32 504 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2011)

Nr. 17 AMENDEMENT VAN HET LID KOOLMEES C.S.

Ontvangen 4 november 2010

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel XIX, onderdeel B, vervallen het eerste tot en met het derde onderdeel.

II

Artikel XIXA, tweede lid, vervalt.

III

Na artikel XXVI wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL XXVIA

De Wet op de accijns wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2, vierde lid, wordt «herkenningsmiddelen als bedoeld in artikel 27, derde lid,» vervangen door: bij ministeriële regeling voorgeschreven herkenningsmiddelen.

B

Artikel 27 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid vervalt.

2. In het zesde lid wordt «het toevoegen van herkenningsmiddelen als bedoeld in het derde lid» vervangen door: het toevoegen van bij ministeriële regeling voorgeschreven herkenningsmiddelen.

3. In het zevende lid vervalt de zinsnede «en het derde lid».

C

In artikel 27a wordt «artikelen 27, eerste tot en met derde lid» vervangen door: artikelen 27, eerste en tweede lid.

D

Artikel 28 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «artikel 27, eerste, tweede dan wel derde lid» telkens vervangen door: artikel 27, eerste of tweede lid.

2. In het tweede lid wordt «artikel 27, eerste, tweede dan wel derde lid» vervangen door: artikel 27, eerste of tweede lid.

3. In het derde lid wordt «artikel 27, eerste dan wel derde lid» vervangen door: artikel 27, eerste lid.

E

Artikel 70 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onderdeel d, vervalt.

2. Het eerste lid, onderdeel e, wordt geletterd d.

3. Het vierde lid vervalt.

4. Het vijfde en zesde lid worden vernummerd tot vierde en vijfde lid.

5. In het vierde lid (nieuw) wordt «De teruggaaf bedoeld in het eerste lid, onderdeel e» vervangen door: De teruggaaf, bedoeld in het eerste lid, onderdeel d.

F

Artikel 71f vervalt.

G

Artikel 84a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «artikel 27, eerste, tweede of derde lid» telkens vervangen door: artikel 27, eerste of tweede lid.

2. In het tweede lid, onderdeel a, wordt «artikel 27, eerste, tweede of derde lid» vervangen door: artikel 27, eerste of tweede lid.

H

In artikel 84b, eerste lid, wordt «artikel 27, eerste, tweede of derde lid» telkens vervangen door: artikel 27, eerste of tweede lid.

I

Artikel 91 komt te luiden:

Artikel 91

  • 1. Het is niet toegestaan minerale oliën die zijn voorzien van bij ministeriële regeling voorgeschreven herkenningsmiddelen buiten een accijnsgoederenplaats voorhanden te hebben tezamen met middelen die de afscheiding, opheffing of verandering van die herkenningsmiddelen in deze oliën kunnen bewerkstelligen of bevorderen.

  • 2. Het is niet toegestaan minerale oliën die zijn voorzien van bij ministeriële regeling voorgeschreven herkenningsmiddelen dan wel bestanddelen bevatten van die herkenningsmiddelen, voorhanden te hebben in andere tanks dan tanks die behoren bij afleveringspompen waar minerale oliën worden afgeleverd in de brandstoftanks van andere schepen dan pleziervaartuigen, mits deze schepen in het bezit zijn van en gebruikt worden door degene die de beschikking heeft over de tank.

  • 3. Bij ministeriële regeling kan in bijzondere gevallen ontheffing worden verleend van de in het eerste en tweede lid bedoelde verboden.

J

Artikel 92 komt te luiden:

Artikel 92

Het is niet toegestaan herkenningsmiddelen als bedoeld in artikel 27, zesde lid, toe te voegen aan lichte olie dan wel lichte olie die is voorzien van die herkenningsmiddelen of bestanddelen daarvan bevat, voorhanden te hebben.

IV

Artikel XXIXA vervalt.

Toelichting

Met dit amendement wordt de verhoging van het btw-tarief op podiumkunsten en kunstvoorwerpen teruggedraaid. Deze wijziging leidt tot een budgettaire derving van € 90 mln.

Dit amendement strekt er verder toe de belastingdruk van halfzware olie en gasolie die zijn voorzien van herkenningsmiddelen – het betreft hier vooral de zogenoemde rode diesel – te verhogen naar het niveau dat geldt voor halfzware olie en gasolie (diesel) die in het wegverkeer en de pleziervaart worden gebruikt. Op dit moment mag de voor de accijns laagbelaste rode diesel worden gebruikt voor alle toepassingen, andere dan wegverkeer, pleziervaart en luchtvaart. Daarbij gaat het om toepassingen in bijvoorbeeld stationaire motoren, werktuigen, vorkheftrucks, tractoren en dergelijke en als brandstof voor verwarming (hierna tezamen «niet-wegverkeer» genoemd; de toepassing als motorbrandstof voor wegverkeer, pleziervaart en luchtvaart wordt hierna tezamen «wegverkeer» genoemd). De landbouwsector en de bouwsector zijn de grootste gebruikers van rode diesel.

De accijns voor halfzware olie en gasolie voorzien van herkenningsmiddelen bedraagt 25,30 cent per liter, terwijl de accijns voor halfzware olie en gasolie voor het wegverkeer 42,11 cent per liter is. De belastingdruk stijgt daarom met ruim 16 cent per liter.

Voor deze tariefwijziging moet de Wet op de accijns worden gewijzigd. Artikel 27, derde lid, van de Wet op de accijns vervalt. Artikel 70 van de Wet op de accijns heeft onder meer betrekking op een mogelijke teruggaaf van accijns voor gasolie die is belast naar het hoge tarief, maar wordt gebruikt voor niet-wegverkeer doeleinden. Door het vervallen van artikel 27, derde lid, moet ook artikel 70, eerste lid, onderdeel d, en vierde lid, van de Wet op de accijns vervallen. De wijzigingen van de artikelen 2, 27a, 28, 84a, 84b en 92 van de Wet op de accijns zijn een logisch gevolg van het vervallen van artikel 27, derde lid.

De verbodsbepaling in het huidige artikel 91, tweede lid, van de Wet op de accijns is aangepast. Het is nu verboden om minerale oliën voorzien van herkenningsmiddelen voorhanden te hebben in andere tanks dan tanks die behoren bij afleveringspompen waar minerale oliën worden afgeleverd in de brandstoftanks van andere schepen dan pleziervaartuigen, mits deze schepen in het bezit zijn van en gebruikt worden door degene die de beschikking heeft over de tank. Het is daarom niet meer noodzakelijk om een afzonderlijk verbod op te nemen voor het voorhanden hebben in de brandstoftank van een motorrijtuig of van een pleziervaartuig. Ook zijn door de redactie van het nieuwe tweede lid het huidige derde en vierde lid overbodig geworden. Op grond van het voorgaande en uit het oogpunt van leesbaarheid is artikel 91 van de Wet op de accijns geheel herzien.

Artikel 71f van de Wet op de accijns betreft de zogenoemde grootverbruikersregeling. Vóór 1 januari 2010 was deze opgenomen in de Wet belastingen op milieugrondslag (Wbm) omdat het een teruggaaf betrof van energiebelasting. Met ingang van 1 januari 2010 is deze regeling overgeheveld naar de Wet op de accijns. Indien een verbruiker jaarlijks voor niet-wegverkeer doeleinden meer verbruikt dan 159 000 liter halfzware olie, 153 000 liter gasolie of 119 000 kilogram vloeibaar gemaakt petroleumgas kan een gedeeltelijke teruggaaf van accijns worden verkregen. In het Belastingplan 2008 en nader in de Fiscale vereenvoudigingswet 2010 is bepaald dat deze regeling in vier jaar wordt afgebouwd tot een terug te vragen bedrag van ongeveer 3 cent per liter met ingang van 1 januari 2011. Wegens het vervallen van de mogelijkheid om laagbelaste halfzware olie en gasolie te gebruiken komt de grootverbruikersregeling voor halfzware olie en gasolie te vervallen. Om deze regeling in stand te laten voor uitsluitend vloeibaar gemaakt petroleumgas is niet wenselijk. Van de regeling is in het verleden regelmatig misbruik gemaakt. Mede hierom zijn de uitvoeringskosten voor de Belastingdienst relatief hoog. Daarom komt artikel 71f van de Wet op de accijns te vervallen.

In artikel 27 van de Wet op de accijns vervalt het derde lid. Er is voor gekozen om de andere leden van dit artikel niet te vernummeren. Gelet op het grote aantal verwijzingen naar de te vernummeren leden in onder andere de Wet op de accijns en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit accijns en de Uitvoeringsregeling accijns, stuit een dergelijke vernummering op overwegende bezwaren.

De vorenbedoelde wijzigingen in onderdeel III leiden tot een budgettaire opbrengst van € 265 mln. Per saldo leidt dit amendement tot een opbrengst van € 175 mln.

Koolmees

Groot

Braakhuis

Naar boven