32 549 Wijziging van de Telecommunicatiewet ter implementatie van de herziene telecommunicatierichtlijnen

Nr. 18 AMENDEMENT VAN HET LID VAN DAM

Ontvangen 8 juni 2011

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Na artikel I, onderdeel W, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Wa

Na artikel 6a.21 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 6a.21a

  • 1. Het college kan aan een onderneming die een aanmerkelijke marktmacht heeft bij het aanbieden van programmadiensten, op grond van artikel 6a.21, derde lid, mede verplichtingen in verband met toegang opleggen als bedoeld in de artikelen 6a.6 tot en met 6a.10.

  • 2. Het college legt aan een onderneming die een aanmerkelijke marktmacht heeft bij het aanbieden van programmadiensten, op grond van artikel 6a.21, derde lid, de verplichting op om op groothandelsniveau programmadiensten en bijbehorende faciliteiten aan te bieden voor de wederverkoop aan eindgebruikers tegen een door het college vastgesteld tarief, tenzij de geringe omvang van het omroepnetwerk of de geringe potentiële vraag naar wederverkoop zulks niet rechtvaardigt.

Toelichting

Gelet op de moeite die het OPTA gekost heeft en nog kost om concurrenten van kabelbedrijven toegang te verschaffen tot de kabelnetwerken of de gelegenheid te bieden de programmadienst tegen groothandelstarieven af te nemen en zelf weder te verkopen aan consumenten, is het gerechtvaardigd enkele mogelijkheden voor OPTA een wettelijke basis te geven. Dat gebeurt met dit amendement. Aangezien de Europese telecommunicatierichtlijnen niet zien op de inhoudsdiensten, is er ruimte voor de nationale regelgever om specifieke regels op te stellen die zien op inhoudsdiensten. De wetgever heeft dat eerder al gedaan met de opname van paragraaf 6a.7 in de Telecommunicatiewet, in afwijking van de bepalingen in de Europese richtlijnen. Deze bepalingen hebben echter nog niet het gewenste effect gehad. Dit amendement beoogt dat effect wel te hebben.

Ten eerste regelt het amendement dat OPTA een toegangsverplichting kan opleggen aan aanbieders van een programmadienst.

Ten tweede regelt het amendement dat OPTA een aanbieder van een programmadienst met een aanmerkelijke marktmacht altijd de verplichting moet opleggen de dienst en bijbehorende faciliteiten op groothandelsniveau aan te bieden tegen door OPTA vastgesteld tarief. Een ruime meerderheid van de Kamer wenst al lange tijd dat kabelaanbieders hun televisiesignaal ook aan concurrenten aanbieden voor wederverkoop, met dit amendement wordt dit geregeld. Alleen indien sprake is van een zeer klein omroepnetwerk met een zeer gering aantal gebruikers en daarmee een zeer gering aantal potentiële klanten voor wederverkoop, kan OPTA besluiten af te zien van de verplichting het programma-aanbod beschikbaar te stellen voor wederverkoop. Er valt wat dat betreft geen duidelijke grens te stellen van het aantal aangeslotenen van een omroepnetwerk, maar gedacht moet worden aan enkele duizenden huishoudens, niet tien- of honderdduizenden.

Van Dam

Naar boven