32 546 Wijziging van de Kaderwet elektronische zorginformatieuitwisseling in verband met de uitbreiding van de mogelijkheden tot handhaving bij misbruik van het EPD

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om aanvullende regels te stellen met betrekking tot het onrechtmatig verwerken van patiëntgegevens en dat het wenselijk is de toegang tot het landelijke en de regionale elektronische patiëntendossiers te beperken en dat daartoe de Kaderwet elektronische zorginformatieuitwisseling en de Wet op de medische keuringen dienen te worden gewijzigd;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Kaderwet elektronische zorginformatieuitwisseling wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 13f wordt een artikel ingevoegd luidende:

Artikel 13fa

  • 1. Indien dit naar het oordeel van Onze Minister voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de cliënt, voor een tijdige en nauwkeurige verwerking van de juiste gegevens, voor een elektronisch patiëntendossier waarbij uitsluitend de desbetreffende cliënt betreffende gegevens worden verwerkt of voor de integriteit van het systeem van het landelijk schakelpunt en de daarop aangesloten zorginformatiesystemen noodzakelijk is, kan Onze Minister besluiten tot weigering van de aansluiting op of afsluiting van het landelijk schakelpunt van het zorginformatiesysteem van een zorgaanbieder.

  • 2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de redenen waarvoor en de omstandigheden waaronder de in het eerste lid bedoelde weigering van de aansluiting of de afsluiting kan plaatsvinden.

B

Artikel 13h wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid, komt, onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel c door een punt, de zinsnede «behalve voor zover dit noodzakelijk is voor de uitvoering van zorgverzekeringen of voor zijn wettelijke taak» te vervallen.

2. In het vierde lid, komt, onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel c door een punt, de zinsnede «behalver voor zover dit noodzakelijk is voor de uitvoering van zijn wettelijke taak» te vervallen.

C

Artikel 13ha komt te luiden:

Artikel 13ha

De zorgverzekeraar:

  • a. heeft geen toegang tot de voorzieningen van het landelijk schakelpunt;

  • b. heeft geen toegang tot zorginformatiesystemen, als bedoeld in artikel 13hb; en

  • c. verwerkt geen gegevens uit het elektronisch patiëntendossier of uit een zorginformatiesysteem als bedoeld in onderdeel b.

D

In hoofdstuk 2A wordt na artikel 13j een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 13k

Vooruitlopend op de inwerkingtreding van de wettelijke verplichtingen met betrekking tot de aansluiting op het landelijk schakelpunt, bedoeld in artikel 13f tot en met 13h, is op een vrijwillige aansluiting op het landelijk schakelpunt door een zorgaanbieder, het gestelde bij of krachtens deze wet omtrent deze aansluiting, met inbegrip van de eisen met betrekking tot de beveiliging, de verwerking van gegevens alsmede het toezicht en de handhaving van toepassing, met dien verstande dat:

  • a. ingevolge die toepassing voor de zorgaanbieder een bevoegdheid in plaats van een verplichting ontstaat tot aansluiting op het landelijk schakelpunt, en

  • b. het gestelde omtrent de toegang van de patiënt tot het landelijk schakelpunt, bedoeld in artikel 13a, tweede lid, en de afscherming van de indexgegevens van de cliënt voor het opvragen en raadplegen door een bepaalde zorgaanbieder of een bepaalde categorie van zorgaanbieders, bedoeld in artikel 13e, tweede lid, onder a, niet van toepassing is.

E

Aan artikel 16a worden twee leden toegevoegd luidende:

  • 5. Onze Minister is bevoegd een beroepsbeoefenaar die zijn beroep uitoefent in het kader van een instelling als bedoeld in artikel 1 van de Kwaliteitswet zorginstellingen, een bestuurlijke boete van ten hoogste € 6 700 op te leggen ter zake van het onrechtmatig opvragen, openbaar maken, verspreiden of verstrekken van een gegeven uit een elektronisch patiëntendossier, dan wel een zorginformatiesysteem als bedoeld in artikel 13hb.

  • 6. Van het onrechtmatig opvragen, openbaar maken, verspreiden of verstrekken van een gegeven is sprake indien:

    • a. deze gegevensverwerking niet noodzakelijk is met het oog op een goede behandeling of verzorging van zijn cliënt als bedoeld in artikel 13f, tweede lid, onderdeel a;

    • b. de cliënt bezwaar heeft gemaakt tegen deze gegevensverwerking bij de zorgaanbieder of het klantenloket als bedoeld in artikel 13f, tweede lid, onderdeel b;

    • c. de cliënt met betrekking tot de opvraging geen toestemming heeft gegeven als bedoeld in artikel 13f, derde lid, of

    • d. de beroepsbeoefenaar die de verwerking verricht geen zorg verleent aan de cliënt als bedoeld in artikel 13h.

F

Na artikel 16a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 16b

Indien de beroepsbeoefenaar een van de in de artikelen 138a of 272 van het Wetboek van Strafrecht omschreven misdrijven begaat in de uitoefening van zijn beroep, kan hij, indien het feit met betrekking tot patiëntgegevens, dan wel gegevens omtrent de gezondheid van de patiënt als bedoeld in artikel 454 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, is begaan, van de uitoefening van dat beroep worden ontzet.

ARTIKEL II

In artikel 2a van de Wet op de medische keuringen komt onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel c door een punt, de zinsnede «behalve voor zover dit noodzakelijk is voor de uitvoering van zijn wettelijke taak» te vervallen.

ARTIKEL III

Indien het bij koninklijke boodschap van 7 juni 2010 ingediende voorstel van wet houdende de Wet cliëntenrechten zorg (Kamerstukken II 2009/10, 32 402, nrs. 12)) tot wet wordt verheven en eerder in werking treedt dan deze wet, wordt in artikel I, onderdeel E van deze wet de zinsnede «die zijn beroep uitoefent in het kader van een instelling als bedoeld in artikel 1 van de Kwaliteitswet zorginstellingen» vervangen door: die zorg verleent voor een zorgaanbieder als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c, onder 1°.

ARTIKEL IV

Indien het bij koninklijke boodschap van 7 juni 2010 ingediende voorstel van wet houdende de Wet cliëntenrechten zorg (Kamerstukken II 2009/10, 32 402, nrs. 12) tot wet wordt verheven en later in werking treedt dan deze wet wordt die wet als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 22 wordt een derde lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de vorm waarin en de wijze waarop de verstrekking van de bescheiden, bedoeld in het eerste lid, plaatsvindt.

B

Artikel 65 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt de zinsnede «De Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg» vervangen door: De Kaderwet elektronische zorginformatieuitwisseling

2. In onderdeel B wordt de zinsnede «artikel 8, eerste lid, van de Kwaliteitswet zorginstellingen» vervangen door: artikel 7, eerste lid, van de Kwaliteitswet zorginstellingen.

3. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

C

In artikel 16a, vijfde lid, wordt «die zijn beroep uitoefent in het kader van een instelling als bedoeld in artikel 1 van de Kwaliteitswet zorginstellingen» vervangen door: die zorg verleent voor een zorgaanbieder als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c, onder 1°.

ARTIKEL V

Indien het bij begeleidende brief van 26 augustus 2008 ingediende voorstel van wet van de leden Ten Hoopen, Slob en Van der Burg tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, de Leegstandwet, en enige andere wetten in verband met het verder terugdringen van kraken en leegstand (Wet kraken en leegstand) (31 560) tot wet wordt verheven en eerder in werking treedt dan deze wet, komt onderdeel F van deze wet als volgt te luiden:

F

Na artikel 16a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 16b

Indien de beroepsbeoefenaar een van de in de artikelen 138ab of 272 van het Wetboek van Strafrecht omschreven misdrijven begaat in de uitoefening van zijn beroep, kan hij, indien het feit met betrekking tot patiëntgegevens, dan wel gegevens omtrent de gezondheid van de patiënt als bedoeld in artikel 454 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, is begaan, van de uitoefening van dat beroep worden ontzet.

ARTIKEL VI

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen en onderdelen verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Naar boven