32 513 Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven

Nr. 13 VERSLAG OVER HET VERZOEKSCHRIFT1 VAN M.T. TE D.2 BETREFFENDE REISKOSTENAFTREK

Vastgesteld 23 september 2010

Klacht

Verzoeker klaagt erover dat hij zijn reiskosten over 2007 niet heeft kunnen aftrekken omdat hij niet over de plaatsbewijzen beschikte.

Feiten

Verzoeker is zijn stamkaart openbaar vervoer en zijn maandkaarten openbaar vervoer over 2007 verloren. De inspecteur van de Belastingdienst weigert reisaftrek te verlenen omdat verzoeker daardoor niet over de vervoerbewijzen beschikte en deze niet kon tonen. Hij heeft bezwaar gemaakt tegen de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 2007; de inspecteur van de Belastingdienst heeft het bezwaar afgewezen. Hij heeft geen beroep ingesteld bij de rechtbank.

Overwegingen

Verzoeker voert aan dat hij door het verliezen van de stamkaart en de maandkaarten openbaar vervoer over het jaar 2007 deze niet kon doen toekomen aan de Belastingdienst zodat hem aftrek van reiskosten over dat jaar is geweigerd. Hij heeft echter de reiskosten over het jaar 2006 wel mogen aftrekken en zal ook over de jaren 2008 en 2009 zijn reiskosten kunnen aantonen.

De minister van Financiën wijst erop dat de Hoge Raad onlangs een arrest heeft gewezen waarin de uitspraak van het Hof van Amsterdam wordt bevestigd dat volgens artikel 16 derde lid van de Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 de plaatsbewijzen aan de inspecteur op zijn verzoek moeten worden overgelegd.

De hardheidsclausule kan alleen worden toegepast bij een onbillijkheid van overwegende aard. Daarvan is alleen sprake als het gaat om een gevolg dat de wetgever had voorkomen als hij dat bij het maken van de wet had voorzien. De wetgever heeft bewust de voorwaarde gesteld dat plaatsbewijzen moeten worden overgelegd om in aanmerking te komen voor de reiskostenaftrek. De hardheidsclausule is niet bedoeld voor een situatie waarin de wet een gevolg heeft dat om persoonlijke redenen als een hardheid wordt ervaren.

Oordeel van de commissie 3

De minister kan in zijn standpunt worden gevolgd dat de hardheidsclausule niet van toepassing is.

Bovendien zijn wet- en regelgeving en jurisprudentie duidelijk over de reiskostenaftrek. De uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 bepaalt dat plaatsbewijzen op verzoek van de inspecteur moeten worden overgelegd om in aanmerking te komen voor de reiskostenaftrek.

Voorstel aan de Kamer

Er is geen aanleiding om de Kamer een voorstel te doen.

De fungerend voorzitter van de commissie,

Van Gent

De griffier van de commissie,

De Gier


XNoot
1

Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste hebben gestaan, liggen op het commissiesecretariaat Verzoekschriften, Lange Poten 4, Den Haag, ter inzage van de leden.

XNoot
2

Naam en adres van verzoeker zijn de commissie bekend.

XNoot
3

De commissie bestaat uit de leden: Van Gent (GL) fungerend voorzitter, Cörüz (CDA), Dezentjé Hamming (VVD), Van Raak (SP), Elissen (PVV), Mulder (VVD) en de plaatsvervangende leden Blanksma-van den Heuvel (CDA), Neppérus (VVD) en Blok (VVD).

Naar boven