32 565 B Wijziging van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2010 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Inhoudsopgave

blz.

   

A.

Artikelsgewijze toelichting bij het wetsvoorstel

2

   

B.

Begrotingstoelichting

3

   

1.

Leeswijzer

3

   

2.

De beleidsmutaties

3

2.1.

Overzicht beleidsmutaties

3

2.2.

Het beleidsartikel

4

   

3.

Het verdiepingshoofdstuk

4

3.1.

Opbouw verplichtingen, uitgaven en ontvangsten vanaf de 1e suppletore begroting

4

3.2.

Toelichting op de nog niet eerder opgenomen mutaties

6

3.3.

Integratie-uitkeringen

10

3.4.

Decentralisatie-uitkeringen

11

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2010 te wijzigen.

Het in die begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikel wordt in onderdeel B. van deze memorie van toelichting toegelicht.

Wetsartikel 3

Ingevolge artikel 5, eerste lid van de Financiële-verhoudingswet juncto artikel 6, vierde lid van de Invoeringswet Financiële-verhoudingswet, hebben de gemeenten gezamenlijk recht op het bedrag dat in de begroting als verplichting voor het totaal van de algemene uitkeringen en de aanvullende uitkeringen is opgenomen. Een toelichting op het bedrag van € 15 783 143 000 dat is vermeld in wetsartikel 3 wordt gegeven in paragraaf 3.1. De verplichtingenbedragen bedoeld in artikel 5, tweede lid van de Financiële-verhoudingswet ter zake integratie-uitkeringen en decentralisatie-uitkeringen zijn respectievelijk € 1 639 792 000 en € 1 170 938 000.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner

De staatssecretaris van Financiën,

F. H. H. Weekers

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1. LEESWIJZER

Bij een suppletore begroting ligt de nadruk niet op de beleidsprioriteiten, zoals in de ontwerpbegroting 2010, maar op de mutaties ten opzichte van deze ontwerpbegroting. De terugkoppeling over het gevoerde beleid in relatie tot de beleidsprioriteiten, zal centraal staan in de financiële verantwoording over 2010.

De indeling van deze suppletore begroting is als volgt. Paragraaf 2.1. start met het beschrijven van de beleidsmutaties. Kort zal worden toegelicht wat de omvang en de reden van de uitgavenmutaties is. Vervolgens wordt in paragraaf 2.2. («het beleidsartikel»), ingegaan op de «budgettaire gevolgen van beleid». Deze paragraaf geeft inzicht in de integrale uitgaven die samenhangen met de hoofdbeleidsdoelstelling. Hierin worden de veranderingen op artikelonderdeel-niveau belicht. In paragraaf 3.1. worden de mutaties in de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten weergegeven vanaf de 1e suppletore begroting. De mutaties die nog niet eerder zijn opgenomen in een begrotingshoofdstuk worden vervolgens toegelicht in paragraaf 3.2. Tot slot wordt in de paragrafen 3.3. en 3.4. ingegaan op respectievelijk de integratie-uitkeringen en de decentralisatie-uitkeringen

2. DE BELEIDSMUTATIES

2.1. Overzicht beleidsmutaties

Tabel B: Beleidsmutaties (x € 1 000)
 

2010

Mutaties opgenomen in Ontwerpbegroting 2011 als Voorlopige Uitkomsten 2010:

 

Pilots gemengde scholen (decentralisatie-uitkering)

50

Bommenregeling

22 100

Terugontvangsten Waarderingskamer 2009 naar AU

149

Herbestemming aandachtswijken 2e tranche (decentralisatie-uitkering)

400

Pieken in de Deltaproject Amsterdam

400

Maatschappelijke opvang: aanpassing budget (decentralisatie-uitkering)

10 300

Uitname t.b.v. Militaire bijstand en steunverlening

– 1 750

Impuls Brede Scholen 3e tranche en correctie 1e en 2e tranche 2010 (VWS-deel)

7 766

Impuls Brede Scholen 3e tranche en correctie 1e en 2e tranche 2010 (OCW-deel)

3 627

Totaal

43 042

  

Mutaties nog niet opgenomen in een begrotingsstuk:

 

Jeugdwerkloosheid 2e tranche (decentralisatie-uitkering)

40 200

Tegemoetkoming pilot loondispensatie (decentralisatie-uitkering)

5 880

Krimp (decentralisatie-uitkering)

16 250

Nationaal actieplan sport en bewegen (decentralisatie-uitkering)

651

Bevordering arbeidsparticipatie alleenstaande ouders (decentralisatie-uitkering)

2 600

Wachtlijsten kinderopvang (decentralisatie-uitkering)

2 700

Drugspilots (decentralisatie-uitkering)

2 694

Koplopers tijdbeleid (decentralisatie-uitkering)

450

Veilige publieke taak (decentralisatie-uitkering)

161

Vrouwenopvang: tijdelijke middelen 2010 (decentralisatie-uitkering)

1 900

Winkelstraatmanagement (decentralisatie-uitkering)

1 418

Polarisatie en radicalisering tranche 2010 (decentralisatie-uitkering)

3 040

Knelpunten inburgering (decentralisatie-uitkering)

47 475

Instapcursussen inburgering (decentralisatie-uitkering)

52

Mannenopvang

400

Impuls Brede Scholen 2010 (OCW-deel) (decentralisatie-uitkering)

– 47

Impuls Brede Scholen 2010 (VWS-deel) (decentralisatie-uitkering)

362

Herstructurering bedrijventerreinen (decentralisatie-uitkering)

15 000

Bodemsanering (decentralisatie-uitkering)

6 640

Bedrijventerreinen: Topperprojecten (decentralisatie-uitkering)

18 360

Onderzoek BCF en schartkistbankieren (Kosten Financiële-verhoudingswet)

– 160

Totaal nieuwe mutaties

166 026

Totaal mutaties (uitgaven = verplichtingen)

209 068

2.2. Het beleidsartikel

In onderstaande tabel worden voor de verplichtingen, de uitgaven en de ontvangsten de budgettaire gevolgen van beleid van het gemeentefonds weergegeven. Hiermee worden de integrale uitgaven die samenhangen met de samengestelde beleidsdoelstelling (het nastreven van een adequate omvang van het gemeentefonds en het nastreven van een adequate verdeling van de middelen over de gemeenten) inzichtelijk gemaakt.

Tabel B1: Budgettaire gevolgen van beleid (x € 1 000)
 

Stand ontwerpbegroting 2010

(1)

Mutaties 1ste suppletore begroting 2010

(2)

Stand 1ste suppletore begroting 2010

(3)=(1+2)

Mutaties 2de suppletore begroting 2010

(4)

Stand 2de suppletore begroting 2010

(5)=(3+4)

Verplichtingen

18 046 569

355 856

18 402 425

209 068

18 611 493

Uitgaven:

18 046 569

375 098

18 421 667

209 068

18 630 735

      

Apparaatsuitgaven

     

1. Kosten Financiële-verhoudingswet

2 091

929

3 020

– 160

2 860

2. Kosten Waarderingskamer

1 158

170

1 328

0

1 328

3. Budget A+O-fonds

5 996

0

5 996

0

5 996

4. Bijdrage aan VNG inzake WOZ-kosten

1 000

0

1 000

0

1 000

5. Bijdrage gemeenten inzake KING

0

6 436

6 436

0

6 436

      

Programma-uitgaven

     

1. Algemene uitkeringen en de aanvullende uitkeringen

15 626 986

145 940

15 772 926

21 299

15 794 225

2. Integratie-uitkeringen

1 682 201

– 34 742

1 647 459

0

1 647 459

3. Decentralisatie-uitkeringen

727 137

256 365

983 502

187 929

1 171 431

      

Ontvangsten:

18 046 569

375 098

18 421 667

209 068

18 630 735

      

Apparaatsontvangsten

     

1. Terugontvangsten Waarderingskamer

   

149

149

      

Programma-ontvangsten

     

1. Ontvangsten ex art. 4. Fvw

18 046 569

375 098

18 421 667

208 919

18 630 586

3. HET VERDIEPINGSHOOFDSTUK

3.1. Opbouw verplichtingen, uitgaven en ontvangsten vanaf de 1e suppletore begroting

Verplichtingen

Het verplichtingenbedrag voor het totaal van de algemene uitkeringen en de aanvullende uitkeringen, zoals opgenomen in artikel 3 van dit wetsvoorstel, bedraagt € 15 783 143 000. Normaliter is dit bedrag opgebouwd uit het bedrag dat als verplichting geldt voor het totaal van de algemene uitkeringen en de aanvullende uitkeringen en de behoedzaamheidreserve (€ 208 739 000). Echter, door het tijdelijk buitenwerking stellen van de normeringssystematiek en de daarbij behorende tijdelijke afschaffing van de behoedzaamheidsreserve is het verplichtingenbedrag voor het totaal van de algemene uitkeringen en de aanvullende uitkeringen, zoals opgenomen in artikel 3 van dit wetsvoorstel, gelijk aan het bedrag dat als verplichting geldt voor het totaal van de algemene uitkeringen en de aanvullende uitkeringen.

In dit wetsvoorstel wordt voorgesteld de begroting van de verplichtingen van het gemeentefonds voor het jaar 2010 met € 209 068 000 te verhogen en te brengen op € 18 611 493 000.

De toelichting bij de mutaties, welke nog niet eerder zijn opgenomen in een begrotingsstuk, die onderdeel vormen van het bedrag van € 209 068 000 dat in tabel B2 is vermeld, wordt gegeven in paragraaf 3.2.

Tabel B2: Opbouw verplichtingenbedrag 2010 (x € 1 000)

Stand ontwerpbegroting 2010

 

18 046 569

Mutaties 1ste suppletore begroting 2010

 

355 856

Stand 1ste suppletore begroting 2010

 

18 402 425

Mutaties opgenomen in Ontwerpbegroting 2011 als Voorlopige Uitkomsten 2010

 

43 042

   

Mutaties nog niet opgenomen in een begrotingsstuk:

  

Jeugdwerkloosheid 2e tranche (decentralisatie-uitkering)

40 200

 

Tegemoetkoming pilot loondispensatie (decentralisatie-uitkering)

5 880

 

Krimp (decentralisatie-uitkering)

16 250

 

Nationaal actieplan sport en bewegen (decentralisatie-uitkering)

651

 

Bevordering arbeidsparticipatie alleenstaande ouders (decentralisatie-uitkering)

2 600

 

Wachtlijsten kinderopvang (decentralisatie-uitkering)

2 700

 

Drugspilots (decentralisatie-uitkering)

2 694

 

Koplopers tijdbeleid (decentralisatie-uitkering)

450

 

Veilige publieke taak (decentralisatie-uitkering)

161

 

Vrouwenopvang: tijdelijke middelen 2010 (decentralisatie-uitkering)

1 900

 

Winkelstraatmanagement (decentralisatie-uitkering)

1 418

 

Polarisatie en radicalisering tranche 2010 (decentralisatie-uitkering)

3 040

 

Knelpunten inburgering (decentralisatie-uitkering)

47 475

 

Instapcursussen inburgering (decentralisatie-uitkering)

52

 

Mannenopvang

400

 

Impuls Brede Scholen 2010 (OCW-deel) (decentralisatie-uitkering)

– 47

 

Impuls Brede Scholen 2010 (VWS-deel) (decentralisatie-uitkering)

362

 

Herstructurering bedrijventerreinen (decentralisatie-uitkering)

15 000

 

Bodemsanering (decentralisatie-uitkering)

6 640

 

Bedrijventerreinen: Topperprojecten (decentralisatie-uitkering)

18 360

 

Onderzoek BCF en schatkistbankieren (Kosten Financiële-verhoudingswet)

– 160

 

Subtotaal

 

166 026

Totaal mutaties 2de suppletore begroting 2010

 

209 068

Stand 2de suppletore begroting 2010

 

18 611 493

Waarvan verplichtingenbedrag Kosten Financiële-verhoudingswet

 

2 860

Waarvan verplichtingenbedrag Kosten Waarderingskamer

 

1 328

Waarvan verplichtingenbedrag Budget A+O-fonds

 

5 996

Waarvan verplichtingenbedrag Bijdrage aan VNG inzake WOZ-kosten

 

1 000

Waarvan verplichtingenbedrag Bijdrage aan gemeenten aan KING

 

6 436

Waarvan verplichtingenbedrag Algemene uitkeringen

 

15 783 143

Waarvan verplichtingenbedrag Integratie-uitkeringen

 

1 639 792

Waarvan verplichtingenbedrag Decentralisatie-uitkeringen

 

1 170 938

Uitgaven

In de onderstaande tabel B3 wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste mutaties die zich in de periode vanaf de ontwerpbegroting 2010 tot en met de tweede suppletore begroting 2010 hebben voorgedaan in de uitgaven. De weergegeven mutaties, welke nog niet eerder zijn opgenomen in een begrotingsstuk, worden in paragraaf 3.2 afzonderlijk toegelicht.

In dit wetsvoorstel wordt voorgesteld de begroting van de uitgaven van het gemeentefonds voor het jaar 2010 met € 209 068 000 te verhogen en te brengen op € 18 630 735 000.

Tabel B3: Opbouw uitgavenbedrag 2010 (x € 1 000)

Stand ontwerpbegroting 2010

 

18 046 569

Mutaties 1ste suppletore begroting 2010

 

375 098

Stand 1ste suppletore begroting 2010

 

18 421 667

Mutaties opgenomen in Ontwerpbegroting 2011 als Voorlopige Uitkomsten 2010

 

43 042

   

Mutaties nog niet opgenomen in een begrotingsstuk:

  

1) Jeugdwerkloosheid 2e tranche (decentralisatie-uitkering)

40 200

 

2) Tegemoetkoming pilot loondispensatie (decentralisatie-uitkering)

5 880

 

3) Krimp (decentralisatie-uitkering)

16 250

 

4) Nationaal actieplan sport en bewegen (decentralisatie-uitkering)

651

 

5) Bevordering arbeidsparticipatie alleenstaande ouders (decentralisatie-uitkering)

2 600

 

6) Wachtlijsten kinderopvang (decentralisatie-uitkering)

2 700

 

7) Drugspilots (decentralisatie-uitkering)

2 694

 

8) Koplopers tijdbeleid (decentralisatie-uitkering)

450

 

9) Veilige publieke taak (decentralisatie-uitkering)

161

 

10) Vrouwenopvang: tijdelijke middelen 2010 (decentralisatie-uitkering)

1 900

 

11) Winkelstraatmanagement (decentralisatie-uitkering)

1 418

 

12) Polarisatie en radicalisering tranche 2010 (decentralisatie-uitkering)

3 040

 

13) Knelpunten inburgering (decentralisatie-uitkering)

47 475

 

14) Instapcursussen inburgering (decentralisatie-uitkering)

52

 

15) Mannenopvang

400

 

16a) Impuls Brede Scholen 2010 (OCW-deel) (decentralisatie-uitkering)

– 47

 

16b) Impuls Brede Scholen 2010 (VWS-deel) (decentralisatie-uitkering)

362

 

17) Herstructurering bedrijventerreinen (decentralisatie-uitkering)

15 000

 

18) Bodemsanering (decentralisatie-uitkering)

6 640

 

19) Bedrijventerreinen: Topperprojecten (decentralisatie-uitkering)

18 360

 

20) Onderzoek BCF en schatkistbankieren (Kosten Financiële-verhoudingswet)

– 160

 
  

166 026

Totaal mutaties 2de suppletore begroting 2010

 

209 068

Stand 2de suppletore begroting 2010

 

18 630 735

Waarvan uitgavenbedrag Kosten Financiële-verhoudingswet

 

2 860

Waarvan uitgavenbedrag Kosten Waarderingskamer

 

1 328

Waarvan uitgavenbedrag Budget A+O-fonds

 

5 996

Waarvan uitgavenbedrag Bijdrage aan VNG inzake WOZ-kosten

 

1 000

Waarvan uitgavenbedrag Bijdrage aan gemeenten aan KING

 

6 436

Waarvan uitgavenbedrag Algemene uitkeringen

 

15 794 225

Waarvan uitgavenbedrag Integratie-uitkeringen

 

1 647 459

Waarvan uitgavenbedrag Decentralisatie-uitkeringen

 

1 171 431

Ontvangsten

Sinds de invoering van de Financiële-verhoudingswet zijn de uitgaven en de inkomsten op grond van artikel 4 van die wet over ieder uitkeringsjaar aan elkaar gelijk. Ten opzichte van de oorspronkelijke vastgestelde begroting van het gemeentefonds voor 2010 worden de ontvangsten, analoog aan de uitgaven, met € 209 068 000 verhoogd en gebracht op € 18 630 735 000.

3.2. Toelichting op de nog niet eerder opgenomen mutaties

1) Jeugdwerkloosheid 2e tranche (decentralisatie-uitkering)

Om de jeugdwerkloosheid te bestrijden heeft het kabinet onder meer met 30 regiogemeenten met Werkplein Plus-vestigingen convenanten afgesloten om op regionaal niveau uitvoering te geven aan het Actieplan Jeugdwerkloosheid. Voor 2010 is er uit het stimuleringspakket uit het aanvullend beleidsakkoord in totaal € 70 miljoen beschikbaar voor de 30 regiogemeenten. Hiervan is € 30 miljoen verdeeld op basis van het aantal schoolverlaters en aantal jeugdwerklozen in de regio. Dit bedrag is bij 1e suppletore begroting 2010 aan het gemeentefonds toegevoegd. Het resterende bedrag voor 2010 van € 40 miljoen is afhankelijk gesteld van de behaalde resultaten in de regio’s (aantal plaatsingen op banen, leerwerkbanen en stages door gemeenten en UWV) en wordt nu bij 2e suppletore begroting 2010 toegevoegd aan het gemeentefonds.

2) Tegemoetkoming pilot loondispensatie (decentralisatie-uitkering)

In de pilot loondispensatie krijgen gemeenten de mogelijkheid het instrument loondispensatie in te zetten voor hun inwoners van 23 jaar en ouder die bijstand ontvangen op grond van de WWB of een inkomensvoorziening op grond van de WIJ, en die langdurig / structureel verminderd arbeidsproductief zijn als gevolg van een lichamelijke, verstandelijke, psychische of psychosociale beperking. De deelnemende gemeenten krijgen een tegemoetkoming in de uitvoeringskosten voor de genoemde pilot. Het is een tegemoetkoming in de kosten en is geen volledige vergoeding van alle door de gemeente gemaakte kosten in het kader van deelname aan de pilot. In totaal ontvangen de deelnemende gemeenten € 5,88 miljoen in 2010.

3) Krimp (decentralisatie-uitkering)

Met het interbestuurlijk actieplan bevolkingsdaling «Krimpen met kwaliteit» geven VNG, IPO en Rijk richting aan een gezamenlijke beleidsaanpak van bevolkingsdaling. Naast een gezamenlijke analyse van de problematiek worden concrete acties aangekondigd. Daarbij zijn in eerste instantie vooral gemeenten aan zet. In het actieplan zijn de volgende regio’s als krimpregio aangemerkt: Parkstad Limburg, Eemsdelta en Zeeuws-Vlaanderen. Ter voorkoming van de verwachte structurele leegstand tussen 2010 en 2020 stelt het Rijk voor de genoemde gebieden eenmalig in 2010 € 31 miljoen ter beschikking. De rijksbijdrage is op basis van bestuurlijke afspraken als volgt verdeeld: Parkstad Limburg en Eemsdelta elk € 14,75 miljoen en Zeeuws-Vlaanderen € 1,5 miljoen. Dit geld wordt in 2010 toegevoegd als decentralisatie uitkering aan het gemeentefonds (voor krimpregio’s Parkstad Limburg en Zeeuws-Vlaanderen) en het provinciefonds (voor krimpregio Eemsdelta).

4) Nationaal actieplan sport en bewegen (decentralisatie-uitkering)

Betreft een toevoeging van € 651 000 aan de decentralisatie-uitkering «Nationaal actieplan sport en bewegen» in 2010. Zie voor een beschrijving van deze decentralisatie-uitkering de 1e suppletore begroting 2009 (Tweede Kamer, Vergaderjaar 2008–2009, 31 965 B, nr. 2).

5) Bevordering arbeidsparticipatie alleenstaande ouders (decentralisatie-uitkering)

Het experiment bevordering arbeidsparticipatie alleenstaande ouders heeft als doel werken in deeltijd financieel aantrekkelijk te maken voor sollicitatieplichtige alleenstaande ouders. Met het experiment wordt beoogd inzicht te krijgen in de mate waarin een aantal maatregelen, al dan niet in combinatie, de doeltreffendheid van de arbeidsinschakeling van alleenstaande ouders stimuleert, wat betreft de toetreding tot de arbeidsmarkt, de stabiliteit van de arbeidsinschakeling en de uitstroom uit de bijstand. De deelnemende gemeenten zetten daartoe de volgende instrumenten in: een inkomstenvrijlating gerelateerd aan het aantal gewerkte uren, scholing in combinatie met werken, een bonus voor die scholing, een uitstroompremie en (in een aantal gemeenten) een arbeidspool. Voor dit experiment ontvangen de deelnemende gemeenten € 2,6 miljoen in 2010.

6) Wachtlijsten kinderopvang (decentralisatie-uitkering)

Gemeenten met meer dan 100 000 inwoners, die werk willen maken van het inkorten van hun wachtlijsten in de kinderopvang, ontvangen daarvoor onder voorwaarden een financiële ondersteuning van het Rijk van in totaal maximaal € 2,7 miljoen voor de gemeenten samen. In totaal kunnen maximaal 20 gemeenten een convenant afsluiten met het Rijk. De uitbetaling vindt plaats via een decentralisatie-uitkering in het gemeentefonds.

7) Drugspilots (decentralisatie-uitkering)

In de hoofdlijnenbrief Drugs van het kabinet aan de Tweede Kamer wordt een traject van pilots met gemeenten voorgesteld gericht op het tegengaan van overlast door of vanwege coffeeshops. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het ministerie van Wonen, Wijken en Integratie hebben voor de jaren 2010 en 2011 een bedrag beschikbaar gesteld via het gemeentefonds ter vermindering van overlast en verloedering gerelateerd aan coffeeshops. De pilots zullen onder regie van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties worden begeleid en geëvalueerd. In totaal wordt via het gemeentefonds € 2,694 miljoen uitgekeerd aan de deelnemende gemeenten.

8) Koplopers tijdbeleid (decentralisatie-uitkering)

Het kabinet wil de combinatie van werk en privé beter mogelijk maken, ondermeer door meer flexibiliteit in openings- en arbeidstijden en door uitbreiding van plaatsonafhankelijke dienstverlening. Gemeenten en provincies spelen een belangrijke rol bij tijdbeleid. De minister van OCW heeft in juni 2007 en mei 2008 bestuurlijke afspraken over tijdbeleid gemaakt met een aantal provincies en gemeenten. Deze «koplopers» ambiëren een verdergaande rol in het organiseren van een flexibel aanbod van dienstverlening in de eigen provincie of gemeente. Zij kijken niet alleen naar de wensen voor bijstelling van de eigen dienstverlening, maar gaan ook het gesprek aan met zorg- en dienstverleners binnen de gemeente. In 2010 wordt de groep »koplopers» uitgebreid met negen gemeenten. Deze nieuwe «koplopers» worden voor het invullen van de voorbeeldrol ondersteund met een eenmalige financiële bijdrage van € 50 000 per gemeente.

9) Veilige publieke taak (decentralisatie-uitkering)

Het programma Veilige Publieke Taak stimuleert een effectieve aanpak van agressie en geweld door werkgevers met een publieke taak. Het Rijk voorziet ook op lokaal niveau in een gedeeltelijke financiering van de totstandkoming, invoering en borging van veiligheidsbeleid op het gebied van agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak. De wijze van ondersteuning en stimulering van de aanpak op lokaal niveau geschiedt via het gemeentefonds in de vorm van een decentralisatie-uitkering Veilige publieke taak. In 2010 wordt aan negen gemeenten in totaal € 161 000 uitgekeerd voor het uitvoeren van de door hen ingediende veiligheidsprojecten.

10) Vrouwenopvang: tijdelijke middelen 2010 (decentralisatie-uitkering)

In het kader van de beleidsbrief «Beschermd en weerbaar» ontvangen gemeenten in 2010 € 1,9 miljoen voor vrouwenopvang. Deze middelen zijn bedoeld voor de voorbereiding op de voorgenomen invoering van de Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en voor het versterken van de regierol bij de uitvoering van de Wet tijdelijk huisverbod.

11) Winkelstraatmanagement (decentralisatie-uitkering)

Winkelstraatmanagement heeft als doel winkelgebieden veiliger en leefbaarder te maken en daardoor de economische positie van winkeliers te verbeteren. Om dit realiseren wordt een winkelstraatmanager aangesteld. Hiervoor ontvangen de deelnemende gemeenten 1,418 miljoen via een decentralisatie-uitkering uit het gemeentefonds.

12) Polarisatie en radicalisering tranche 2010 (decentralisatie-uitkering)

Op 27 augustus 2007 heeft het kabinet het actieplan Polarisatie en Radicalisering aan de Tweede Kamer aangeboden. Belangrijkste onderdeel van dit actieplan is ondersteuning en stimulering van de aanpak van polarisatie en radicalisering op lokaal niveau. De wijze van ondersteuning en stimulering van de aanpak op lokaal niveau geschiedt via het gemeentefonds in de vorm van een decentralisatie-uitkering polarisatie en radicalisering. In 2010 wordt deze aan 26 gemeenten uitgekeerd voor een totaalbedrag van € 3,04 miljoen. Hiermee worden 85 gemeenten bereikt, aangezien een aantal gemeenten van de mogelijkheid gebruik hebben gemaakt om namens meerdere gemeenten een plan van aanpak in te dienen.

13) Knelpunten inburgering (decentralisatie-uitkering)

Betreft extra middelen voor inburgering om met name meer vrijwillige inburgeraars voor het aanbod te interesseren. Hiervoor wordt in 2010 via een decentralisatie-uitkering in het gemeentefonds € 47,475 miljoen aan de betreffende gemeenten overgemaakt.

14) Instapcursussen inburgering (decentralisatie-uitkering)

Dit betreft een overboeking van € 52 000 voor de gemeenten Nieuwkoop, Kaag en Braassem en Ridderkerk van het ministerie van WWI inzake extra middelen voor de organisatie door gemeenten van instapcursussen die voorafgaan aan het inburgeringtraject. Het is een concretisering van de door de minister van WWI aangekondigde maatregel in zijn brief van 25 augustus 2009 aan de Tweede Kamer. De groep van gemeenten in kwestie ontvangen de middelen via een decentralisatie-uitkering. De middelen voor de overige gemeenten zijn reeds bij 1e suppletore begroting 2010 overgeboekt.

15) Mannenopvang

In het kader van de uitbreiding van de pilot mannenopvang eergerelateerd geweld wordt voor 2010 € 400 000 aan het gemeentefonds toegevoegd. Daarvoor worden bedden beschikbaar gesteld aan mannen die ernstige dreiging ondervinden van geweld in afhankelijkheidsrelaties. Bij ontwerpbegroting 2010 was voor dit doel al € 800 000 toegevoegd aan het gemeentefonds.

16) Impuls Brede Scholen 2010 (decentralisatie-uitkering)

Het gemeentefonds wordt incidenteel met € 315 000 verhoogd ten gunste van de gemeenten Dronten, Etten-Leur, Hof van Twente, Koggenland, Leudal, Medemblik, Midden-Drente, Opsterland, Oude IJsselstreek en Waalwijk. Dat is een correctie in verband met de afspraak dat gemeenten die geen deel meer nemen aan de regeling, voor het jaar waarin zij uitstappen uit de Impuls Brede Scholen, Sport en Cultuur de middelen voor het gehele jaar ontvangen.

17) Herstructurering bedrijventerreinen (decentralisatie-uitkering)

Het gemeentefonds wordt bij 2e suppletore begroting 2010 met in totaal € 15 miljoen incidenteel verhoogd ten gunste van twee gemeenten (Soesterberg en Veendam). Dit naar aanleiding van en conform de Motie Van Heugten (Kamerstuknummer 31 700 XI, nummer 16 herdruk) betreffende de herstructurering van bedrijventerreinen. Randvoorwaarden hierbij zijn dat de medeoverheden voor tenminste een gelijkwaardig bedrag mee investeren en dat het project binnen drie jaar tot uitvoering komt.

18) Bodemsanering (decentralisatie-uitkering)

Met ingang van 1 januari 2010 wordt een deel van het bodemsaneringsbudget uitgekeerd aan gemeenten via de decentralisatie-uitkering Bodemsanering in het gemeentefonds.

  • a) Het «Convenant bodemontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties» wordt in de periode 2010 tot en met 2014 in uitvoer gebracht door een uitvoeringsprogramma. De projectmiddelen van het uitvoeringsprogramma worden voor de jaren 2010 en 2011 door de gemeenten en provincies gedragen. De totale projectmiddelen van het uitvoeringsprogramma worden dan ook op basis van de verdeelsleutel «Apparaatskostenvergoeding» op de originele budgetverdeling in mindering gebracht. Het betreft een totaalbedrag voor de gemeenten van € 160 000. € 60 000 in 2010 en € 100 000 in 2011.

  • b) Ten behoeve van de knelpunten grondwatersanering Paleiskwartier Den Bosch en de pilot Botlek Rotterdams havengebied wordt in totaal € 6,7 miljoen in 2010 toegevoegd aan het gemeentefonds.

19) Bedrijventerreinen: Topperprojecten (decentralisatie-uitkering)

Voor de decentralisatie van een aantal Topperprojecten wordt het gemeentefonds eenmalig met € 18,36 miljoen verhoogd. Het doel van de Topperprojecten is de behoefteraming, de planning, de regionale samenwerking op het gebied van en de kwaliteit van en op bedrijventerreinen te verbeteren en daarnaast om bestaande bedrijventerreinen te herstructureren.

20) Onderzoek BCF en schatkistbankieren (Kosten Financiële-verhoudingswet)

De kosten van in totaal € 160 000 voor de evaluatie van het BTW-compensatiefonds en het onderzoek naar schatkistbankieren worden uit het onderzoeksartikel «Kosten Financiële-verhoudingswet» betaald.

3.3. Integratie-uitkeringen

Als een toevoeging aan de algemene uitkering van het gemeentefonds in één keer bezwaarlijk is vanwege de omvang van de herverdeeleffecten wordt normaliter gesproken een integratie-uitkering toegepast. De integratie-uitkering voorziet dan in een geleidelijke overgang van specifieke uitkering of eigen inkomsten naar de algemene uitkering. In tabel B4 wordt een overzicht gegeven van de integratie-uitkeringen in 2010.

Tabel B4: Overzicht integratie-uitkeringen gemeentefonds (x € 1000)
 

2010

Ontwerpbegroting 2010:

 

WMO

1 626 600

Amendement De Pater

25 000

WUW-middelen

16 061

Tijdelijke stimuleringsregeling intensivering en controle (TSIOC)

9 690

Regionale Platforms Fraudebestrijding

2 006

Ondersteuning bibliotheken

 

Waterschapswegen (knelpunten verdeelproblematiek)

2 844

Stand ontwerpbegroting 2010

1 682 201

1ste suppletore begroting 2010:

 

WMO: nominale indexatie 2009 huishoudelijke hulp

– 5 100

WMO: dure woningaanpassingen

6 000

WMO: nominale indexatie 2009 voormalige Awbz subsidieregelingen

4 700

WMO: toevoeging i.v.m dure woningaanpassingen

3 000

Wijziging betalingsverloop integratie-uitkeringen 2009

7 667

WMO: maatregelen psychosociaal in AWBZ

6 400

WMO: compensatie pakketmaatregel AWBZ

– 102 000

WMO: compensatie pakketmaatregel AWBZ nadeelgemeenten

34 000

WMO: vergoeding voor uitvoeringskosten Wtcg

2 800

WMO: bijstelling raming compensatiekosten Wtcg

2 000

Ondersteuning bibliotheken

5 791

Stand 1ste suppletore begroting 2010

1 647 459

Mutaties opgenomen in Ontwerpbegroting 2011 als Voorlopige Uitkomsten 2010:

 
  

2de suppletore begroting 2010:

 

Stand 2de suppletore begroting 2010

1 647 459

3.4. Decentralisatie-uitkeringen

Binnen het gemeentefonds bestaat naast de algemene uitkering en de integratie-uitkering ook de decentralisatie-uitkering. De verdeling van de decentralisatie-uitkering volgt evenmin als de integratie-uitkering de regels van de verdeling van de algemene uitkering van het gemeentefonds. Anders dan bij de integratie-uitkering, waar de termijn van overheveling naar de algemene uitkering van tevoren vaststaat, ontbreekt bij de decentralisatie-uitkering een dergelijke termijn. Dat maakt de uitkering geschikt voor de overheveling van specifieke uitkeringen, ook als die termijn nog niet bekend is. Ook maakt het de uitkering geschikt voor middelen die slechts tijdelijk beschikbaar zijn. In tabel B5 is een overzicht opgenomen van de decentralisatie-uitkeringen in 2010.

Tabel B5: Overzicht decentralisatie-uitkeringen gemeentefonds (x € 1000)
 

2010

Ontwerpbegroting 2010:

 

Aanpak kindermishandeling

2 916

Aanpak Marokkaans-Nederlandse probleemjongeren (Justitie-deel)

5 400

Beeldende kunst en vormgeving

13 500

Bevorderen maatschappelijke participatie vrouwen uit etnische minderheden

950

Bewonersinitiatieven wijken G18

15 000

Bewonersinitiatieven wijken G31

9 300

Budget 40+ wijken

30 000

Innovatietrajecten: Deltaplan inburgering

1 400

Koplopers regeling homo emancipatiebeleid

440

Maatregelen psychosociaal in AWBZ

6 800

Ondersteuning bibliotheken

5 791

Overheveling BDU SIV: gezond in de stad

5 000

Overheveling BDU SIV: leefbaarheid en veiligheid (BZK-deel)

31 990

Overheveling BDU SIV: leefbaarheid en veiligheid (WWI-deel)

57 566

Overheveling BDU SIV: maatschappelijke opvang

289 211

Overheveling BDU SIV: onderwijsachterstandenbeleid

164 632

Pilot gemengde scholen

750

Polarisatie en radicalisering

255

Regeling cultuurparticipatie

5 785

Regeling taalcoaches G50

843

Regeling taalcoaches overig

1 836

Sport en bewegen

3 882

Stimulering lokaal klimaatbeleid (SLOK)

15 390

Wijkactieplannen

58 500

Stand ontwerpbegroting 2010

727 137

1ste suppletore begroting 2010:

 

Spoorse doorsnijdingen

33 709

Herbestemming aandachtswijken

1 602

Polarisatie en radicalisering tranche 2009

588

Aanpak Marokkaans-Nederlandse probleemjongeren (WWI-deel)

7 000

Koplopers regeling homo emancipatiebeleid: toevoeging

40

Alle troeven in handen

700

Wijziging betalingsverloop decentralisatie-uitkeringen 2009

493

Spoorse doorsnijdingen 2e tranche aanvulling

3 612

WMO: maatregelen psychosociaal in AWBZ

– 6 800

Versterking peuterspeelzaalwerk

35 000

Overheveling BDU SIV: jeugd

21 780

Bodemsanering

25 765

Ondersteuning bibliotheken

– 5 791

Leefbaarheid en veiligheid: inzet straatcoaches Culemborg

150

Maatschappelijke opvang: aanpassing budget

8 317

Toezicht Drank & Horecawet (BZK-deel)

1 088

Toezicht Drank & Horecawet (VWS-deel)

1 087

Praktijkteam Zaltbommel

100

Jeugdwerkloosheid 2010 1e tranche

30 000

Leefbaarheid en veiligheid: toevoeging middelen Gouda

300

Herstructurering bedrijventerreinen

10 000

Uitvoeringskosten inburgering

10 440

Antillianengemeenten

4 485

Instapcursussen Inburgering

14 159

Impuls Brede Scholen 1e en 2e tranche 2010 (VWS-deel)

11 153

Impuls Brede Scholen 1e en 2e tranche 2010 (OCW-deel)

5 210

Hogeschool Almere

10 000

Vadercentra

699

Emancipatie 1 001 kracht

900

Regiospecifiekpakket Zuiderzeelijn

13 039

Overheveling BDU SIV: Onderwijsachterstandenbeleid nabetaling

8 579

Rolstoelvoorzieningen Arnhem

1 400

Sport en bewegen

4 134

Uitvoeringskosten WWIK

3 427

Stand 1ste suppletore begroting 2010

983 502

Mutaties opgenomen in Ontwerpbegroting 2011 als Voorlopige Uitkomsten 2010:

 

Pilots gemengde scholen

50

Herbestemming aandachtswijken 2e tranche

400

Maatschappelijke opvang: aanpassing budget

10 300

Impuls Brede Scholen 3e tranche en correctie 1e en 2e tranche 2010 (VWS-deel)

7 766

Impuls Brede Scholen 3e tranche en correctie 1e en 2e tranche 2010 (OCW-deel)

3 627

  

2de suppletore begroting 2010:

 

Jeugdwerkloosheid 2e tranche

40 200

Tegemoetkoming pilot loondispensatie

5 880

Krimp

16 250

Nationaal actieplan sport en bewegen

651

Bevordering arbeidsparticipatie alleenstaande ouders

2 600

Wachtlijsten kinderopvang

2 700

Drugspilots

2 694

Koplopers tijdbeleid

450

Veilige publieke taak

161

Vrouwenopvang: tijdelijke middelen 2010

1 900

Winkelstraatmanagement

1 418

Polarisatie en radicalisering tranche 2010

3 040

Knelpunten inburgering

47 475

Instapcursussen inburgering

52

Impuls Brede Scholen 2010 (OCW-deel)

– 47

Impuls Brede Scholen 2010 (VWS-deel)

362

Herstructurering bedrijventerreinen

15 000

Bodemsanering

6 640

Bedrijventerreinen: Topperprojecten

18 360

Stand 2de suppletore begroting 2010

1 171 431

Naar boven