32 563 Oostvaardersplassen

Nr. 54 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 maart 2015

Op 2 december 2014 heeft de BeheerAdviesCommissie Oostvaardersplassen (kortweg BAC) mij haar eindadvies aangeboden over het door Staatsbosbeheer gevoerde beheer van de grote grazers. Dit Evaluatierapport 2010–2014 bied ik u hierbij aan1. Dit advies vormde tevens de afsluiting van de werkzaamheden van deze adviescommissie, die door mij per 1 januari 2015 van haar taak is ontheven.

De BAC beoordeelt het beheer over de periode 2010 tot en met 2014 aan de hand van het eerdere advies van de International Commission on the Management of the Oostvaardersplassen (ICMO-2), dat indertijd onder leiding van oud-staatssecretaris Gàbor is opgesteld. Het ICMO-2-advies is door mij en mijn ambtsvoorgangers als leidraad voor het beheer van de grote grazers overgenomen. De BAC is in grote lijnen positief over het gevoerde beheer, waarin een evenwicht is gevonden tussen natuurlijke ontwikkeling van de populatie en het voorkomen van onnodig lijden van de edelherten, konikpaarden en Heckrunderen in de winterperiode.

Inhoud van het Evaluatierapport van de BAC

Enkele conclusies uit het BAC rapport:

  • Op basis van de behaalde resultaten met het vroeg-reactief beheer concludeert de commissie dat deze beheersvorm een werkbaar instrument is gebleken.

  • Zorgen rond de ontwikkeling van beschutting voor de grote grazers maken een meer intensieve aanpak voor behoud van kwaliteit van de bosgebieden op de lange termijn noodzakelijk.

  • Na het aflopen van de aanstellingsperiode van de BAC hoort de verantwoordelijkheid voor uitvoering, onderhoud en aanpassing van het managementplan volledig bij Staatsbosbeheer te liggen.

  • De BAC adviseert in de toekomst één integraal managementplan door Staatsbosbeheer te laten onderhouden, waaraan alle voor beheer van het gebied relevante zaken ten grondslag liggen, zoals wet- en regelgeving, afspraken met beleidmakers en adviezen van deskundigen.

  • De BAC adviseert mij om samen met provincie Flevoland en Staatsbosbeheer na te gaan in welke vorm en onder wiens verantwoordelijkheid het meest adequaat met de diverse aspecten van het gevoerde beheer en het ermee samenhangend maatschappelijk spanningsveld kan worden omgegaan. Een mogelijke aanpak is om door Staatsbosbeheer een maatschappelijke adviescommissie te laten instellen die de Staatsbosbeheerdirectie gevraagd en ongevraagd adviseert over de diverse met het beheer verbonden aspecten.

Reactie op het eindrapport van de BAC

Ik kan mij goed vinden in de beoordeling van het beheer van de grote grazers in het Oostvaardersplassengebied door Staatsbosbeheer. Naar mijn mening gaat Staatsbosbeheer zorgvuldig om met de kudden in het gebied en houdt daarbij voldoende rekening met het welzijn van de populaties grote grazers. Ik realiseer mij dat dit onderdeel van het beheer regelmatig vragen oproept. Dat vergt een voortdurende reflectie op de keuzen die in het beheer van de grote grazers worden gemaakt. Daarbij speelt ook mee dat de kudden van groot belang zijn voor het behalen van de Natura2000-doelen en het behoud van de vogelpopulaties in het moerasdeel van het gebied. In het door mij opgestelde Natura2000-beheerplan komt deze samenhang ook duidelijk naar voren.

Verantwoordelijkheden van het Ministerie van Economische Zaken, provincie Flevoland en Staatsbosbeheer anno 2015

De laatste jaren is het nodige veranderd in de verantwoordelijkheidsverdeling tussen partijen. Daarom is het goed om de verantwoordelijkheden opnieuw te duiden:

  • De verantwoordelijkheid voor het natuurbeleid is gedecentraliseerd van het Rijk naar de provincies. De provincies gaan over de realisatie van het natuurnetwerk en de uitvoering van het beheerplan Natura 2000 en de financiering van het dagelijks beheer. Voor de Oostvaardersplassen betekent dat dat het Ministerie van Economische Zaken na vaststelling van het beheerplan Natura 2000 de verantwoordelijkheid voor het beheer van dit gebied overdraagt aan de provincie Flevoland. Het beheer wordt dan op kosten van Flevoland door Staatsbosbeheer conform de decentralisatieafspraken uitgevoerd.

  • Tussen het Ministerie van Economische Zaken en Staatsbosbeheer is op 4 december 2014 een nieuw convenant gesloten over de positionering van Staatsbosbeheer en de maatschappelijke rol die Staatsbosbeheer vertegenwoordigt. Dit houdt onder meer in dat Staatsbosbeheer zelf verantwoordelijk is voor het omgaan met de maatschappelijke spanningen die er rond het Oostvaardersplassengebied optreden.

  • Het Ministerie van Economische Zaken houdt als nationale overheid de eindverantwoordelijkheid voor het systeem van Natura 2000-gebieden. Verder heeft het Ministerie van Economische Zaken de beleidsverantwoordelijkheid voor dierenwelzijn en diergezondheid. Ik blijf vanuit die basis verantwoordelijk voor het beheer van de grote grazers. Daarbij blijven de aanbevelingen van ICMO-2 leidend. Dat geldt echter niet voor het hele gebied, maar alleen voor het kerngebied (zie hierna). Daarnaast onderhoudt het Ministerie van Economische Zaken de eigenaarsrelatie met Staatsbosbeheer. Op basis daarvan zal ik periodiek een externe audit laten uitvoeren van het gevoerde beheer in de Oostvaardersplassen.

Beheer van de Oostvaardersplassen in de toekomstige periode

In samenhang met de conclusies van de evaluatie van de BAC wil ik de blik vooral richten op de toekomst. Er lijkt nu een goed momentum aanwezig op basis waarvan Staatsbosbeheer een aantal positieve stappen kan zetten voor het gebied. Stappen die recht doen aan de bestaande waarden, maar ook recht doen aan zorgen die er leven in de maatschappij en de uitdagingen die zich voordoen.

Kernpunten zijn:

  • De waarde van het gebied voor vogels zal meer dan voorheen centraal staan. Het Natura2000-beheerplan is er op gericht om het gebied geschikt te houden voor de kritische vogelsoorten die bij de Nederlandse delta horen. Het moerasdeel van de Oostvaardersplassen voldoet op termijn niet om Natura 2000-vogelsoorten in voldoende mate een geschikt leefgebied te bieden. In het Natura 2000-beheerplan is een maatregel opgenomen (de zgn. reset) om door middel van een tijdelijke waterstandverlaging, gevolgd door herinundatie, de rietvegetatie te verjongen en deze meer geschikt te maken voor de (moeras)vogels.

    De grote grazers zijn in het verleden geïntroduceerd om de functie van het gebied voor deze vogelsoorten te faciliteren, en hebben zich geleidelijk aan ontwikkeld tot integraal onderdeel van het ecosysteem. De grote grazers houden foerageergebieden in stand voor de vogels die vooral in het moeras broeden. Maar ook de overwinterende vogels in de Oostvaardersplassen zijn voor een groot deel afhankelijk van het grazige deel. De grote grazers ondersteunen door het open houden van het gebied de vogeldoelstellingen dus in sterke mate. Via systematische monitoring wordt de ontwikkeling van het gebied nauwkeurig gevolgd.

  • Ik zou vanaf nu willen spreken over het Oostvaardersplassengebied met daarin verschillende zones. Een volwaardig en samenhangend gebied met functies voor allereerst natuur, maar ook voor recreatie, landschap en cultuur. Het gebied leent zich bij uitstek voor een natuurlijk gezoneerde opbouw met in de binnenste deel het moeras met de unieke natuurwaarden (vooral vogels). Dit gaat over in de grazige vlakte binnen het bestaande raster met de grote grazers en de ruimte voor de ganzen. Daarbuiten bevindt zich de bosrijke schil (o.a. Hollandse Hout, Oostvaardersveld, Kotterbos) waar verschillende functies samenkomen. Het gaat dan om o.a. natuur, bos, landschap, recreatie. Het beheer wil ik op een natuurlijk manier afstemmen op de functies die aan de orde zijn. Op de grazige vlakte wordt het vroeg-reactief beheer (ICMO-2) voortgezet en in lijn met de adviezen van de BeheerAdviesCommissie geoptimaliseerd. In de bosrijk schil, waar verschillende functies samenkomen, zal het beheer anders vormgegeven worden. Het aantal grazers (veelal edelherten) zal afgestemd moeten zijn op de verschillende waarden die hier aan de orde zijn. De beheervorm voor dit gebied zal worden vastgelegd in een beheerplan en in samenspraak met de omgeving in het komend jaar worden uitgewerkt.

  • Mensen moeten meer kunnen genieten van de unieke kwaliteiten van het gebied. Toerisme en recreatie krijgen rond maar ook in het gebied een steviger plek. Daarbij wordt gekeken naar het hele spectrum van lokale recreant tot internationale toerist. De visuele beleving (landschap) van het gebied wordt belangrijker.

  • Versterking van de banden met de wetenschap. Het Oostvaardersplassengebied kent unieke kansen voor onderzoek en als bron voor kennis. Niet alleen onderzoek naar de ontwikkeling van ecologische processen, maar ook naar de relatie tussen mens en natuur. Voor het toekomstig beheer blijft er grote behoefte bestaan aan up to date wetenschappelijke kennis en inzichten. Staatsbosbeheer wil structurele relaties aanknopen of bestendigen met een aantal wetenschappelijke instellingen en opleidingen. Daarbij zijn nadrukkelijk ook de Flevolandse opleidingen in beeld. Om onderzoek en monitoring te faciliteren wil Staatsbosbeheer op korte termijn de faciliteiten van een veldstation gaan aanbieden.

  • Maatschappelijke borging. Ook in de toekomst zal het beheer van grote kuddes maatschappelijke discussies oproepen. Deze discussies verdienen blijvend aandacht, als onderdeel van de totale ontwikkeling van het gebied. Daarom wil Staatsbosbeheer een podium bieden voor en de discussie aangaan over de verschillende inzichten, niet alleen over dierenwelzijn, maar ook over andere maatschappelijke issues.

Tenslotte

Het Oostvaardersplassengebied is een bijzonder gebied met unieke natuurwaarden. De bestuurlijke structuur heb ik in deze brief duidelijk neergezet. In lijn met de aanbevelingen van de BAC met betrekking tot de toekomstige adviesstructuur heb ik mij hierover beraden. Daarbij heb ik ook de verantwoordelijk gedeputeerde van Flevoland betrokken.

Gezamenlijk zijn we tot de conclusie gekomen dat het verstandig is dat Staatsbosbeheer zelf een maatschappelijke adviescommissie instelt voor het beheer van het Oostvaardersplassengebied. Dit past in de zelfstandige positionering en maatschappelijke rol van Staatsbosbeheer, zoals die is vastgelegd in het convenant tussen Staatsbosbeheer en het Ministerie van Economische Zaken.

Deze commissie kan voor Staatsbosbeheer een platform bieden om de maatschappelijke borging van het beheer van het Oostvaardersplassengebied te realiseren.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven