32 549 Wijziging van de Telecommunicatiewet ter implementatie van de herziene telecommunicatierichtlijnen

Nr. 37 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 juni 2011

In de plenaire vergadering over de wijziging van de Telecommunicatiewet van 8 juni jongstleden (Handelingen II 2010/11, nr. 90, behandeling Wijziging van de Telecommunicatiewet ter implementatie van de herziene telecommunicatierichtlijnen (32 549)) vroeg het lid Verburg (CDA) om aan te geven wat het amendement Verhoeven c.s. (TK 2010–2011, 32 549, nr. 17) betekent voor eindgebruikers en aanbieders. Deze informatie treft u hierbij aan.

Inleiding

Door de Tweede Kamer is op 18 mei jongsleden met een grote meerderheid de motie Braakhuis aangenomen. Deze motie verzoekt de regering in de Telecommunicatiewet op te nemen dat telecomaanbieders niet op basis van het soort gebruik van dataverkeer mogen differentiëren en daarmee netneutraliteit te garanderen. De motie is ingediend op het moment dat meerdere mobiele telecomaanbieders innovatieve concurrerende diensten (zouden willen) belemmeren. Het gebruik van door andere aanbieders geleverde diensten zoals «Skype» en «What’s app» gaat ten koste van de bel- en sms inkomsten van de telecombedrijven. Om kannibalisatie van de eigen inkomsten te voorkomen, willen enkele aanbieders dit soort concurrerende diensten alleen nog in duurdere abonnementen voor internettoegang toestaan.

De grote bloei en innovatie op het gebied van internet van de afgelopen jaren is voor een belangrijk deel te danken aan de opkomst van nieuwe diensten en toepassingen. Omdat ik het ongewenst vind dat de opkomst van deze diensten en toepassingen om voornoemde reden wordt belemmerd door de transporteur van deze diensten, heb ik aangegeven de motie Braakhuis uit te willen voeren. Hiertoe was ik van plan te komen met een Nota van Wijziging. Inmiddels heeft de Tweede Kamer echter het amendement Verhoeven c.s. al ingediend ter uitvoering van de motie. Ik had graag wat meer tijd gehad om de Nota van Wijziging op te stellen om de consequenties in de markt goed te kunnen overzien en af te kunnen stemmen met onder andere de Europese Commissie. Echter, zoals aangegeven tijdens de plenaire vergadering van 8 juni jongstleden, omarm ik het amendement Verhoeven omdat het volgens mij de essentie van de motie Braakhuis invult. In het vervolg van deze brief zal ik, aan de hand van een appreciatie wat het betekent voor eindgebruikers en aanbieders, aangeven waar mijn sympathie op is gebaseerd.

Eindgebruikers

In lijn met overweging 28 van Richtlijn 2009/136/EG betekent netneutraliteit voor mij dat eindgebruikers die een abonnement voor internettoegang hebben afgesloten naar eigen keuze informatie kunnen ontvangen en zenden, zelf kunnen bepalen welke applicaties ze gebruiken en welke apparaten ze aan het internet verbinden. Ofwel keuzevrijheid voor de eindgebruiker. Het blokkeren of extra belasten van internetdiensten grijpt in op deze keuzevrijheid en wordt voorkomen door het gestelde in het amendement.

Keuzevrijheid voor een eindgebruiker betekent ook het kunnen kiezen tussen verschillende abonnementsvormen. Maar dan wel abonnementsvormen die een relatie hebben met het verbruik door een eindgebruiker, bijvoorbeeld in bandbreedte en de hoeveelheid verbruikte data. En niet of daar een dienst bij zit waar een aanbieder van internettoegang last van heeft. Of de prijzen van de goedkoopste abonnementen voor internettoegang door het amendement omhoog gaan, zal de toekomst uitwijzen. Het valt zeker niet uit te sluiten. Om te bepalen wat het uiteindelijk voor de kosten die een eindgebruiker aan communicatiediensten kwijt is betekent, moet het abonnement voor internettoegang in combinatie worden bezien met een telefoonabonnement. Als iemand bijvoorbeeld meer gebruik maakt van VOIP, kan hij mogelijk toe met een kleinere (goedkopere) belbundel. De proposities die de aanbieders in de markt gaan zetten en het communicatiegedrag van een individuele eindgebruiker zal bepalen hoeveel een eindgebruiker kwijt is. Het is lastig om daar exacte uitspraken over te doen.

Aanbieders

Ik maak hier een onderscheid tussen aanbieders van diensten over het internet en aanbieders van internettoegang.

Het verlies van netneutraliteit is een bedreiging voor aanbieders van innovatieve internetdiensten. Als sommige internetdiensten alleen nog toegankelijk zijn voor eindgebruikers met een duurder abonnement kan dit de ontwikkeling van nieuwe diensten remmen. Een nieuwe dienst kan in zo’n geval niet meer toegankelijk zijn voor het grote publiek maar nog slechts voor een klein segment klanten die meer betalen voor hun internettoegang. Het amendement Verhoeven voorkomt dat aanbieders van internettoegang verdienmodellen frustreren van aanbieders van nieuwe diensten.

De groei van het mobiele internet en de druk op traditionele verdienmodellen maken dat aanbieders van (mobiele) internettoegang op zoek zijn naar nieuwe verdienmodellen. Ik onderken nadrukkelijk het belang van aanbieders om ruimte te hebben voldoende te verdienen voor onder andere de noodzakelijke investeringen in hun netwerken. Die ruimte biedt het amendement naar mijn mening. Er blijven, zij het met beperktere vrijheidsgraden dan nu het geval is, mogelijkheden om te differentiëren, zoals op prijs, snelheid en datagebruik. Wel onderken ik dat het amendement de aanbieders in relatief korte tijd dwingt om hun proposities in de markt aan te passen.

Verder vind ik het van essentieel belang dat aanbieders het noodzakelijke netwerkmanagement kunnen doen om een goede internettoegang te garanderen, zoals bij congestie, de integriteit en veiligheid van het netwerk en klanten kunnen waarborgen en spam goed kunnen bestrijden. Het amendement biedt naar mijn mening die mogelijkheden.

Tot slot

Conform het regeerakkoord bevordert dit kabinet een vrij en open internet. Het amendement draagt daar naar mijn mening toe bij omdat het rekening houdt met de volgende belangen:

  • Eindafnemers met een abonnement voor internettoegang willen gebruik maken van internet zonder beperkingen in diensten of content.

  • Netwerkeigenaren willen het exponentieel groeiende verkeer op hun netwerk kunnen managen en kunnen investeren in hun netwerken.

  • Aanbieders van diensten en content willen gemakkelijk toegang tot netwerken om zo hun klanten te bereiken.

Tenslotte, omdat de telecommarkt een dynamische markt is, vind ik het belangrijk om ruimte te hebben in geval van onvoorziene omstandigheden zaken uit het amendement nader te verduidelijken of te specificeren. Die ruimte zie ik in het amendement terug in lid 4.

De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M. J. M. Verhagen

Naar boven