32 545 Wet- en regelgeving financiële markten

Nr. 204 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 mei 2024

De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) rapporteren elk jaar aan de Minister van Financiën over door hen geconstateerde knelpunten in wet- en regelgeving op het terrein van de financiële markten. Bijgevoegd vindt u de rapportages die DNB en de AFM mij dit jaar hebben toegestuurd. Hieronder formuleer ik mijn reactie op de wetgevingswensen die daarin staan geformuleerd.

AFM

Melden bruto shortposities

Ik sta positief tegenover de door de AFM verzochte aanpassing van de meldplicht voor bruto shortposities voor marketmakers. Daarbij onderschrijf ik dat het van belang is dat de markt een volledig beeld heeft van de daadwerkelijke posities in een uitgevende instelling en dat hierover geen onduidelijkheid ontstaat.

Er zijn geen vergelijkbare meldplichten voor bruto shortposities in uitgevende instellingen in andere Europese landen. Het ligt dan ook, mede gelet op het belang van een concurrerend en gelijk speelveld, in de rede om de meldplicht voor bruto shortposities (en eventuele aanpassing hiervan) eerst op de Europese agenda te brengen. Een herziening van de betreffende Europese richtlijn, de richtlijn transparantie, wordt echter niet op korte termijn voorzien. Om die reden ben ik voornemens om in de eerstvolgende wijzigingscyclus op het terrein van de financiële markten in te zetten op de door de AFM verzochte aanpassing van de meldplicht voor bruto short posities voor marketmakers door het uitzonderingskader van de meldplicht voor bruto short posities in lijn te brengen met het uitzonderingskader van de meldplicht voor posities in kapitaal en stemmen in uitgevende instellingen.

Duurzaamheidsvoorkeuren uitvragen bij pensioen- en lijfrentes

In de Wet op het financieel toezicht is bepaald dat indien advies wordt gegeven over verzekeringen met een beleggingscomponent de duurzaamheidsvoorkeuren van de cliënt dienen te worden uitgevraagd. Voor het adviseren over pensioenverzekeringen is het uitvragen van duurzaamheidsvoorkeuren niet voorgeschreven. De door de AFM voorgestelde wijziging lijkt voor de hand te liggen zodat voor het adviseren over pensioenverzekeringen dezelfde regels met betrekking tot duurzaamheid gaan gelden als voor verzekeringen met een beleggingscomponent. In overleg met de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zal worden bezien of onderscheid tussen tweede- en derdepijlerpensioenverzekeringen noodzakelijk is.

Wensen uit vorige Wetgevingsbrieven

In het tweede deel van de brief brengt de AFM een viertal wensen uit eerdere wetgevingsbrieven opnieuw onder de aandacht. Ik zie de wetgevingsbrieven als een waardevol instrument voor een transparante dialoog tussen beleid en toezicht, zodat knelpunten en hiaten in het wettelijk kader waar nodig kunnen worden aangepakt. Ik zet het gesprek met de AFM over haar eerdere wetgevingswensen graag voort.

DNB

Boetecategorie opknippen trustdiensten

Ik onderschrijf het probleem dat professionele instellingen bewust trustdiensten opsplitsen om zich aan de Wet toezicht trustkantoren 2018 te onttrekken. Het aantonen van het opknippen van trustdiensten is tijdrovend voor DNB.

Ik kan mij vinden in de verhoging van de boetecategorie van 2 naar 3. Ik zal bij een eerstvolgende gelegenheid het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector (Bbbfs) aanpassen zodat de boetecategorie gelijk is aan het verbod om trustdiensten te verlenen zonder vergunning.

Heffingsreserve verruimen

DNB vraagt om een uitbreiding van de gebruiksmogelijkheden van de heffingsreserve. DNB stelt voor om de maximale omvang te verhogen, de financieringsmethodiek uit te breiden en de optie te creëren om de reserve ook aan te kunnen wenden voor het financieren van structurele knelpunten.

De heffingsreserve is een instrument dat DNB sinds 1 januari 2023 kan inzetten om disproportionele fluctuaties in de heffingen, als gevolg van incidentele gebeurtenissen, te dempen.1 Ik heb begrip voor de uitdagingen van DNB als gevolg van de doorberekening van de kosten aan de sector, maar zie vooralsnog onvoldoende aanleiding om de heffingsreserve te verruimen.

Vanwege de recente introductie van de heffingsreserve is in de praktijk nog niet gebleken dat de heffingsreserve onvoldoende mogelijkheden biedt om de knelpunten te verlichten. Ik vind het daarom verstandig om de effectiviteit van de heffingsreserve eerst in de praktijk te monitoren.

Tot slot

De rapportages van de AFM en DNB leveren een waardevolle bijdrage aan de verbetering van de wet- en regelgeving voor de financiële markten. Ik ben de toezichthouders erkentelijk voor hun rapportages en blijf graag met hen het bredere gesprek voeren over de ontwikkelingen in de financiële sector en over het nut, de noodzaak en de wenselijkheid van aanpassing van wet- en regelgeving.

De Minister van Financiën, S.P.R.A. van Weyenberg


X Noot
1

Zie de Wijzigingswet financiële markten 2022, Kamerstukken 35950.

Naar boven