Heugten (Kamerstuknummer 31 700 XI, nummer 16 herdruk) wordt een rijksbijdrage van € 15 miljoen geïnvesteerd in Ontwikkeling stationsgebied en Poort van Veendam (€ 5 miljoen) en Gebiedsontwikkeling Vliegbasis Soesterberg/Masterplan Dorp Soesterberg (€ 10 miljoen) met als randvoorwaarden dat medeoverheden voor tenminste een gelijkwaardig bedrag mee-investeren en dat het project binnen drie jaar tot uitvoering komt.

Ad 2.

In de provincie Noord-Brabant is de opgave van bodemsanering door o.a. het project Cadmium in de Kempen omvangrijk. Het tempo van de uitvoering leidt ertoe dat de provincie in 2010 ca. € 24 mln aan bodemsanering gaat besteden, die deels uit de reguliere budgetmiddelen kunnen worden betaald, maar deels ook niet. VROM heeft een verzoek van de provincie voor extra middelen op een eerder moment niet kunnen honoreren, omdat deze toen o.a. vanwege bezuinigingen niet beschikbaar waren. Derhalve heeft Noord-Brabant de uitvoering van de sanering getemporiseerd en de reeds in uitvoering genomen maatregelen voorgefinancierd. De provincie kan met deze aanvulling de noodzakelijke fasering van de aanpak weer grotendeels terugbrengen op de oorspronkelijke planning.

Ad 3.

Algemene toelichting FES-budgetten:

Het kasritme van de FES-budgetten wordt aangepast naar aanleiding van de in het Regeerakkoord opgenomen maatregel dat de belegde ruimte wordt overgeheveld naar het Infrafonds respectievelijk de departementale begrotingen. De verwerkte mutaties betreffen het saldo van de op- en afboekingen.

Ad 4 en Ad 5.

Het «Convenant bodemontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties» wordt in de periode 2010 tot en met 2014 in uitvoer gebracht door een uitvoeringsprogramma. Met ingang van 1 januari 2010 wordt een deel van het bodemsaneringsbudget uitgekeerd aan gemeenten en provincies via de decentralisatie-uitkering Bodemsanering in het gemeentefonds en provinciefonds.

Belangrijkste ontvangstenmutaties na 1e suppletoire begroting 2010

x € 1 000
 

Ontvangsten

art.nr

Stand Ontwerpbegroting 2010

412 464

 
   

Stand na 1e suppletoire begroting 2010

684 020

 

Belangrijkste mutaties 2e suppletoire begroting 2010

  

1.

Afdracht inflatieresultaat 2009 Rgd

9 933

91

2.

Afdracht niet relevante ontvangst conversielening Rgd

157 324

91

3.

Saldo FES aanpassingen

– 441 959

divers

    
 

Overige mutaties

– 2 263

 

Stand na 2e suppletoire begroting 2010

407 055

 

Toelichting:

Ad 1.

Het inflatieresultaat van de Rgd wordt via VROM/WWI afgedragen aan het Ministerie van Financiën.

Ad 2.

De afdracht betreft het saldo van het afkopen van objecten die al in 2009 in uitvoering zijn genomen. De mutatie heeft een relatie met de systeemwijziging. Op de WWI begroting zijn al meerjarige reeksen voor uitgaven aan huisvestingsprojecten afgeboekt en nieuwe reeksen voor de gebruikersvergoeding worden nu opgeboekt (WWI, art 6).

Ad 3.

In samenhang met de aanpassing van de betreffende FES-budgetten bij de uitgaven worden ook de ontvangsten overeenkomstig verlaagd.

Artikelsgewijze toelichting

Wetsartikel 1 (uitgaven/verplichtingen en ontvangsten)

2.2. De beleidsartikelen

Artikel 1. Optimalisering van de ruimtelijke afweging

(x € 1 000)
 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

 

Stand ontwerp-begroting 2010

Stand 1e suppletoire begroting 2010

Mutaties 2e suppletoire begroting 2010

Stand 2e suppletoire begroting 2010

Verplichtingen:

7 126

5 418

– 444

4 974

Uitgaven:

7 183

7 047

– 444

6 603

Programma:

7 183

7 047

– 444

6 603

Ruimtelijk instrumentarium ontwikkelen en beheren

7 183

7 047

– 444

6 603

Ontvangsten:

0

1 572

0

1 572

Verplichtingen en uitgaven

Instrument: Ruimtelijke instrumentarium ontwikkelen en beheren

Op dit instrument zijn de volgende mutaties verwerkt

x € 1 000
 

Verplichtingen

Uitgaven

Mutaties 2e suppletoire begroting

  

1. Naar BZK ivm compensatie Raad van State

– 2 100

– 2 100

2. Compensatie uit meerjarenplan Bodem

2 000

2 000

3. Overige mutaties

– 344

– 344

Totaal

– 444

– 444

Toelichting:

Ad 1.

De mutatie betreft een overboeking naar BZK in verband met compensatie voor een verhoging van de werklast bij de Raad van State als gevolg van de invoering van de WRO.

Ad 2.

Vanuit het budget op instrument Realiseren duurzaam gebruik bodem wordt specifieke compensatie geboden voor extra uitgaven ten behoeve van de Nota Ruimte.

Artikel 2. Realisatie Nationaal Ruimtelijk Beleid

(x € 1 000)
 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

 

Stand ontwerp-begroting 2010

Stand 1e suppletoire begroting 2010

Mutaties 2e suppletoire begroting 2010

Stand 2e suppletoire begroting 2010

Verplichtingen: 

81 367

78 404

– 5 431

72 973

Uitgaven: 

293 240

442 982

– 357 294

85 688

Programma:

293 240

442 982

– 357 294

85 688

 

Behouden en ontwikkelen van de ruimtelijke kwaliteit: Stedelijke gebieden van nationaal belang verder ontwikkelen:

14 794

19 768

– 4 606

15 162

  

FES Mooi Nederland

8 908

12 372

– 806

11 566

  

Bufferzones

5 871

3 581

0

3 581

  

Overige instrumenten behouden en ontwikkelen van de ruimtelijke kwaliteit

15

3 815

– 3 800

15

     
 

Integrale ruimtelijke projecten van nationale betekenis:

275 535

419 936

– 352 823

67 113

  

Projecten gebiedsontwikkeling (FES)

204 547

387 609

– 333 090

54 519

  

Overige instrumenten gebiedsontwikkeling

37 110

27 830

– 19 733

8 097

  

Het Waddenfonds

33 878

4 497

0

4 497

     
 

Stimuleren architectonische kwaliteit voor het interdepartementale architectuurbeleid:

2 911

3 278

135

3 413

Ontvangsten: 

213 513

407 306

– 337 696

69 610

Verplichtingen en uitgaven

Algemene toelichting FES-budgetten:

Het kasritme van de FES-budgetten wordt aangepast naar aanleiding van de in het Regeerakkoord opgenomen maatregel dat de belegde ruimte wordt overgeheveld naar het Infrafonds respectievelijk de departementale begrotingen. De verwerkte mutaties betreffen het saldo van de op- en afboekingen.

Instrument: FES mooi Nederland

Op dit instrument zijn de volgende mutaties verwerkt

x € 1 000,–
 

Verplichtingen

Uitgaven

Mutaties 2e suppletoire begroting

  

1. FES Mooi Nederland Nota Ruimte

– 4 702

– 4 606

2. Correctie afboeken FES budget

3 800

3 800

Totaal

– 902

– 806

Instrument: Overige instrumenten behouden en ontwikkelen van ruimtelijke kwaliteit

Op dit instrument zijn de volgende mutaties verwerkt

x € 1 000,– 
 

Verplichtingen

Uitgaven

Mutaties 2e suppletoire begroting

  

1. Correctie afboeken FES budget

– 3 800

– 3 800

Totaal

– 3 800

– 3 800

Instrument: Projecten gebiedsontwikkeling (FES)

Op dit instrument zijn de volgende mutaties verwerkt

x € 1 000,–
 

Verplichtingen

Uitgaven

Mutaties 2e suppletoire begroting

  

1. FES NSP

0

– 172 535

2. FES BIRK projecten

– 21 940

– 64 026

3. FES Nota Ruimte

39 600

– 96 529

4. Opboeken FES programmakosten

1 200

 

5. Overige mutaties

– 184

 

Totaal

18 676

– 333 090

Instrument: Overige instrumenten gebiedsontwikkeling

Op dit instrument zijn de volgende mutaties verwerkt

x € 1 000,–
 

Verplichtingen

Uitgaven

Mutaties 2e suppletoire begroting

  

1. Naar BZK ten behoeve van GF in het kader van de Motie Van Heugten

– 15 000

– 15 000

2. Bijdrage voor Bestaand Rotterdams gebied

– 2 500

– 2 500

3. Overige mutaties

– 2 224

– 2 233

Totaal

– 19 724

– 19 733

Ad 1.

Het gemeentefonds wordt incidenteel met € 15 miljoen verhoogd ten gunste van de gemeenten Veendam en Soesterberg. Conform de Motie Van Heugten (Kamerstuknummer 31 700 XI, nummer 16 herdruk) wordt een rijksbijdrage van € 15 miljoen geïnvesteerd in Ontwikkeling stationsgebied en Poort van Veendam (€ 5 miljoen) en Gebiedsontwikkeling Vliegbasis Soesterberg/Masterplan Dorp Soesterberg (€ 10 miljoen) met als randvoorwaarden dat medeoverheden voor tenminste een gelijkwaardig bedrag mee-investeren en dat het project binnen drie jaar tot uitvoering komt.

Ad 2.

Naar instrument Verzameluitkering: DGR bijdrage 2010 voor Bestaand Rotterdams Gebied.

Ontvangsten

Op dit instrument zijn de volgende mutaties verwerkt

x € 1 000,– 
 

Ontvangsten

Mutaties 2e suppletoire begroting

 

1. FES Mooi Nederland

– 4 606

2. FES BIRK projecten

– 64 026

3. FES NSP

– 172 535

4. FES Nota Ruimte

– 96 529

Totaal 

– 337 696

Toelichting:

In samenhang met de aanpassing van de betreffende FES-budgetten bij de uitgaven worden ook de ontvangsten overeenkomstig verlaagd.

Artikel 3. Klimaat en Luchtkwaliteit

(x € 1 000)
 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

 

Stand ontwerp-begroting 2010

Stand 1e suppletoire begroting 2010

Mutaties 2e suppletoire begroting 2010

Stand 2e suppletoire begroting 2010

Verplichtingen: 

129 253

226 003

– 81 780

144 223

Uitgaven: 

191 274

225 534

– 73 716

151 818

Programma:

191 274

225 534

– 73 716

151 818

 

Tegengaan klimaatverandering

21 065

25 598

– 5 718

19 880

     
 

Verbeteren luchtkwaliteit

105 258

102 750

– 50 803

51 947

     
 

Stimuleren van duurzame mobiliteit

39 977

86 790

– 16 193

70 597

     
 

Bevorderen duurzame industrie

24 974

10 396

– 1 002

9 394

Ontvangsten: 

124 843

162 283

– 72 449

89 834

Verplichtingen en uitgaven

Algemene toelichting FES-budgetten:

Het kasritme van de FES-budgetten wordt aangepast naar aanleiding van de in het Regeerakkoord opgenomen maatregel dat de belegde ruimte wordt overgeheveld naar het Infrafonds respectievelijk de departementale begrotingen. De verwerkte mutaties betreffen het saldo van de op- en afboekingen.

Instrument: Tegengaan klimaatverandering

Op dit instrument zijn de volgende mutaties verwerkt

x € 1 000,–
 

Verplichtingen

Uitgaven

Mutaties 2e suppletoire begroting

  

1. Compensatie voor instrument Bevorderen Duurzame Mobiliteit

– 500

– 1 000

2. Afboeken FES (CO2)

– 59 500

– 8 482

3. Afboeken FES (KSI)

0

– 2 159

4. Opboeken FES (klimaat Neutrale Steden)

7 000

7 000

5. Overige mutaties

– 1 076

– 1 077

Totaal

– 54 076

– 5 718

Instrument: Verbeteren luchtkwaliteit

Op dit instrument zijn de volgende mutaties verwerkt

x € 1 000,–
 

Verplichtingen

Uitgaven

Mutaties 2e suppletoire begroting

  

1. Resultaat uitvoering FES NSL 2009

49 197

13 959

2. Specifieke compensatie van instrument Stimuleren duurzame mobiliteit

0

1 450

3. FES luchtkwaliteit NSL

– 96 784

– 96 784

4. Herschikking ivm Uitvoering met Ambitie

4 000

4 000

5. Juiste artikel belasting (van Stimuleren duurzame mobiliteit)

23 386

26 990

6. Overige mutaties

– 1 018

– 418

Totaal

– 21 219

– 50 803

Toelichting:

Ad 1.

Deze middelen van het National Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) zijn in 2009 niet besteed en doorgeschoven naar het jaar 2010.

Ad 2.

Specifieke compensatie vanuit het instrument Stimuleren van duurzame mobiliteit.

Ad 4.

Herschikking middelen voor «Uitvoering met Ambitie» in verband met versnelling NSL onderzoek.

Het programma «Uitvoering met Ambitie» (voorheen Progress) is ongeveer een half jaar vertraagd. De afronding zal niet op 31 december 2011 zijn, maar wordt doorgeschoven naar 1 juli 2012. De oorzaak van de verschuiving ligt bij een motie van de Eerste Kamer die er toe heeft geleid dat een aantal zaken bij gemeenten weer ter discussie is gesteld. Van het beschikbare budget wordt € 4 mln. doorgeschoven naar 2012.

Ad 5.

Het betreft hier een juiste artikelbelasting tussen de budgetten van instrumenten NSL en Verkeersmaatregelen. Bij het opboeken van de FEZ mutaties voor luchtkwaliteit is de toedeling naar de verschillende instrumenten niet correct uitgevoerd. Bij deze mutatie wordt dat gecorrigeerd.

Instrument: Stimuleren van duurzame mobiliteit

Op dit instrument zijn de volgende mutaties verwerkt

x € 1 000,–
 

Verplichtingen

Uitgaven

Mutaties 2e suppletoire begroting

  

1. Doorschuif verkeersmaatregelen uit 2009 (FES)

33 345

33 345

2. Bijdrage internationale geldstromen

0

– 1 000

3. Duurzaam produceren

0

– 3 100

4. Bijdrage duurzaam gebruik hulpbronnen

0

– 1 600

5. FES luchtkwaliteit verkeersmaatregelen

– 61 799

– 61 799

6. Opboeken restant verschil met FES (97)

47 440

47 440

7. Juiste artikelbelasting (naar Verbeteren luchtkwaliteit)

– 23 386

– 26 990

8. Naar instrument Verbeteren Luchtkwaliteit ivm vermoedelijk beloop

0

– 1 450

9. Overige mutaties

856

– 1 039

Totaal

– 3 544

– 16 193

Toelichting:

Ad 2.

Specifieke compensatie voor instrument Internationaal VROM en WWI beleid ten behoeve van NY400, PUM en Urban Matters.

Ad 3.

Specifieke compensatie voor artikel Duurzaam Produceren ten behoeve van innovatie en uitvoeringskosten.

Ad 4.

Specifieke compensatie voor instrument Duurzaam gebruik van ecosystemen en natuurlijke hulpbronnen ten behoeve van project biodiversiteit.

Ad 7.

Het betreft hier een juiste artikelbelasting tussen de budgetten van instrumenten NSL en Verkeersmaatregelen. Bij het opboeken van de FEZ mutaties voor luchtkwaliteit is de toedeling naar de verschillende instrumenten niet correct uitgevoerd. Bij deze mutatie wordt dat gecorrigeerd.

Ad 8.

Specifieke compensatie voor instrument Verbeteren luchtkwaliteit.

Instrument: Bevorderen duurzame industrie

Op dit instrument zijn de volgende mutaties verwerkt

x € 1 000,–
 

Verplichtingen

Uitgaven

Mutaties 2e suppletoire begroting

  

1. Structurele financiering emissieregistratie

2 357

2 357

2. Compensatie eindejaarsmarge Duurzaam Inkopen

500

1 000

3. Bijdrage aan Duurzame Bedrijfsvoering

0

500

4. Afboeken FES (ProMT)

– 4 973

– 4 973

5. TNO Steekproefprogramma

– 1 500

0

6. Overige mutaties

675

114

Totaal

– 2 941

– 1 002

Ad 1.

VROM heeft in overleg met de medeopdrachtgevers V&W en LNV in 2008 besloten om de Emissieregistratie per 1-1-2010 te verplaatsen van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) naar het RIVM. Reden hiervoor is dat de Emissieregistratie beter past bij het profiel en de wijze van aansturing van het RIVM.

Algemene toelichting FES:

Het kasritme van het FES wordt aangepast naar aanleiding van de in het Regeerakkoord opgenomen maatregel dat de belegde ruimte wordt overgeheveld naar het Infrafonds respectievelijk de departementale begrotingen. Het betreft zowel op- als afboekingen.

Ontvangsten

Op dit instrument zijn de volgende mutaties verwerkt

x € 1 000,– 
 

Ontvangsten

Mutaties 2e suppletoire begroting

 

1. FES CO2

– 8 482

2. FES KSI

– 2 159

3. FES Luchtkwaliteit (NSL)

– 96 784

4. FES Luchtkwaliteit Verkeersmaatregelen

– 61 799

5. FES ProMT

– 4 973

6. FES doorschuif Verkeersmaatregelen uit 2009

33 345

7. FES schuif uit 2009 uitvoering NSL

13 959

8. FES Klimaat Neutrale Steden

7 000

9. FES restantverschil

47 444

Totaal 

– 72 449

Toelichting:

In samenhang met de aanpassing van de betreffende FES-budgetten bij de uitgaven worden ook de ontvangsten overeenkomstig verlaagd.

Op dit artikel zijn de volgende incidentele subsidies verstrekt (vermelding in deze suppletoire begroting voor de wettelijke grondslag)

Aan de Stichting Landelijk Overleg Autovrije Zondag (LOAZ) te Amsterdam is een subsidie verstrekt van (maximaal) € 173 665,00 als bijdrage in de kosten van de organisatie van de Europese Mobiliteitsweek 2010, welke gehouden is van 12 tot en met 22 september 2010.

Vanuit het Programma Schoon en Zuinig is een subsidie verstrekt aan EDN ter grootte van € 91 928,–

Artikel 4. Duurzaam produceren

(x € 1 000)
 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

 

Stand ontwerp-begroting 2010

Stand 1e suppletoire begroting 2010

Mutaties 2e suppletoire begroting 2010

Stand 2e suppletoire begroting 2010

Verplichtingen: 

29 889

25 240

– 261

24 979

Uitgaven:

149 515

138 235

6 224

144 459

Programma:

149 515

138 235

6 224

144 459

  

Reductie van milieubelasting door (ketengericht) afval- en producentenbeheer

128 047

120 409

3 133

123 542

     
  

Verbeteren van milieukwaliteit van bodem en water

6 491

5 268

953

6 221

     
  

Duurzaam gebruik van ecosystemen en natuurlijke hulpbronnen

14 977

12 558

2 138

14 696

Ontvangsten:

2 661

4 917

– 4 217

700

Verplichtingen en uitgaven

Algemene toelichting FES-budgetten:

Het kasritme van de FES-budgetten wordt aangepast naar aanleiding van de in het Regeerakkoord opgenomen maatregel dat de belegde ruimte wordt overgeheveld naar het Infrafonds respectievelijk de departementale begrotingen. De verwerkte mutaties betreffen het saldo van de op- en afboekingen.

Instrument: Reductie van milieubelasting door (ketengericht) afval- en producentenbeheer

Op dit instrument zijn de volgende mutaties verwerkt

x € 1 000,–
 

Verplichtingen

Uitgaven

Mutaties 2e suppletoire begroting

  

1. Specifieke compensatie van instrument Bevorderen van duurzame mobiliteit

0

3 100

2. Overige mutaties

33

33

Totaal 

33

3 133

Ad 1.

Specifieke compensatie van instrument Stimuleren van duurzame mobiliteit ten behoeve van innovatie en uitvoeringskosten.

Instrument: Duurzaamgebruik van ecosystemen en natuurlijke hulpbronnen

Op dit instrument zijn de volgende mutaties verwerkt

x € 1 000,– 
 

Verplichtingen

Uitgaven

Mutaties 2e suppletoire begroting

  

1. Specifieke compensatie van instrument Stimuleren duurzame mobiliteit (art. 3)

0

1 600

2. Overdracht verantwoordelijkheden van artikel Leefomgevingskwaliteit

3 163

3 163

3. FES Luchtwassers

– 4 217

– 4 217

4. Schuif uit 2009 ivm realisatie FES Luchtwassers

0

2 256

5. SMOM-regeling

500

0

6. Duurzame gewasbescherming

0

– 121

7. Overige mutaties

– 543

– 543

Totaal

– 1 097

2 138

Toelichting:

Ad 1.

Specifieke compensatie van instrument Stimuleren duurzame mobiliteit voor de bijdrage aan onderzoek van duurzaam gebruik natuurlijke hulpbronnen voor project Biodiversiteit.

Ad 2.

Het investeringsbudget landelijke gebied (ILG) valt onder verantwoordelijkheid van de portefeuille Milieu en niet langer onder de verantwoordelijkheid van ruimte. De middelen zijn overgeheveld.

Ontvangsten

Op dit instrument zijn de volgende mutaties verwerkt

x € 1 000,– 
 

Ontvangsten

Mutaties 2e suppletoire begroting

 

1. FES Luchtwassers

– 4 217

Totaal 

– 4 217

Toelichting:

In samenhang met de aanpassing van de betreffende FES-budgetten bij de uitgaven worden ook de ontvangsten overeenkomstig verlaagd.

Op dit artikel zijn de volgende incidentele subsidies verstrekt (vermelding in deze suppletoire begroting voor de wettelijke grondslag)

Vanuit het Programma Duurzaam Inkopen is in 2010 een subsidie verstrekt aan GWW (onderhoud betalingsmethode) ter grootte van € 87 000,–.

Aan de Stichting Planet Earth wordt t.l.v. dit begrotingsartikel, op basis van het Besluit Milieusubsidies, een (aanvullende) subsidie verleend van € 179 000,–.

Aan Deltares wordt t.l.v. dit begrotingsartikel, op basis van het Besluit Milieusubsidies, ten behoeve van de organisatie van de Internationale conferentie over bodem en watersystemen «ConSoil 2010» een subsidie verleend van € 35 000,–.

Aan de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB) wordt, t.l.v. dit begrotingsartikel, voor 2010 op basis van het Besluit Milieusubsidies, een subsidie verleend van € 1 085 000,–.

Aan Cosmicus te Rotterdam is een bijdrage verstrekt van € 35 000,– voor de organisatie van de Milieu Olympiade 2010 voor scholieren.

Aan Syntens te Nieuwegein is een bijdrage verstrekt van € 240 000,– voor het project stimulering duurzame innovatie milieu, energie en economie in de sector ondernemers MKB bouw&logistiek.

Artikel 6. Risicobeleid

(x € 1 000)
 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

 

Stand ontwerp-begroting 2010

Stand 1e suppletoire begroting 2010

Mutaties 2e suppletoire begroting 2010

Stand 2e suppletoire begroting 2010

Verplichtingen:

18 065

48 413

– 350

48 063

Uitgaven:

42 883

73 099

– 380

72 719

Programma:

42 883

73 099

– 380

72 719

 

Veilig gebruik van chemische stoffen

3 741

1 690

923

2 613

     
 

Bescherming tegen straling

6 055

3 395

4 276

7 671

     
 

Verantwoorde toepassing van ggo's

4 418

2 993

– 88

2 905

     
 

Beheersing van risico's externe veiligheid

28 669

65 021

– 5 491

59 530

Ontvangsten: 

2 283

2 465

0

2 465

Verplichtingen en uitgaven

Instrument: Bescherming tegen straling

Op dit instrument zijn de volgende mutaties verwerkt

x € 1 000,–
 

Verplichtingen

Uitgaven

Mutaties 2e suppletoire begroting

  

1. Correctie stralingsbudget

4 400

4 400

2. Overige mutaties

-124

-124

Totaal

4 276

4 276

Toelichting:

Ad 1.

Juiste artikelbelasting. Heeft betrekking op extra inzet ten behoeve van stralingkernenergie. Derhalve overboeking naar het juiste instrument waar de stralingsbudgetten staan.

Instrument: Beheersing van risico's externe veiligheid

Op dit instrument zijn de volgende mutaties verwerkt

x € 1 000,–
 

Verplichtingen

Uitgaven

Mutaties 2e suppletoire begroting

  

1. Correctie stralingsbudget

– 4 400

– 4 400

2. Overige mutaties

– 1 103

– 1 091

Totaal

– 5 503

– 5 491

Toelichting:

Ad 1.

Juiste artikelbelasting. Heeft betrekking op extra inzet ten behoeve van stralingkernenergie. Derhalve overboeking naar het juiste instrument waar de stralingsbudgetten staan.

Op dit artikel zijn de volgende incidentele subsidies verstrekt (vermelding in deze suppletoire begroting voor de wettelijke grondslag)

Veilig gebruik van chemische stoffen

Subsidie is verstrekt aan de Stichting Platform Gegaste Containers voor het duurzaam bijdragen aan het terugdringen van gevaarlijke gassen in containers en de daarmee gepaard gaande risico’s.Voor activiteiten uitgevoerd in 2010 wordt € 200 000,– toegezegd.

Aan de GGD Amsterdam is een subsidie toegezegd betreffende onderzoek naar luchtkwaliteit en gezondheid in scholen. Voor de uitvoering van dit programma bedraagt de subsidie € 137 000,– in 2010.

Beheersing van risico's die samenhangen met Externe Veiligheid

Voor de jaarwisseling 2010/2011, krijgt stichting Consument en veiligheid voor de uitvoering van het Nationaal Voorlichtingsprogramma Vuurwerk een subsidie van maximaal € 175 000,–. Dit bedrag is toegezegd op basis van het «Besluit Milieusubsidies», gepubliceerd in het staatsblad 1998, nummer 720

Voor het beheer van Register Risicosituaties Gevaarlijke Stoffen(RRGS) in 2010 is een subsidie verstrekt aan het Inter Provinciaal Overleg (IPO) van € 280 334,–. Dit bedrag is toegezegd op basis van het «Besluit Milieusubsidies», gepubliceerd in het staatsblad 1998, nummer 720

Artikel 7. Versterken van het internationale milieubeleid

(x € 1 000)
 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

 

Stand ontwerp-begroting 2010

Stand 1e suppletoire begroting 2010

Mutaties 2e suppletoire begroting 2010

Stand 2e suppletoire begroting 2010

Verplichtingen: 

13 603

17 337

– 837

16 500

Uitgaven: 

74 762

80 751

903

81 654

Programma:

74 762

80 751

903

81 654

 

Clean development Mechanism

66 398

72 189

0

72 189

   

 

 

 

Internationaal VROM (en WWI) beleid:

5 023

4 821

1 383

6 204

  

Internationaal VROM (en WWI) beleid (HGIS):

3 846

3 039

485

3 524

  

Internationaal VROM (en WWI) beleid (niet-HGIS):

1 177

1 782

898

2 680

   

 

 

 

Beperken klimaatverandering door post-Kyoto afspraken

1 430

1 830

– 480

1 350

   

 

 

 

Interreg

1 911

1 911

0

1 911

Ontvangsten:

4 938

0

0

0

Verplichtingen en uitgaven

Op dit artikel zijn de volgende incidentele subsidies verstrekt (vermelding in deze suppletoire begroting voor de wettelijke grondslag).

Instrument Internationaal VROM (en WWI) beleid (HGIS)

Aan Regional Environmental Center te Hongarije is een bijdrage verstrekt van

€ 150 000,– voor het project Low Carbon Refurbishment.

Aan Regional Environmental Center te Hongarije is een bijdrage verstrekt van € 50 000,– voor Activities of the REC as a Regional Focal point for Article 6, UNFCCC.

Aan United Nations Zwitserland is een bijdrage verstrekt van € 20 000,– voor UN ECE program «Environmental performance reviews».

Aan United Nations Zwitserland is een bijdrage vertrekt van € 80 000,– voor «Seventh Ministerial Conference Environment for Europe 2011».

Aan OECD is een bijdrage verstrekt van € 50 000,– voor Develop a communication strategy and products for greening public finance in EECCA.

Aan United Nations Zwitserland is een bijdrage verstrekt van € 20 000,– voor UN ECE Aarhus Convention 2010.

Aan United Nations Zwitserland is een bijdrage verstrekt van € 20 000,– voor UN ECE Protocol on PRTR under Aarhus Convention 2010.

Aan Foord and Agriculture Organisation of the United Nations Italy is een bijdrage verstrekt van € 100 000,– voor project Global Bio Energy Partnership 2010.

Aan UNEP Chemicals Zwitserland is een bijdrage verstrekt van € 122 794,– voor Contributions to Rotterdam Convention voor 2010.

Aan UNEP Kenia is een bijdrage verstrekt van € 154 447,– voor Trust Fund for the Basil Convention.

Aan UN/ECE Kenia is een bijdrage verstrekt van € 88 461,– voor Contribution from the Netherlands to Biosafety Protocol 2009 and 2010.

Aan Ecole Polytechnique Fédérale de Lausanne Zwitserland is een bijdrage verstrekt van € 4 588,– voor Contributions from the Netherlands to Roundtable on Sustanaible Biofuels for 2010.

Aan OECD Frankrijk is een bijdrage verstrekt van € 40 000,– voor Extrabudgetary resources for the Chemical Programme 2010.

Aan UNEP Chemicals Zwiterland is een bijdrage verstrekt van € 120 000,– voor het Trust Fund for the Stockholm Convention 2010.

Aan IEA Bioenergy Nieuw Zeeland is een bijdrage verstrekt van € 11 890,– voor IEA Bioenergy contribution 2010.

Aan European Environmental Bureau België is een bijdrage verstrekt van € 70 000,– voor Ondersteuning EEB 2010.

Aan UNEP Kenia is een bijdrage verstrekt van € 80 194,– voor Independent review of the Intergovernmental Panal on Climate Change IPPC.

Aan UNE/DTIE Chemical Branche Zwitserland is een bijdrage verstrekt van € 100 000,– voor SAICM Quick Start Programme Trust Fund 2010.

Aan UNEP Kenia is een bijdrage verstrekt van € 100 000,– voor International Panel for Sustainable Resource Management 2010.

Aan UNEP Zwitserland is een bijdrage verstrekt van € 154 488,– voor Trust Fund in Support of a Programme Officer on secondment to UNEP.

Aan RAEIN Africa Namibië is een bijdrage verstrekt van € 29 999,– voor Project Biosafety Capacity building for Social-Economic Considerations.

Aan State Environmental Protection Administratieon CCICED is een bijdrage verstrekt van € 75 000,– voor Contribution China Council for CCICED 2010.

Aan OECD Frankrijk is een bijdrage verstrekt van € 40 000,– voor de Green Growth Strategy Unit voor 2010.

Aan UNEP/Environmental Fund is een bijdrage verstrekt van € 617 141,09 ten behoeve van de contributie voor het jaar 2010.

Aan de OESO (Taakgroep Milieu Actieprogramma voor Oost Europa) is een bijdrage verstrekt van € 100 000,– voor het Milieu Actieprogramma voor Oost-Europa, de Kaukasus en Centraal Azië.

Aan het European Sustainable Development Network (ESDN) is een bijdrage van € 8 250, – verstrekt ter ondersteuning van het secretariaat.

Aan het REC Moldova (voorheen REC Kaukasus) is een bijdrage verstrekt van € 75 000,– voor «Strengthening of the implementation of the Arhus Convention in Moldova».

Instrument Internationaal VROM (en WWI) beleid (niet-HGIS)

Aan UN/ECE te Nairobi is een bijdrage verstrekt van € 17 277,– voor Trust Fund for the Vienna Convention for 2009 and 2010.

Aan UN/ECE te Nairobi is een bijdrage verstrekt van € 122 542,– voor Trust Fund for the Montreal Protocol for 2009 and 2010.

Aan UN/ECE Geneva is een bijdrage verstrekt van € 77 167,– voor Contribution form the Netherlands to EMEP 2010.

Aan Center for Clean Air Policy is een bijdrage verstrekt van € 40 000,– voor Dialogue on Future International Actions to Addresss Global Climate Change.

Aan OECD France is een bijdrage verstrekt van € 40 000,– voor Climate Change Expert Group on the UNFCCC Request for Funding.

Aan Aedes Hilversum is een bijdrage verstrekt van € 275 000,– voor Technische advisering Zuid Afrikaanse Ministerie van Wonen 2009 en 2010.

Aan International Energy Agency UK is een bijdrage verstrekt van £ 35 616,– voor het Greenhouse Gas R&D programme.

Aan UNFCCC is een bijdrage verstrekt van € 96 034,54 voor het «International Transaction Log for 2011».

Instrument Beperken klimaatverandering door post-Kyoto afspraken.

Aan Minstery of Finance and Treasury Maladiven is een bijdrage verstrekt van € 50 000,– voor Cartagena Dialoge for Progressive Action Maladives 2010.

Artikel 9. Handhaving en toezicht

(x € 1 000)
 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

 

Stand ontwerp-begroting 2010

Stand 1e suppletoire begroting 2010

Mutaties 2e suppletoire begroting 2010

Stand 2e suppletoire begroting 2010

Verplichtingen:

57 703

50 945

12 874

63 819

Uitgaven:

57 690

50 932

12 874

63 806

Programma:

19 648

18 675

– 1 326

17 349

 

Bevorderen naleving wetgeving voor Wonen, Wijken en Integratie

731

731

0

731

     
 

Bevorderen naleving wetgeving voor Milieu en Ruimte

9 386

10 076

– 1 985

8 091

     
 

Bevorderen samenwerking methodiek en strategie

2 604

1 604

0

1 604

     
 

Crisismanagement organiseren

5 778

5 115

659

5 774

     
 

Opsporen en bestrijden van fraude

1 149

1 149

0

1 149

 

Apparaat artikel 9

38 042

32 257

14 200

46 457

Ontvangsten:

882

882

0

882

Verplichtingen en uitgaven

Instrument: Apparaat artikel 9

Om de in 2010 ontstane tekorten op het apparaatsbudget van de inspectie van VROM op te lossen is € 14,2 mln toegevoegd aan het instrument apparaat, waarvan € 4,5 mln vanuit de reservering op Nominaal en onvoorzien, € 2,0 mln vanuit de programmagelden op artikel 9 «Toezicht en handhaving» en € 7,7 mln vanuit een VROM-brede herschikking.

Artikel 10. Leefomgevingskwaliteit

(x € 1 000)
 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

 

Stand ontwerp-begroting 2010

Stand 1e suppletoire begroting 2010

Mutaties 2e suppletoire begroting 2010

Stand 2e suppletoire begroting 2010

Verplichtingen:

260 947

146 511

– 12 794

133 717

Uitgaven: 

239 481

127 635

– 47 341

80 294

Programma:

239 481

127 635

– 47 341

80 294

 

Realiseren duurzaam gebruik bodem, ondergrond en grondwater

183 739

40 892

– 19 731

21 161

     
 

Tegengaan van geluidhinder:

30 346

26 598

3 124

29 722

  

Tegengaan van geluidhinder

27 346

20 642

1 680

22 322

  

Geluidskaarten (FES)

3 000

5 956

1 444

7 400

     
 

Realiseren ruimte voor windenergie en klimaatadaptatie:

21 707

33 077

– 20 780

12 297

  

Kennis, onderzoek en projecten klimaat (FES)

21 354

31 053

– 21 011

10 042

  

Overige instrumenten realiseren ruimte voor windenergie en klimaatadaptatie

353

2 024

231

2 255

     
 

Bevorderen adequaat gebiedsgericht instrumentarium en duurzame ontwikkeling

3 689

27 068

– 9 954

17 114

Ontvangsten:

30 565

48 291

– 29 849

18 442

Verplichtingen en uitgaven

Algemene toelichting FES-budgetten:

Het kasritme van de FES-budgetten wordt aangepast naar aanleiding van de in het Regeerakkoord opgenomen maatregel dat de belegde ruimte wordt overgeheveld naar het Infrafonds respectievelijk de departementale begrotingen. De verwerkte mutaties betreffen het saldo van de op- en afboekingen.

Instrument: Realiseren duurzaam gebruik bodem, ondergrond en grondwater

Op dit instrument zijn de volgende mutaties verwerkt

x € 1 000,–
 

Verplichtingen

Uitgaven

Mutaties 2e suppletoire begroting

  

1. Compensatie uit meerjarenplan Bodem

– 2 000

– 2 000

2. Bodemopgave provincie Noord-Brabant

9 200

9 200

3. Afboeken FES bodemsanering

– 9 826

– 9 826

4. Specifieke compensatie naar instrument Geluid

– 1 400

– 1 400

5.Naar BZK tbv provinciefonds inzake bodemsanering

– 7 739

– 7 739

6.Naar BZK tbv gemeentefonds inzake bodemsanering

– 6 640

– 6 640

7.Overige mutaties

– 1 741

– 1 326

Totaal

– 20 146

– 19 731

Toelichting:

Ad 1.

Als gevolg van herprioritering is uit het meerjarenplan bodem budget beschikbaar gemaakt voor de Nota Ruimte.

Ad 2.

In de provincie Noord-Brabant is de opgave van bodemsanering door o.a. het project Cadmium in de Kempen omvangrijk. Het tempo van de uitvoering leidt ertoe dat de provincie in 2010 ca. € 24 mln aan bodemsanering gaat besteden, die deels uit de reguliere budgetmiddelen kunnen worden betaald, maar deels ook niet. VROM heeft een verzoek van de provincie voor extra middelen op een eerder moment niet kunnen honoreren, omdat deze toen o.a. vanwege bezuinigingen niet beschikbaar waren. Derhalve heeft Noord-Brabant de uitvoering van de sanering getemporiseerd en de reeds in uitvoering genomen maatregelen voorgefinancierd. De provincie kan met deze aanvulling de noodzakelijke fasering van de aanpak weer grotendeels terugbrengen op de oorspronkelijke planning.

Ad 4.

Vanuit het instrument Realiseren duurzaam gebruik bodem, ondergrond en grondwater wordt specifieke compensatie geboden voor extra uitgaven ten behoeve van de Nota Ruimte.

Ad 5 en Ad 6.

Het «Convenant bodemontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties» wordt in de periode 2010 tot en met 2014 in uitvoer gebracht door een uitvoeringsprogramma. Met ingang van 1 januari 2010 wordt een deel van het bodemsaneringsbudget uitgekeerd aan gemeenten en provincies via de decentralisatie-uitkering Bodemsanering in het gemeentefonds en provinciefonds.

Instrument: Tegengaan van geluidhinder

Op dit instrument zijn de volgende mutaties verwerkt

x € 1 000,– 
 

Verplichtingen

Uitgaven

Mutaties 2e suppletoire begroting

  

1. Specifieke compensatie binnen dit artikel voor Geluidhinder

1 400

1 400

2. Verplichtingenschuif vanuit 2011–2013 ten behoeve van BSV

6 336

0

3. Overige mutaties

280

280

Totaal 

8 016

1 680

Toelichting:

Ad 1.

Herschikking van budgetten ten behoeve van de uitgaven voor Geluidhinder.

Ad 2.

In 2010 wordt de opdracht verstrekt aan BSV voor de sanering wegverkeerslawaai voor de periode 2011–2013. Het verplichtingenbudget voor deze opdracht wordt op het programma uitvoeringsorganisatie gevonden. Daarvoor moet echter het verplichtingenbudget van de betreffende jaren naar voren worden gehaald.

Instrument: Geluidkaarten (FES)

Op dit instrument zijn de volgende mutaties verwerkt

x € 1 000,– 
 

Verplichtingen

Uitgaven

Mutaties 2e suppletoire begroting

  

1. Saldo afboeken en opboeken FES Geluidskaarten

1 444

1 444

Totaal

1 444

1 444

Instrument: Kennis, onderzoek en projecten klimaat (FES)

Op dit instrument zijn de volgende mutaties verwerkt

x € 1 000,– 
 

Verplichtingen

Uitgaven

Mutaties 2e suppletoire begroting

  

1. FES Kennis voor Klimaat

0

– 10 298

2. FES Klimaat Buffers

8 000

– 3 657

3. Afboeken FES Klimaat BSIK

0

– 7 554

4. Overige mutaties

-373

498

Totaal

7 627

– 21 011

Ontvangsten

Op dit instrument zijn de volgende mutaties verwerkt

x € 1 000,– 
 

Ontvangsten

Mutaties 2e suppletoire begroting

 

1. FES Bodemsanering

– 9 826

2. FES BSIK

– 7 554

3. FES Kennis voor Klimaat

– 10 298

4. FES Klimaat Buffers

– 3 657

5. FES Geluidskaarten

1 444

6. Overige mutaties

42

Totaal

– 29 849

Toelichting:

In samenhang met de aanpassing van de betreffende FES-budgetten bij de uitgaven worden ook de ontvangsten overeenkomstig verlaagd.

Artikel 91. Algemeen (Niet beleidsartikel)

(x € 1 000)
 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

 

Stand ontwerp-begroting 2010

Stand 1e suppletoire begroting 2010

Mutaties 2e suppletoire begroting 2010

Stand 2e suppletoire begroting 2010

Verplichtingen: 

351 168

366 969

27 410

394 379

Uitgaven: 

356 338

468 508

25 860

494 368

Programma:

50 045

50 231

– 6 007

44 224

  

Communicatie-instrumenten

5 709

10 175

– 1 191

8 984

  

Stichting Advisering Bestuursrechtspraak (StaB)

5 425

5 425

0

5 425

  

Overige vastgoedinformatievoorziening

38 911

32 341

– 7 137

25 204

  

Programma Juridische Zaken

0

0

2 321

2 321

  

Verzameluitkering

0

2 290

0

2 290

Apparaat:

56 583

58 330

15 368

73 698

 

Beleidsartikelen begroting XI-VROM

35 432

35 951

9 078

45 029

 

Beleidsartikelen begroting XVIII-WWI

21 151

22 379

6 290

28 669

   

 

 

 

Planbureau en Raden:

37 397

35 701

2 789

38 490

  

VROM-Raad

2 082

371

59

430

  

Raad voor Ruimtelijk, Milieu- en Natuuronderzoek

520

0

0

0

  

Raad voor de Wadden

724

724

0

724

  

Adviesraad Gevaarlijke Stoffen (AGS)

0

500

328

828

  

Technische Commissie Bodembescherming (TCB)

632

632

0

632

  

Apparaat Planbureau Leefomgeving (PBL)

33 439

33 474

2 402

35 876

     
 

Postactieven:

10 369

10 369

– 800

9 569

      

 

 

 

Gemeenschappelijke voorzieningen:

168 684

184 239

28 777

213 016

  

Gemeenschappelijke voorzieningen

143 765

159 320

27 958

187 278

  

Huurbijdrage aan Rgd

24 919

24 919

819

25 738

     
 

Verzameluitkering:

0

0

2 638

2 638

     
 

Bekostiging van externe uitvoeringsorganisaties:

33 260

110 479

2 254

112 733

     
 

Taakstellingen

0

19 159

– 19 159

0

  

Rijksbrede taakstelling apparaat

0

19 159

– 19 159

0

Ontvangsten:

32 779

56 304

167 246

223 550

Verplichtingen en uitgaven

Toelichting:

Instrument: Communicatie-instrumenten

In het kader van de Heroverweging VROM-brede bedrijfsvoering is het beschikbare budget voor communicatie met ca. € 1,2 mln verlaagd.

Instrument: Overige vastgoed informatie

Op dit instrument zijn de volgende mutaties verwerkt

x € 1 000,–
 

Verplichtingen

Uitgaven

Mutaties 2e suppletoire begroting

  

1. Juiste artikelbelasting apparaatskosten BGT

– 1 000

– 1 000

2. Juiste artikelbelasting apparaatskosten BAG

– 5 078

– 6 137

Totaal

– 6 078

– 7 137

Ad 1.

In het kader van de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) worden materiële kosten gemaakt die niet zijn begroot op het daartoe bestemde artikel. Hierdoor wordt nu vanuit het programmabudget BGT budget overgeboekt.

Ad 2.

In het kader van de Basisregistraties voor Adressen en Gebouwen (BAG) worden materiële kosten gemaakt die niet zijn begroot op het daartoe bestemde artikel. Hierdoor wordt nu vanuit het programmabudget BAG middelen overgeboekt.

Instrument: Apparaat Planbureau Leefomgeving (PBL)

Op dit instrument zijn de volgende mutaties verwerkt

x € 1 000,–
 

Verplichtingen

Uitgaven

Mutaties 2e suppletoire begroting

  

1. Structurele financiering emissieregistratie

– 2 357

– 2 357

2. Jaarlijkse bijdrage van LNV

1 448

1 448

3. Bijdragen van DGIS, RIVM en EU/BSIK

2 049

2 049

4. Heroverweging VROM brede bedrijfsvoering

1 014

1 014

5. Overige mutaties

248

248

Totaal

2 402

2 402

Toelichting:

Ad 1.

VROM heeft in overleg met de medeopdrachtgevers V&W en LNV in 2008 besloten om de Emissieregistratie per 1-1-2010 te verplaatsen van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) naar het RIVM. Reden hiervoor is dat de Emissieregistratie beter past bij het profiel en de wijze van aansturing van het RIVM.

Instrument: Gemeenschappelijke voorzieningen

Op dit instrument zijn de volgende mutaties verwerkt

x € 1 000,–
 

Verplichtingen

Uitgaven

Mutaties 2e suppletoire begroting

  

1. Uitvoering BAG

5 078

6 137

2. Herverdeling personele budgetten

10 065

10 065

3. Ophoging Sociaal Flankerend Beleid

5 518

5 518

4. Uitvoering BGT

1 000

1 000

5. Correctie budgetherverdeling communicatiemiddelen

1 774

1 486

6. Correctie budgetherverdeling herschikking directiebureaus

– 1 218

– 1 218

7. Correctie op heroverweging VROM-breed tbv PBL

– 1 014

– 1 014

8. Dekking vanuit WWI als opdrachtgever tbv DVO Huurcommissie

2 600

2 600

9. Prijsbijstelling tbv Huur RGD en dekking 4FM

1 389

1 389

10. Overige mutaties

1 963

1 995

Totaal

27 155

27 958

Toelichting:

Ad 1.

Voor de uitvoering van de BAG worden materiële kosten gemaakt in de vorm van inhuur personeel en diverse materiële uitgaven. Deze kosten worden op het apparaatskosteninstrument verantwoord. Om deze uitgaven te dekken wordt budget overgeboekt van de programmagelden.

Ad 2.

In het kader van een VROM-brede heroriëntering op de bedrijfsvoering zijn naast de materiële uitgaven ook de personele uitgaven op het niveau van organisatieonderdelen bezien. Ten tijde van de Ontwerpbegroting zijn personele uitgaven op het instrument Nominaal en onvoorzien geplaatst. Nu wordt bij deze 2e suppletoire begroting op basis van het vermoedelijke beloop van de personele uitgaven van de organisatieonderdelen de gestalde personele budgetten over de verschillende instrumenten verdeeld.

Ad 3.

Vanuit de specifieke onderuitputting binnen de VROM en de WWI-begroting worden resp. € 1,9 mln en € 1,2 mln aan middelen beschikbaar gesteld die verband houden met de stevige transitieopgave als gevolg van departementale herverkavelingen naar aanleiding van het Regeerakkoord. Vanuit het artikel Nominaal en onvoorzien van de VROM-begroting is het niet-verplichte deel van de prijsbijstelling (ad € 2,6 mln) eveneens beschikbaar gesteld voor de kosten samenhangend met de transities.

De uitgaven aan de kosten die samenhangen met de organisatieveranderingen worden begroot en verantwoord op het programma (preventief) sociaal flankerend beleid.

Ad 4.

In het kader van de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) worden materiële kosten gemaakt die niet zijn begroot op het daartoe bestemde artikel. Hierdoor wordt nu vanuit het programmabudget BGT budget overgeboekt naar het apparaatskosteninstrument, waar deze uitgaven ook zullen worden verantwoord.

Ad 5.

Het betreft hier een opboeking vanuit het budget voor communicatie als gevolg van herprioritering binnen de VROM-brede bedrijfsvoering.

Ad 6.

Het betreft hier een correctie op een eerdere aanpassing vanuit de VROM-brede heroverweging. De personele uitgaven die samenhangen met de herschikking van directiebureaus wordt hier teruggedraaid.

Ad 8.

De ontvangstenraming uit hoofde van de dienstverleningsovereenkomst met de Dienst Huurcommissie is met € 3,5 mln neerwaarts bijgesteld. Compensatie wordt geboden vanuit de WWI-begroting.

Ontvangsten

Op dit instrument zijn de volgende mutaties verwerkt

x € 1 000,–
 

Ontvangsten

Mutaties 2e suppletoire begroting

 

1. Extra ontvangsten van PBL

2 049

2. Minder ontvangsten DVO/HC

– 3 512

3. Afdracht inflatieresultaat 2009 Rgd

9 933

4. Afdracht niet relevante ontvangst conversielening Rgd

157 324

5. Overige mutaties

1 452

Totaal 

167 246

Toelichting

Ad 3.

Het inflatieresultaat van de Rgd wordt via VROM/WWI afgedragen aan het Ministerie van Financiën.

Ad 4.

De afdracht betreft het saldo van het afkopen van objecten die al in 2009 in uitvoering zijn genomen. De mutatie heeft een relatie met de systeemwijziging. Op de WWI begroting zijn al meerjarige reeksen voor uitgaven aan huisvestingsprojecten afgeboekt en nieuwe reeksen voor de gebruikersvergoeding worden nu opgeboekt (WWI, art 6).

Artikel 92 Nominaal en onvoorzien (Niet beleidsartikel)

(x € 1 000)
 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

 

Stand ontwerp-begroting 2010

Stand 1e suppletoire begroting 2010

Mutaties 2e suppletoire begroting 2010

Stand 2e suppletoire begroting 2010

Verplichtingen: 

– 3 009

– 2 393

2 393

0

Uitgaven: 

– 3 249

– 2 633

2 633

0

 

Loonbijstelling:

0

0

0

0

   

 

 

 

Prijsbijstelling:

2 296

0

0

0

   

 

 

 

Onvoorzien:

172

172

– 172

0

     
 

Nog nader te verdelen:

– 5 717

– 2 805

2 805

0

  

Nog nader te verdelen taakstellingen

– 2 740

– 261

261

0

  

Nog nader te verdelen overig

– 2 977

– 2 544

2 544

0

Verplichtingen en uitgaven

De mutaties op dit artikel zijn met name het gevolg van een herschikking van middelen waarbij tekorten op het gebied van materiële en personele uitgaven binnen de begroting zijn opgevangen.

Wetsartikel 2 (uitgaven/verplichtingen en ontvangsten)

Waddenfonds

(x € 1 000,–)
 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

 

Stand ontwerp-begroting 2010

Stand 1e suppletoire begroting 2010

Mutaties 2e suppletoire begroting 2010

Stand 2e suppletoire begroting 2010

Verplichtingen:

40 478

11 097

32 067

43 164

Uitgaven: 

40 478

11 097

22 968

34 065

Programma:

39 600

10 219

23 220

33 439

 

Vergroten/versterken van natuur- en landschapswaarden van het Wad:

17 820

4 599

16 955

21 554

     
 

Verminderen externe bedreigingen van de rijkdom van de Waddenzee:

2 376

613

2 351

2 964

     
 

Duurzame economische ontwikkeling en energiehuishouding:

17 820

4 599

4 045

8 644

     
 

Ontwikkelen duurzame kennishuishouding waddengebied:

1 584

408

-131

277

Apparaat:

878

878

-252

626

 

Apparaat:

    
  

Beheers- en uitvoeringskosten

878

878

-252

626

Ontvangsten: 

33 878

33 878

-29 381

4 497

Verplichtingen en uitgaven

Aangezien een deel van de in voorgaande jaren in het Waddenfonds gestorte middelen niet in 2009 zijn uitgegeven, is in 2010 € 23 mln aan het Waddenfonds toegevoegd.

Naar boven