32 500 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2011

Nr. 134 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 april 2011

Middels deze brief wil ik u informeren over de uitkomsten van het overleg dat mijn medewerkers vandaag namens mij voerden met de beroepsgroepen over het vitrificeren van eicellen.

In hun standpunt Vitrificatie van juni 2010 geven de beroepsgroepen aan dat de techniek dient te worden beschouwd als experimenteel en dient te worden aangeboden in het kader van wetenschappelijk onderzoek. Het verbaasde mij dan ook dat de IVF-klinieken voornemens waren de techniek buiten het kader van wetenschappelijk onderzoek aan te bieden. Omdat ik van de beroepsgroepen verwacht dat zij mij op de hoogte houden van inhoudelijke wijzigingen, heb ik hen uitgenodigd om hun voornemens nader uit te leggen. Ik wilde mij er van vergewissen dat de techniek nu voldoende veilig is om breder toegepast te worden dan alleen in het kader van wetenschappelijk onderzoek.

Uit het overleg is mij gebleken dat de volgende tekst uit het standpunt: «Zolang over de veiligheid voor de langs deze weg te verwekken kinderen nog onvoldoende bekend is, vindt de commissie wel dat de techniek als experimenteel moet worden beschouwd en alleen mag worden aangeboden in de context van wetenschappelijk onderzoek gericht op het verkrijgen van nadere gegevens.» door de beroepsgroepen anders werd geïnterpreteerd dan door mij. Zij zijn van mening dat vitrificatie een bewezen veilige techniek is en niet meer experimenteel. De techniek dient echter wel zorgvuldig geïntroduceerd te worden, in de zin dat de kinderen die hieruit geboren worden systematisch gevolgd dienen te worden. Dit is ook wat de beroepsgroepen bedoelden met «aanbieden in de context van wetenschappelijk onderzoek». De beroepsgroepen hebben mij vandaag een brief gezonden waarin zij hun standpunt in deze zin verduidelijken. Duidelijk werd dat zij – net als ik – hechten aan zorgvuldig en transparant overleg als het gaat om de introductie van vruchtbaarheidstechnieken. Bijgaand treft u deze brief van de beroepsgroepen aan1.

De beroepsgroepen hebben aangegeven dat de overige voorwaarden van het standpunt overeind blijven, namelijk: gedegen voorlichting aan de vrouw over de mogelijkheden, risico’s, onzekerheden en alternatieven en dat vitrificatie van eicellen alleen mag worden gedaan in de centra die een vergunning voor IVF hebben. In Nederland zijn dat 13 centra. Verder hebben de beroepsgroepen toegezegd te zullen wachten met de feitelijke toepassing van vitrificatie tot de politieke discussie is afgerond.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. I. Schippers


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven