Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 16 juni 2010 en het nader rapport d.d. 1 september 2010, aangeboden
aan de Koningin door de minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de minister van Financiën. Het advies van de Raad van
State is cursief afgedrukt.
Bij Kabinetsmissive van 27 april 2010, no.10 001189, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de minister van Buitenlandse Zaken,
mede namens de minister van Financiën, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het verdrag tussen het Koninkrijk
der Nederlanden en Saint Lucia inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingzaken; Castries, 2 december 2009
(Trb. 2010, 51), met toelichtende nota.
Het verdrag ziet op de uitwisseling van informatie met het oog op de belastingheffing. De Raad onderschrijft de goedkeuring
van het verdrag, maar plaatst daarbij enige kanttekeningen.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 27 april 2010, nr. 10 001189, machtigde Uwe Majesteit de Raad van
State zijn advies inzake het bovenvermelde verdrag rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 16 juni 2010,
nr. W06.10 0149/III, bied ik U hierbij aan.
1. Modelverdrag
In artikel 3 van het Verdrag is niet opgenomen de bepaling van het Model Agreement on Exchange of Information on Tax Matters
(modelverdrag) dat de in artikel 3 van het Verdrag bedoelde belastingen mogen worden uitgebreid door een aanvullend verdrag.
De Raad adviseert in de toelichtende nota in te gaan op deze afwijking van het modelverdrag.
1. Gevolg gevend aan het advies van de Raad over het OESO-modelverdrag is de toelichting bij artikel 3 op dit onderdeel aangevuld.
2. Staatkundige hervorming van het Koninkrijk der Nederlanden
Het Verdrag zal ook na de staatkundige hervorming (naar verwachting vanaf 10 oktober 2010) niet van toepassing zijn op de
BES-eilanden en de daarbij behorende territoriale wateren en Exclusieve Economische Zones. Indien toepassing ter zake wel
gewenst is, is aanvullende wetgeving noodzakelijk.1 Hierbij dient rekening te worden gehouden met eventuele bestaande informatie-uitwisselingsverdragen die het desbetreffende
land al heeft gesloten met de Nederlandse Antillen.2 De Raad adviseert hier in de toelichtende nota aandacht aan te besteden.
2. Gevolg gevend aan het advies van de Raad over de aanstaande hervorming van het Koninkrijk der Nederlanden is de toelichting
bij de Koninkrijkpositie op dit onderdeel aangevuld.
3. Voor redactionele kanttekeningen verwijst de Raad naar de bij het advies behorende bijlage.
3. Aan de redactionele kanttekeningen is gevolg gegeven.
4. Van de gelegenheid is tevens gebruik gemaakt de toelichting bij artikel 8 en artikel 13 met enkele regels aan te vullen.
De Raad van State geeft U in overweging goed te vinden dat bedoeld verdrag wordt overgelegd aan de beide kamers der Staten-Generaal,
nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.
De Vice-President van de Raad van State,
H. D. Tjeenk Willink
Ik moge U, mede namens mijn ambtgenoot van Financiën, verzoeken mij te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen het verdrag
vergezeld van de gewijzigde toelichtende nota ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede
Kamer der Staten-Generaal.
De minister van Buitenlandse Zaken,
M. J. M. Verhagen
Bijlage bij het advies van de Raad van State betreffende no. W06.10 0149/III met redactionele kanttekeningen die de Raad in
overweging geeft.
– Anders dan in de toelichting op artikel 7 van het Verdrag wordt gesteld, komt de tekst van artikel 7 woordelijk overeen met
de tekst van artikel 7 van het modelverdrag. De toelichting op artikel 7 van het Verdrag schrappen gelet op de tweede volzin
van de artikelsgewijze toelichting (onder «Verdrag»).
– De toelichting op artikel 8 van het Verdrag in overeenstemming brengen met het algemeen deel van de toelichtende nota (paragraaf
«Verloop van de onderhandelingen met Saint Lucia») waarin is aangegeven dat is voorzien in een passend beschermingsniveau
van persoonsgegevens door aan te sluiten bij de Economische Partnerschap Overeenkomst tussen de CARIFORUM Staten en de EU
en haar lidstaten (artikel 8, tweede lid, van het Verdrag).