32 500 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2011

Nr. 107 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 9 december 2010

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport1 heeft op 25 november 2010 overleg gevoerd met minister Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over:

Van dit overleg brengt de commissie bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.

De voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Smeets

De griffier van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Teunissen

Voorzitter: Smeets

Griffier: Teunissen

Aanwezig zijn negen leden der Kamer, te weten: Agema, Dijkstra, Leijten, Smeets, Smilde, Van der Veen, Venrooy-van Ark, Voortman en Wiegman-van Meppelen Scheppink,

en minister Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, die vergezeld is van enkele ambtenaren van haar ministerie.

De voorzitter: Ik open de vergadering van de commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport en heet welkom de minister, haar ambtenaren en de afgevaardigden.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Voorzitter. In de motie waarover deze commissievergadering gaat, wordt de regering verzocht de rollator en andere loophulpmiddelen aan het basispakket toe te voegen. Het lijkt een sympathiek gebaar, omdat we allemaal de persoonlijke verhalen kennen van ouderen voor wie de rollator een uitkomst is. Ik ben me echter gaan afvragen of mevrouw Agema de motie ook ingediend zou hebben als haar bekend was welke papierwinkel en kosten met deze maatregel zijn gemoeid. Achter dit sympathieke gebaar gaat een ingewikkeld verhaal schuil van eerder gemaakte keuzes in pakket, polissen en aanvullende verzekeringen. Er zijn miljoenen gemoeid met individuele informatievoorziening naar verzekerden en tussentijdse pakketwijzigingen. Het gaat hier om kostbaar premiegeld, waarbij de hoogte van de premie voor veel mensen met een smalle beurs een steeds groter probleem vormt. Sinterklaas bestaat niet. Ieder jaar volgen we een zorgvuldige procedure om het basispakket vast te stellen op basis van het advies van het College voor zorgverzekeringen (CVZ). We doen dit niet op basis van politieke voorkeuren, maar op basis van afwegingen op medisch en financieel vlak, de stand van de wetenschap en maatschappelijk draagvlak. Ook patiëntenorganisaties en de Consumentenbond zijn daarbij betrokken. De ChristenUnie betreurt het dat deze zorgvuldige procedure is doorkruist. Daarom heb ik een aantal vragen.

De minister heeft gezegd dat ze zich goed kon vinden in het standpunt van het CVZ en tegelijkertijd respect heeft voor de wens van de Kamer. Mijn vraag is hoe dit zich verhoudt tot de visie en plannen van het kabinet met betrekking tot bezuinigingen in de zorg. Als de rollator al niet uit het pakket kan, wat dan wel?

Ik wil ook graag reacties horen van de fracties van de VVD en het CDA. Zij hebben zich nog niet uitgesproken over hun keuze en dachten hier in de tweede termijn van de begrotingsbehandeling snel mee weg te komen door enkel een naam onder de motie te plaatsen.

Waar komt de incidentele compensatie voor het AWBZ-deel voor 2011 vandaan? We werken toch niet met ongedekte cheques? Ook de uitgaven voor de Zorgverzekeringswet (Zvw) lijken mij niet gedekt. Het is jammer als het AWBZ-deel ten koste gaat van de reservering voor ouderenzorg. Die reservering was niet voor niets. Hoeveel verpleegkundigen en verzorgenden kunnen hiervan betaald worden? Zou de keuze voor meer handen aan het bed en een betere kwaliteit van zorg niet meer prioriteit moeten krijgen?

Ik denk dat de minister blij is dat de macronacalculatie nog bestaat. Ze wil de zorgverzekeraars vanuit de nacalculatie compenseren. Daarbij moet niet worden vergeten dat veel verzekeraars de loophulpmiddelen al hebben opgenomen in de aanvullende verzekering en dit ook hebben verwerkt in de premieberekening hiervoor. Voor dat te ontvangen premiedeel hoeven verzekeraars dus niets te leveren, omdat deze middelen weer via de basisverzekering gaan. Verzekeraars krijgen compensatie van de minister voor de extra kosten binnen de basisverzekering en diezelfde verzekeraars ontvangen ook nog eens een extra premie uit de aanvullende verzekering. Hoe gaat de minister dat rechttrekken? Ik hoop echt dat de fracties van VVD en CDA vandaag terugkomen op hun eerder gemaakte keuze en verder gaan op het spoor van consistentie, betrouwbaarheid en een gedegen visie op de inrichting van de zorg.

Als deze partijen volharden in hun keuze, wil ik de minister vragen zich niet al te willoos voor te doen in dit debat. Zij kan zeggen dat de motie ongedekt is en dat ze haar niet uitvoert. Ze kan zeggen dat er voor deze onbezonnen operatie geen 20 mln. over is. Het lijkt me op zijn minst gerechtvaardigd dat de minister van VWS deze pakketwijziging via de gebruikelijke kanalen aan het grote publiek bekendmaakt. Zij moet de impact daarvan voor de verzekeringen en de kosten voor dit alles dragen. De rekening hiervan hoort niet op het bordje van de premiebetalers en al helemaal niet bij de meest kwetsbare mensen die levenslang en levensbreed zijn aangewezen op de AWBZ terecht te komen.

Mevrouw Agema deed tijdens de begrotingsbehandeling voorkomen alsof er geen varianten te bedenken zijn. Er bestaat echter een aanvullende verzekering. De ChristenUnie ziet liever dat de bekostiging van de ouderenzorg een plek krijgt in de Zvw. De meeste ouderenzorg is voorspelbaar en verzekerbaar. Dat biedt betere mogelijkheden om premies betaalbaar te houden, zorgpakketten op maat samen te stellen, de schottendiscussie met de AWBZ achter ons te laten en de AWBZ weer terug te brengen tot waar die voor bedoeld is, namelijk langdurige onverzekerbare zorg. Deelt de minister deze mening?

Mevrouw Leijten (SP): Mevrouw Wiegman is tegen deze motie. Het feit dat deze lastig is uit te voeren is voor haar aanleiding tot dit debat. Ik vind het interessant dat zij het heeft over de 20 mln. die bij de premiebetaler terechtkomt. We weten dat de zorgverzekeraars ongeveer 50 mln. uitgeven aan reclames. Wat vindt zij daarvan?

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Ik zit hier niet omdat ik tegen een motie ben. Ik stel wezenlijke vragen aan de orde rond de keuzes die wij als politiek maken over het basispakket, de manier waarop we dat doen en de kosten die daarmee gemoeid zijn. Daarbij is van belang wat we doen als we eerder gemaakte keuzes terugdraaien. Dat is onze verantwoordelijkheid. Die wil ik vandaag aan de orde stellen. Een debat over de reclames van de verzekeraars en de kosten die daarmee gemoeid zijn lijkt me heel interessant. Centraal moet nu staan de discussie over de rollator die teruggaat in het basispakket en de verantwoordelijkheid die wij als politiek daarvoor hebben.

Mevrouw Dijkstra (D66): Voorzitter. Ouder worden is geen ziekte. Een groot deel van de kosten die horen bij het ouder worden hebben niets te maken met medische zorg. Net als de kinderwagen behoort de rollator tot de kosten die horen bij het leven. Mensen sparen voor een nieuwe fiets en kunnen wat D66 betreft ook sparen voor een nieuwe rollator. In juni hebben we uitvoerig met de vorige minister gedebatteerd over pakketmaatregelen. Dat had haast, omdat de deadline 1 juli was. Nu heeft de meerderheid van de Kamer in november, lang voorbij de wettelijke termijn, besloten dat de loophulpmiddelen alsnog terug moeten in het basispakket. De minister betaalt de rollator in 2011 vanuit de Zvw en de AWBZ en vanaf 2012 uit een potje dat toch al bedoeld was voor de ouderenzorg. De motie-Agema c.s. houdt in feite ouderen voor de gek. De meerderheid van deze Kamer loopt als makke schapen mee. Mijn fractie begrijpt daar niets van.

Wat is het geval? De zorgverzekeraars betalen 15 mln. extra om deze motie uit te voeren. Dit komt op het bord van de premiebetaler. We worden dus in feite allemaal voor de gek gehouden. Om nog maar niet te spreken van de bureaucratische rompslomp die dit veroorzaakt. D66 vertelt een eerlijk verhaal. De zorgkosten zullen blijven stijgen. We worden steeds ouder. Onze artsen en verpleegkundigen kunnen steeds meer. Dat is mooi, maar heeft consequenties voor de kosten. We moeten steeds meer betalen voor onze zorg, zowel in het ziekenhuis als bij de fysiotherapeut en in het verzorgingshuis. Dat kunnen we aan, zolang we proberen de extra kosten te beteugelen en de premies niet al te hard te laten stijgen. Dat is precies wat deze motie wel gaat doen. D66 wil de solidariteit tussen arm en rijk, ziek en gezond, oud en jong behouden. De motie-Agema c.s. lijkt sympathiek, maar is in feite een sigaar uit eigen doos en zet de solidariteit van ons zorgstelsel onder druk.

Komt de minister de Consumentenbond tegemoet en voert ze de motie voor dit jaar niet uit? Zo nee, zal ze de zorgverzekeraars tegemoet komen in de kosten voor het informeren van verzekerden?

Mevrouw Agema (PVV): Voorzitter. Mevrouw Dijkstra begon haar bijdrage met de stelling dat ouderdom geen ziekte is. Natuurlijk hoop ik dat iedereen gezond blijft tot zijn honderdste. Dat zou mooi zijn, maar heel veel mensen krijgen gebreken. Vooral voor mensen die in een instelling verblijven, ouderen in verpleeghuizen bijvoorbeeld, geldt wel degelijk dat zij ziek zijn en afhankelijk van de zorg van verpleegkundigen. Gelukkig kunnen veel mensen lang thuisblijven met behulp van hulpmiddelen, of dit nu een rollator, een driepoot of een stok is. In Nederland breken ongeveer 15 000 ouderen een heup als gevolg van een val. Bijna een kwart overlijdt vervolgens binnen een jaar, nog eens een kwart is blijvend invalide. Ik ben daarom dankbaar voor de brede steun vanuit de Kamer om de loophulpmiddelen in het basispakket te houden. Ik ben ook dankbaar voor de voortvarendheid waarmee de minister dit oppakt en de brief die zij heeft geschreven. Ik weet dat het niet gemakkelijk is. Ik sluit me aan bij de woorden van de minister dat de geloofwaardigheid van de zorgverzekering als zodanig niet ter discussie staat. Een brede Kamermeerderheid wil de rollator in het pakket houden, met uitzondering van D66 en de ChristenUnie. De minister maakt dit mogelijk en ik vind dat zij daarvoor een compliment verdient. Ik meen dit vanuit de grond van mijn hart. Het kan niet zo zijn dat wij een jaar een systeem uit de lucht halen om dat in januari 2012 vervolgens weer op te tuigen. Ook dat kost geld.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Ik heb in eerste termijn een vraag aan mevrouw Agema gesteld. Zou mevrouw Agema de motie ook hebben ingediend als ze wist welke kosten en papierwinkel ermee gemoeid zijn? De 20 mln. die mevrouw Agema in de rollator wil steken, is geld dat niet besteed kan worden aan ouderenzorg die inderdaad nodig is als ouderen doodziek zijn. Zij wil extra handen aan het bed. Hoeveel extra handen kunnen van 20 mln. worden betaald?

Mevrouw Agema (PVV): Als het om de zorg gaat hoeven we niet te rekenen op de ChristenUnie. De ChristenUnie wil per saldo 3,5 mld. bezuinigen op de zorg. Voor zorg voor ouderen komt er deze kabinetsperiode voor de zorgzwaartepakketten 892 mln. bij. Wij zijn blij dat dit in de huidige tijd van economische neergang is gelukt. De twee opties die voorliggen zijn bekend. De eerste is dat de rollator in het pakket blijft, als belangrijk hulpmiddel om mensen mobiel te houden en langer thuis te laten wonen. De tweede is dat er een jaar lang geen vergoeding van de rollator is. Dat betekent dat er een run komt op rollators in de laatste maanden van 2010 en de eerste maanden van 2012. Beide opties zorgen voor extra kosten.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Het is geen antwoord op mijn vraag. Was mevrouw Agema op de hoogte van de kosten die hiermee gemoeid zijn? Is zij bereid om hierin 20 mln. te steken ten koste van andere belangrijke zorg?

Mevrouw Agema (PVV): De extra handen aan het bed worden geregeld via de 892 mln. die extra beschikbaar komt voor langdurige zorg. Tegelijkertijd zijn er veel opties die we graag met de ChristenUnie willen bespreken. Voor ons is bijvoorbeeld heel bespreekbaar dat begeleiding bij het stoppen met roken uit het basispakket gaat. Dat vinden wij gekkenwerk. Toen het rookverbod kwam, ben ik zelf begonnen met roken en het is aan mij om er mee te stoppen. Deze begeleiding kost ook 20 mln. Ik geef het schaarse geld liever aan mensen die een rollator nodig hebben dan aan een stoppoging van iemand die rookt.

Mevrouw Dijkstra (D66): Ik wil mevrouw Agema vragen of het niet gewoon een verschuiving van de kosten is. Mevrouw Wiegman geeft dit ook aan. Het geld moet ergens vandaan komen. Er is extra geld voor de ouderenzorg. We hebben bij de begrotingsbehandeling uitvoerig geconstateerd dat dit bedrag al vaak uitgegeven is. Hoe moet ik dit nu zien?

Mevrouw Agema (PVV): Ook D66 bezuinigt per saldo 3,5 mld. op de zorg. Ook naar die partij hoefden we voor meer geld voor de langdurige zorg niet te kijken. Er komt veel geld bij voor de ouderenzorg. Het mooie is dat je met het behoud van de rollator, met het behoud van de loophulpmiddelen, mensen langer thuis kunt laten wonen. Het isolement van die mensen vermindert. Dat is een enorme plus waarvan we als samenleving en met een grote Kamermeerderheid het belang inzien.

Mevrouw Dijkstra (D66): D66 is niet tegen loophulpmiddelen, maar je kunt dit goed zien aankomen als je ouder wordt. Je weet dat er een moment komt dat je hulpmiddelen nodig hebt en je kunt daarvoor sparen. Voor je baby koop je een kinderwagen, je koopt een fiets als je die nodig hebt als vervoermiddel, en ook op deze middelen kun je je instellen. Het gaat ons erom dat het feit dat het nu terugkomt in het basispakket uitvoeringskosten met zich meebrengt, veel meer nog dan de loophulpmiddelen zelf kosten. We moeten bovendien voorkomen dat het in 2012 teruggedraaid moet worden. Wat mij betreft komt de rollator gewoon niet meer in het basispakket maar in de aanvullende verzekering.

Mevrouw Agema (PVV): Dat is een keuze die D66 maakt en die deze partij door tegen de motie te stemmen duidelijk heeft aangegeven. Wij hebben een andere opvatting. Voor ons is een rollator geen vervoermiddel, maar een hulpmiddel. Ik heb het voorbeeld van mijn opa genoemd. Hij had zo'n hulpmiddel nodig. Veel mensen hebben schroom en moeten er eerst aan wennen. Een groot deel van de ouderen is bovendien niet rijk en heeft niet de financiële middelen om zomaar van alles aan te schaffen.

Mevrouw Leijten (SP): Voorzitter. Ik zie het helemaal voor me. Onze nieuwe minister gaat op haar kerstbest achter een bureau zitten, kijkt recht in de camera en zegt: «Dames en heren. Omdat de Tweede Kamer heeft besloten dat het van maatschappelijk belang is dat de rollator voor ouderen behouden blijft in de zorgverzekering, staat hij dit jaar nog in de polis. Door de verkiezingen en de vorming van het kabinet is dit door de verzekeraars niet in de polis opgenomen. Ik deel u daarom mede dat de rollator wel in het basispakket zit. U krijgt hierover geen aparte brief. Ik wens u heel prettige kerstdagen en uiteraard een gezond 2011.» Dit zenden we uit, we herhalen het een keer en klaar is Kees. De SP ziet geen probleem en wil dus ook geen probleem maken. Wij snappen niet dat de Consumentenbond zoveel ophef maakt.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Ik wil graag op dat camerabeeld verder gaan. Ik zie de minister zitten en zij zegt: «Dames en heren. Het spijt me zeer, maar na jarenlang een zorgvuldig traject te hebben afgelegd om een basispakket op te stellen waarbij zorgvuldig werd gewogen wat er in moest en wat niet, moet ik helaas meedelen dat het basispakket dit jaar het onderwerp van politieke spelletjes is geworden.»

Is dit niet een beetje gek? Doe je daarmee recht aan een zorgvuldige procedure waarbij patiëntenorganisaties en consumentenorganisaties worden gehoord, zoals we die in de Kamer gewend zijn?

Mevrouw Leijten (SP): Ouderenbonden moeten dan ook worden gehoord. Zij zeggen weer wat anders. Wij maken geen problemen. Wij hebben voor de zomer al voorgesteld de rollator niet uit het basispakket te halen, omdat we behoud ervan van maatschappelijk belang vinden. De ChristenUnie maakt deze keuze niet. Gelukkig heeft een Kamermeerderheid gekozen voor het behoud van de rollator in het pakket. Daarom moet onze nieuwe minister op tv komen.

De heer Van der Veen (PvdA): Als de minister of de koningin in de kerstboodschap vergeet te zeggen dat de rollator in het basispakket zit, hebben we een probleem. Ik wil de Consumentenbond steunen. Mevrouw Leijten heeft verschillende verzekeringen. Zij vindt het ongetwijfeld vervelend als de verzekeraar bij een beroep op een verzekering zegt dat het niet meer vergoed wordt en dat ze dat in de krant had kunnen lezen. Het is het belang van de consument om goed en degelijk geïnformeerd te worden. Ik kan de Consumentenbond daarin volgen. Het is toch een raar voorstel om informatie over pakketwijzigingen deze keer via de krant te doen? Vindt mevrouw Leijten dit een goede procedure?

Mevrouw Leijten (SP): Ik ben het niet vaak met de heer Wiegel eens; dat weten alle aanwezigen. Hij geeft als voorzitter van Zorgverzekeraars Nederland op dit punt een prima optie. Hij vraagt ons de verzekeraars niet op te zadelen met de bureaucratie, maar dit in een collectieve boodschap te ondervangen. Als de heer Wiegel het over iets collectiefs heeft moet de SP daar natuurlijk bij aansluiten. Ik vind het een goede optie. Wij regeren en wij kunnen deze boodschap prima uitleggen. Als duidelijk is dat deze vorm van informatieverschaffing rechtsgeldig is, kunnen we deze weg bewandelen. Je kunt op alle slakken zout leggen, maar het was niet mijn keuze om de rollator uit het pakket te halen. Kom bij mij dus niet aan met de uitvoeringskwesties. Ik heb een aantal posten waar de zorgverzekeraars het geld kunnen vinden.

De heer Van der Veen (PvdA): Als ik de heer Wiegel was, zou ik vrolijk worden van het commentaar dat de SP op de verzekeraars heeft. Het is toch merkwaardig dat deze partij een verzekeraar steunt, terwijl het over het consumentenbelang gaat. Als er één partij is die de verzekeraars niet als consumentenvertegenwoordiger ziet is het de SP. In die zin is er sprake van een radicale koerswijziging en ik neem daar kennis van.

Mevrouw Leijten (SP): Ik zie vergoeding van de rollator als belang voor mensen die een hulpmiddel nodig hebben. Ik vind het absurd dat verbandmiddelen niet meer gratis worden verstrekt omdat ze uit het basispakket zijn gehaald. Dat is pas bureaucratie.

Het gaat over 9 mln. aan uitvoeringskosten. Er wordt gezegd dat dit op het bordje van de verzekerden komt. Ik heb andere opties. Verzekeraars kunnen minder reclame maken. Ze kunnen de salarissen van hun bestuurders korten. Dat gaat om veel geld. Wij stellen vast dat er in 2009 2,1 mld. winst is gemaakt, dus ik raad de Consumentenbond aan de ouderen te steunen en solidair te zijn met mensen die hulpmiddelen nodig hebben. Roep de zorgverzekeraars op deze bureaucratie zelf te betalen en roep de minister op een mooie kerstboodschap op tv te laten uitzenden, waardoor iedereen in één keer is geïnformeerd.

Mevrouw Smilde (CDA): Voorzitter. Wij hebben in het verleden vaker de situatie gehad dat in begrotingsbehandelingen zaken in en uit het pakket gingen. Dat was in de tijd dat de Zvw er nog niet was. Daarna hebben wij ons leven gebeterd en de afgelopen jaren voor 1 juli de zaakjes rond gehad. Zo hoort het en zo was het ook dit jaar. Wij waren het er destijds mee eens de rollator en andere mobiliteitsmiddelen uit het basispakket te halen. Wij vonden dat een verantwoorde keuze. Bij het vormen van het kabinet zijn wij in onderhandeling gegaan en hebben wij bij het regeerakkoord onze handtekening gezet onder een heleboel afspraken. We hebben daarin gegeven en een beetje genomen. Dat hebben ook de VVD en de PVV gedaan. Daarmee staat onze handtekening onder het behoud van de rollator. Dit zijn de bijzondere omstandigheden waarnaar de minister in haar brief verwijst. Ik zit lang genoeg in de Kamer om me te realiseren wat we hiermee overhoop halen. In het kader van het regeerakkoord konden we niet anders. Dit is de uitleg die mevrouw Wiegman eerder in tweede termijn miste.

Mevrouw Dijkstra (D66): Was mevrouw Smilde zich volledig bewust van de uitvoeringskosten toen ze haar handtekening zette?

Mevrouw Smilde (CDA): We hebben de pech gehad dat het allereerste debat dat wij met de bewindspersonen hadden, het begrotingsdebat was. Dit was op een moment dat de polissen al waren verstuurd. Was het een moment in september geweest, dan was het al anders gelopen. Ik heb me de consequenties niet tot op de cent gerealiseerd, maar wist wel dat er kosten zouden zijn. Die nemen we als CDA voor lief.

Mevrouw Dijkstra (D66): Maar waar liggen de grenzen? We beslissen nu in november dat er alsnog een pakketmaatregel komt. Dat is ver over de datum, maar blijkbaar zijn er afspraken gemaakt tussen de coalitiepartijen en de PVV, hoewel we die nergens terug kunnen lezen. Wat kunnen we nog meer verwachten en waar kunnen de verzekeraars nog op rekenen?

Mevrouw Smilde (CDA): Daar kan ik heel helder over zijn. Wij hebben altijd gezegd dat er voor 1 juli duidelijkheid is over de polissen. We hebben dat de afgelopen jaren ook gedaan. Dit jaar is het proces doorkruist door de bijzondere omstandigheden die ik al noemde. Andere voorstellen zijn in de maak. Er ligt een motie van de heer Van der Veen over de ziektelasten. Bij de begrotingsbehandeling heeft de minister aangegeven op welke punten ze concrete plannen aan het maken is. Op het gebied van het pakket gebeurt echter pas weer iets in juni 2011.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Voor mij blijft de vraag waarom dit punt pas bij de begrotingsbehandeling aan bod kwam. Waarom staat er geen afspraak in het regeerakkoord? Waarom zien we dit niet terug in een financiële onderbouwing? Waarom steunt het CDA dit in tweede termijn door het ondertekenen van een motie, terwijl de minister in eerste termijn het kabinetsbeleid aanhoudt?

Mevrouw Smilde (CDA): Ik heb aangegeven dat dit het eerste debat was dat wij met de minister hadden na vaststelling van het regeerakkoord. Ik ben met iedereen eens dat het niet de schoonheidsprijs verdient, vooral richting de zorgverzekeraars. De mensen om wie het gaat zullen wel blij zijn. Iedereen kan van het CDA verwachten dat het zich houdt aan de lijn die het heeft ingezet. Dit is echt een bijzondere situatie.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Voor dit soort zaken hoef je niet te wachten op het eerste debat met de minister. Op het moment dat er afspraken worden gemaakt rondom een regeerakkoord, komen die op papier en krijgen ze een plek in de nota van wijziging. Als het via een motie niet was gelukt, had er een gedegen amendement moeten liggen met een goede financiële onderbouwing.

Mevrouw Smilde (CDA): Dat had allemaal gekund, maar ook dan waren we ver na de datum voor wijzigingen geweest. De regeringsverklaring is pas na het herfstreces afgelegd. Deze bijzondere samenloop van omstandigheden heeft geleid tot de wijze waarop wij de motie hebben ondertekend.

Mevrouw Venrooy-van Ark (VVD): Voorzitter. De VVD heeft tijdens de behandeling van de begroting van VWS 2011 haar handtekening gezet onder de motie om de rollator weer in het pakket te krijgen. Voor ons geldt boven alles het adagium «afspraak is afspraak». Wij hebben onze handtekening gezet onder de afspraken in het regeerakkoord en onder de motie. Daar kunnen wij aan gehouden worden. Bovendien vinden we het van groot belang dat een overheid betrouwbaar is. Het geeft onzes inziens dus geen pas om de rollator nu uit het pakket te halen en hem er volgend jaar weer in te doen. Welk bericht moeten mensen dan geloven?

De heer Van der Veen (PvdA): Hulpmiddelen moeten niet in en uit het pakket vliegen. Ik begrijp dat zowel mevrouw Smilde als mevrouw Venrooy zegt dat ze geen keuze hadden omdat het in het regeerakkoord staat. Zijn zij inhoudelijk blij dat de rollator in het pakket blijft, zoals mevrouw Agema met veel compassie verdedigt?

Mevrouw Venrooy-van Ark (VVD): Ik beschouw deze bijeenkomst als een poging te tornen aan de motie zoals die is aangenomen door de Kamer. Daarom zeg ik dat onze handtekening staat. Wij zijn aan die afspraak te houden. Het regeerakkoord bevat een prachtig samenspel van maatregelen. Dat zijn maatregelen waar de VVD zich al jaren hard voor heeft gemaakt, daar zitten maatregelen in waar het CDA zich al jaren hard voor heeft gemaakt en dat betreft maatregelen waarvoor de PVV zich al jaren hard heeft gemaakt. Dit gehele pakket is de uitkomst en wij gaan deze afspraken uitvoeren.

Mevrouw Voortman (GroenLinks): De minister geeft in de brief aan dat de rollator in het pakket zou leiden tot premieverhoging. Dat is een punt waar de VVD altijd fel tegen heeft geageerd. De premier heeft er in het debat over de regeringsverklaring een groot punt van gemaakt. Wat vindt de VVD van het feit dat dit leidt tot premieverhoging?

Mevrouw Venrooy-van Ark (VVD): In de brief is een aantal zaken aangekondigd, waaronder een aantal besprekingen volgend jaar, waarin wij zullen kijken naar de toekomst van de zorgverzekering. Dit is ook tijdens de begrotingsbehandeling genoemd. Op dat moment zullen we deze discussies uitgebreid en zorgvuldig voeren.

Mevrouw Voortman (GroenLinks): Dat is geen antwoord op mijn vraag. Wat vindt de VVD van de premieverhoging als gevolg van dit voorstel?

Mevrouw Venrooy-van Ark (VVD): Een aantal zaken bespreken we volgend jaar. De Voorjaarsnota 2011 wordt bijvoorbeeld in de brief genoemd. Dit is niet het einde van de discussie, dit is het begin van de discussie over de toekomst van de zorgverzekering.

Mevrouw Dijkstra (D66): Bij een regeer- en coalitieakkoord is het geven en nemen. Ik ben benieuwd wat de VVD heeft teruggekregen voor de rollator in het pakket, want de VVD heeft zich hier immers altijd heel helder tegen uitgesproken.

Mevrouw Venrooy-van Ark (VVD): Het mag helder zijn dat in ons verkiezingsprogramma te lezen is dat de VVD sommige zaken anders heeft gezien. De woorden geven en nemen heb ik niet in de mond genomen. Ik heb aangegeven dat er zaken in het regeerakkoord staan waar de drie regeringspartijen zich de afgelopen jaren hard voor hebben gemaakt. Het is een mooi pakket maatregelen, waarbij zeker als het om de zorg gaat een stevige intensivering van het beleid mogelijk wordt gemaakt. Wat dat betreft wil ik niet van geven en nemen spreken.

Mevrouw Dijkstra (D66): Dit is geen antwoord. Het is maar net hoe je het noemt. Mevrouw Venrooy vermeldde dat alle betrokken partijen punten gehonoreerd hebben gekregen. Als je iets wilt en je krijgt dat niet gedaan maar er komt iets anders voor terug, is dat wat mij betreft geven en nemen. Ik wil graag weten wat de VVD een belangrijk punt vindt dat de partij terug heeft gekregen.

Mevrouw Venrooy-van Ark (VVD): Ik noem er drie waar ik blij mee ben: het scheiden van wonen en zorg, het uitvoeren van de AWBZ door zorgverzekeraars en bovenal het wettelijk verankeren van het persoonsgebonden budget (pgb). Daar strijden wij al jaren voor.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): De 20 mln. hangt nog boven de markt. Ik heb de brief van de minister erop nagelezen. Er staat nergens hoe we het gaan betalen. Er staat simpelweg dat in 2011 een tekort ontstaat in het Zorgverzekeringsfonds, wat betekent dat de nominale en procentuele premie in 2012 ter compensatie verhoogd zullen worden. Dit staat er zwart op wit. Wie gaat het betalen? Wij hebben geen zin om als werkgevers opnieuw met lastenverhogingen te maken te krijgen.

Mevrouw Venrooy-van Ark (VVD): Ik lees in de brief dat er dekking is voor de jaren 2012 tot en met 2015 en dat het ook voor 2011 niet onmogelijk is. Dat is mijn motivatie om ook na dit debat de handtekening onder de motie te laten staan.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): We hebben tijdens de begrotingsbehandeling een ellenlange discussie gehad over het pgb. We uitten allemaal onze moeite met de tekorten inzake het pgb. Er wordt simpelweg geput uit het AWBZ-budget om dit soort speeltjes te vergoeden. Het AWBZ-geld kunnen we toch beter gebruiken, juist voor het pgb.

Mevrouw Venrooy-van Ark (PVV): Ik constateer dat er in het regeerakkoord een behoorlijk forse intensivering zit van de langdurige zorg voor ouderen, maar ook voor mensen met een beperking. Dit besluit past in die dekking. Ik zou het geen speeltje willen noemen.

Als afronding van mijn termijn heb ik een vraag. Ziet de minister mogelijkheden om de uitvoeringskosten van deze motie te verlagen?

De heer Van der Veen (PvdA): Voorzitter. Wij zijn aangenaam verrast door het voorstel van de coalitiepartijen en de gedoogpartner om de rollator in het pakket te laten, zeker in het licht van het PvdA-streven naar een breed basispakket. Ik was eveneens aangenaam verrast omdat dit een andere sfeer ademt dan die gecreëerd wordt rond de toch vrij ingrijpende maatregelen van ruim 1 mld. in het basispakket. Tegen mevrouw Agema zeg ik dat ook de Partij van de Arbeid in het basispakket wilde snijden. Ik ga ervan uit dat met dezelfde compassie gekeken wordt naar de redelijk draconische maatregelen die ons te wachten staan op het gebied van het basispakket. Als mevrouw Agema daar op dezelfde wijze naar kijkt, komen we er heel anders uit dan het regeerakkoord nu suggereert.

We hebben begrip voor de procedure. Andere woordvoerders hebben daar al opmerkingen over gemaakt. Het moet in juli afgerond zijn. Wij accepteren dat er sprake is van een nieuw kabinet en dat je dan op een gegeven moment moet afwijken. Dat kan één keer, maar verder moet je dat niet doen.

Wij moeten geen Sinterklaas spelen. Ik geef een voorbeeld. Mijn fractie had moeite met de eigen bijdrage in de ggz. Dat gaat over een bedrag van 140 mln. Daarvoor hebben wij in een mooie gezamenlijke actie in de begroting de dekking gevonden. Zo hoort dat. Ik ga ervan uit dat de dekking van de rollator plus de uitvoeringskosten in de begroting worden gevonden. Anders is het echt een sigaar uit eigen doos. Wij steunen wat dat betreft de opvatting van de Consumentenbond dat dit niet op de consument moet neerslaan. Dit is voor ons de centrale vraag. Op welke wijze wordt in de dekking voorzien?

Wij zien de verdere discussie over het uitkleden van het basispakket met veel vertrouwen tegemoet.

Mevrouw Leijten (SP): De heer Van der Veen interrumpeerde mij toen ik zei dat ik de ophef van de Consumentenbond niet begreep. Hij snapt dit wel. Begrijpt hij ook dat er automatisch wordt gezegd dat de overheid de uitvoeringskosten moet betalen? Vindt hij niet dat de zorgverzekeraars dit zelf kunnen betalen, gezien de winsten die ze hebben gemaakt?

De heer Van der Veen (PvdA): Om oeverloze discussies te voorkomen, meld ik maar meteen dat mijn opvatting over het leiden van een bedrijf en hoe dat werkt anders is dan die van mevrouw Leijten. De zorgverzekeraars moeten het zelf betalen, maar ze worden hier ook in voorzien.

Mevrouw Leijten (SP): De heer Van der Veen wijst de ophef over de premieverhoging en over betaling door de overheid af. De uitvoeringskosten zijn een automatische consequentie van onze late beslissing. Ik heb hiervoor alternatieve manieren van financieren genoemd. De heer Van der Veen zegt nu dat bij overheaddiscussies niet meteen naar de overheid moet worden gekeken.

De heer Van der Veen (PvdA): Wij hebben afgesproken dat als er veranderingen in een basispakket plaatsvinden de verzekerde individueel wordt geïnformeerd over de verandering in de polis. Dat is heel normaal en vanuit consumentenoogpunt een goede zaak. Je weet waar je aan toe bent. Het versturen van zo'n brief kost ongeveer een euro. Zo kom je aan 15 mln. Die komt op de maatregel van 20 mln. Dit bedrag mogen we niet in een premieverhoging vertalen. We moeten zorgen dat we daar binnen de begroting ruimte voor vinden, net als bij de eigen bijdrage ggz die ook een verandering in het beleid was. Wij gaan er van uit dat dat gebeurt. Deze maatregel leidt niet tot premieverhoging. Dan wordt het allemaal erg makkelijk.

Mevrouw Leijten (SP): Ik stel vast dat de heer Van der Veen net als de SP zegt dat het niet automatisch zo is dat de overheadkosten worden betaald door de overheid. Daar ben ik blij mee. Ik heb drie dingen opgesomd waar zorgverzekeraars een beetje vet op de botten hebben, waardoor ze dit eenmalig kunnen betalen. De ophef die wordt gecreëerd rond een mogelijke premiestijging is eigenlijk onterecht.

De heer Van der Veen (PvdA): De SP heeft de salarissen van de bestuurders al tien keer uitgegeven aan alle mogelijke zaken. In een normale ordentelijke bedrijfsvoering moet je als je verantwoordelijk bent voor kosten ook zorgen dat je die kosten kunt betalen. Mevrouw Leijten kan zeggen dat verzekeraars geen geld meer moeten uitgeven, maar dat moeten we van tevoren afspreken. In dit geval moet de verzekeraar de kosten dragen. Daar heeft hij niet in voorzien. Wij willen niet dat die kosten vervolgens met een premieverhoging worden afgewenteld op de verzekerden.

Mevrouw Voortman (GroenLinks): Voorzitter. GroenLinks heeft in juni de motie van de SP gesteund om de rollator in het pakket te houden. Wij hebben bij de begroting geen motie ingediend om dit alsnog te realiseren, maar toen de PVV met een motie daartoe kwam hebben wij die gesteund. Ons standpunt is dat pakketinkrimpingen alleen in het uiterste geval doorgevoerd zouden moeten worden. Wij hebben liever een premieverhoging dan dat er zaken uit het pakket gaan, omdat dat altijd ten koste gaat van de solidariteit. Dat is het standpunt van GroenLinks. Dat van CDA en VVD was altijd dat ze kritisch waren ten aanzien van premieverhoging. Wij vinden het interessant dat de financiële consequentie van dit voorstel op een of andere manier in de premie voor 2012 terugkomt. De premier heeft bij de regeringsverklaring aangegeven dat hij kritisch wil kijken naar premieverhogingen. Dat kan betekenen dat er kritisch wordt gekeken naar het pakket. Nu blijkt dat CDA, VVD en PVV al hadden bedisseld dat de rollator in 2011 terug in het pakket zou komen. CDA en VVD durven niet meer terug nu duidelijk is welk prijskaartje daar aan hangt. Dit betekent premieverhoging en verloochening van beloftes om de gedoogpartner binnen boord te houden.

Aan de minister is de keuze. Als ze consequent is, zegt ze dat ze de motie niet uitvoert. Als ze de motie wel uitvoert, schept ze een precedent. Dan is vanaf dit moment geen enkele pakketwijziging per 1 juli meer vast. Ik ben benieuwd naar haar beslissing.

Minister Schippers: Voorzitter. Ik dank de Kamerleden voor hun vragen. Voor het zorgverzekeringspakket hebben wij een heel ordelijke procedure met elkaar afgesproken. Voor 1 juli geven we aan wat wel en niet in het pakket zit. De verzekeraars kunnen vervolgens hun premie berekenen. We kijken naar de consequenties voor verevening en zo gaat het stelsel in werking. Dit is een heel belangrijk uitgangspunt en het doet mij groot genoegen dat iedereen dit deelt. Het punt is dat de besluitvorming over de rollator in dit proces uiterst ongelukkig verliep. Dit stond niet op zichzelf, maar heeft alles te maken met een politieke wissel. Ik heb dit aangegeven in de brief en bij de begrotingsbehandeling.

De motie die door de Kamer is aangenomen gaat over 2012 en was niet voorzien voor 2011. Ik heb altijd geleerd dat je aangenomen moties als het even kan moet uitvoeren. Dat wil ik met deze ook doen. Ik heb zelf besloten dit ook voor 2011 te doen. Het is voor verzekeraars en iedereen daaromheen vervelend dat dit nu plaats heeft. Voor de verzekerden vind ik het nog vervelender als we het ene jaar de rollator in het pakket hebben, het volgende jaar niet en het derde jaar weer wel. Dat is een flipperkast. We weten dat het bij het pakket vaak flipperkast is geweest – ik noem de anticonceptiepil – maar ik wil dit effect zo veel mogelijk vermijden. Dat is de reden dat ik heb gezegd dat de rollator er nu in blijft. De motie kon op grote steun rekenen in de Kamer. Laten we het dan voor verzekerden zo stabiel mogelijk houden.

De uitvoeringskosten zijn behoorlijk. Ze betreffen vooral het separaat informeren van alle verzekerden door de verzekeraars. Ik wil dat als volgt oplossen. Een nieuw polisblad is niet nodig. In de polis staat een verwijzing naar het hulpmiddelenreglement, dat op de website staat. Dit hulpmiddelenreglement moet worden aangepast en verzekeraars moeten deze wijziging direct bekendmaken op hun website. Ze moeten hun verzekerden schriftelijk informeren, maar dat hoeft niet separaat. Zij kunnen dit bij hun eerstvolgende mailing doen. Ik heb met de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) afgesproken dat deze gedragslijn bekend wordt gemaakt.

Daarnaast hebben wij vanuit de overheid een campagne als er pakketmaatregelen zijn. Ik was niet van plan om de concurrentie met de koningin aan te gaan. Dat heb ik bij voorbaat verloren. Ik was van plan om dit onderwerp in de brede jaarlijkse voorlichtingscampagne mee te laten lopen. Deze gaat volgende week van start. Dit betekent dat er geen extra kosten zijn, omdat de campagne al gepland is. De campagne vindt plaats op de website, via radiospots, weekbladen en huis-aan-huisbladen. Hiermee worden extra kosten voorkomen.

Er blijven inspanningen voor verzekeraars over. Die kunnen naar mijn mening goeddeels worden meegenomen in de reguliere uitingen. Ik besef goed dat verzekeraars dit niet leuk vinden. Ze staan daarin in hun recht. We hadden immers een andere procedure afgesproken. Als we dit voorstel volgen doen we zowel recht aan het standpunt van de Kamermeerderheid, als aan het drukken van de uitvoeringskosten van deze maatregel.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Welke precedentwerking kan er uitgaan van de politieke wissel die heeft plaatsgevonden rondom het pakket, terwijl we juist hebben afgesproken dat alle procedures rond het pakket transparant zijn? De afspraak over de rollator is nergens terug te lezen. Het is schijnbaar een afspraak in de marge. Wat gaat dit betekenen voor de pakketbehandeling komend voorjaar?

Het polisblad hoeft niet te worden veranderd. Wat betekent dit voor de aanvullende verzekeringen waar veel verzekeraars mee werken en waar de rollator in is opgenomen?

Minister Schippers: Er is brede steun voor het feit dat dit soort zaken ordentelijk moet verlopen conform de daarvoor afgesproken procedure. De deadline is en blijft 1 juli. Deze late pakketwijziging is overigens niet mijn idee. Ik vind het te rechtvaardigen dat de rollator uit het pakket gaat, maar ik volg de brede motie van de Kamer.

Ten aanzien van de aanvullende verzekering vermoed ik dat de zorgverzekeraars de premie niet zullen verlagen. Het zou om een heel beperkt bedrag gaan. Als je uitgaat van de 9 mln. waarover het in de Zvw gaat, betreft de wijziging een bedrag onder een euro op jaarbasis. Ik kan mij niet voorstellen dat de verzekeraars dit gaan aanpassen. Het neemt niet weg dat het een slordig gezicht is; daar ben ik het met iedereen over eens.

De heer Van der Veen (PvdA): Ik ben verrast door de uitspraak van de minister dat het voor haar niet hoeft. Ik begreep dat het in de onderhandelingen rond het regeerakkoord was overeengekomen. Ik heb het idee dat de minister daar ook bij betrokken was, maar ik kan me vergissen.

Minister Schippers: Het staat niet in het regeerakkoord. Het is wel een afspraak tussen fracties. Die fracties zullen vaker afspraken maken. Ik neem althans aan dat zij de komende jaren draagvlak moeten hebben in de Kamer.

Mevrouw Dijkstra (D66): De minister doet alsof ze niet betrokken was bij dat proces. We hebben het steeds over de uitvoeringskosten en de problemen waarvoor de verzekeraars en verzekerden zijn geplaatst. Er zijn immers al mensen bezig om over te stappen. Als je dit al eerder weet, vind ik het merkwaardig dat het zo lang geduurd heeft voordat wij en degenen die het moeten uitvoeren, op de hoogte waren. Wat is de reden dat het zo laat aan de orde is gesteld?

Minister Schippers: Ik heb het niet aan de orde gesteld, ik heb een motie gekregen van de Kamer. Die is breed aangenomen en daar heb ik mee te handelen.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Ik hoop dat een tweede termijn niet nodig is. Het klinkt zwaar, maar ik heb het idee dat de kwestie van de betrouwbare overheid hier in het geding is. Ik ben het helemaal met de heer Van der Veen eens. Als het om dit soort dingen gaat, zou de minister kunnen zeggen dat er afspraken zijn gemaakt in het regeerakkoord en dat ze daarvoor verantwoordelijk is. Als er moties worden ingediend die niet gedekt zijn, kan de minister zeggen dat ze het onzorgvuldig vindt op deze manier een wijziging door te voeren en de rekening ongedekt te laten.

Minister Schippers: Dit land heeft een politiek bestuur. Dit bestuur bepaalt wat er in het basispakket zit. Laten we nu niet doen alsof er in het verleden geen politieke deals zijn gemaakt over het pakket. Laten we niet doen alsof in het verleden alle adviezen van het CVZ zijn opgevolgd. Ik heb een heel rijtje dossiers waarin het vorige kabinet adviezen van het CVZ niet heeft opgevolgd. Wij hebben een CVZ dat adviseert, maar uiteindelijk beslist de politiek. Dat kan een besluit zijn dat een partij niet aanstaat. Ik kan de ChristenUnie inhoudelijk volgen, maar de dingen gaan zoals ze gaan en worden besloten door de Kamer.

De dekking voor 2012 is aangegeven. Die komt uit de intensiveringsruimte die staat bij de post ouderen. De rollator en andere loophulpmiddelen worden voornamelijk door ouderen gebruikt, dus dit is geen vreemde dekking. Deze dekking is er pas in 2012. Ik heb in de brief geschetst dat er twee mogelijkheden zijn. De rollator gaat er een jaar uit, of we laten de lijn doorlopen. Dit laatste is in het belang van de verzekerden. Ik heb gezegd dat ik de Kamer uiterlijk bij de Voorjaarsnota hierover zal informeren. Voor de AWBZ betekent dit dat de contracteerruimte die was verlaagd vanwege de rollator die er uit zou gaan, weer wordt verhoogd. Ten aanzien van de Zvw zeg ik de heer Van der Veen toe dat de dekking correct zal zijn. Daar houd ik ook van en daar zal ik voor zorgen.

De heer Van der Veen (PvdA): Ik begrijp dat de verzekerde het niet in zijn premie zal merken dat de rollator weer in het pakket zit, omdat de minister de dekking binnen de begroting heeft gevonden?

Minister Schippers: Ik zeg de Kamer toe dat ik een inspanningsverplichting heb om het zo te doen. Ik heb geen zicht op de Voorjaarsnota, maar ik zal het solide en netjes doen. Dit is wat ik de Kamer in dit stadium kan toezeggen.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Deze vraag geldt ook voor de AWBZ-verzekerde. Deze zal het misschien niet zo direct merken als een Zvw-verzekerde, maar er is toch een relatie met de zorgzwaartepakketten en de druk die op de AWBZ ligt?

Minister Schippers: Ten aanzien van de AWBZ is de premie gelijkgesteld aan voorgaand jaar. Die is vastgesteld en die blijft zo.

Volgens mij heb ik alle vragen beantwoord.

Mevrouw Dijkstra (D66): Ik heb een aanvullende vraag over het standpunt van de Consumentenbond. De Consumentenbond heeft het verzoek gedaan de overstaptermijn voor de verzekerden te verlengen.

Minister Schippers: Ik vind dat buitenproportioneel. Het vergt namelijk een wetswijziging. Alle verzekerden kunnen tot 1 maart 2011 overstappen. Ik ben niet van plan om, voor dit op de gehele verzekering gezien heel beperkte bedrag, een wetswijziging door te voeren, terwijl de termijn nog ruim is. Ik weet dat de Consumentenbond zeer hecht aan een ordelijke procedure. Ik ben het daar helemaal mee eens.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Voorzitter. Ik heb niet het idee dat ik vandaag de keuze van meerderheden kan omvormen. Er zit voor mij niets anders op dan genoegen te nemen met de toezeggingen die deze minister doet. Ik houd mijn hart vast voor wat dit betekent voor de keuzes die we straks in het pakket moeten maken.

Een ding wil ik rechtzetten. Er kunnen politieke keuzes gemaakt worden rond het pakket. Dat is tot nu toe altijd gebeurd in een open en transparant proces in het voorjaar, als het CVZ-advies voorligt. We debatteren met elkaar over het gewicht en de waarde die we hechten aan het advies en welke keuzes we maken. Dit is een proces van hoor en wederhoor en van discussie, niet van voldongen feiten in een begrotingsbehandeling in november.

De heer Van der Veen (PvdA): Voorzitter. Ik wil de woorden van mevrouw Wiegman onderstrepen. Voor alle helderheid stel ik vast dat het in het pakket laten van de rollator niet in financiële zin neerslaat op de consument. Het leidt met andere woorden niet tot premieverhoging. De Consumentenbond maakt hier terecht een punt van.

De minister heeft toegezegd binnen de begroting de dekking te vinden. Zij zegt dat de motie in principe is uitgevoerd aansluitend op de financieringswijze van mevrouw Leijten. Er is ook een motie door een Kamermeerderheid aangenomen over de beloning van topbestuurders. Ik neem aan dat dat hiermee ook is geregeld.

Minister Schippers: Voorzitter. De betaling en beloning van de zorgsector worden geregeld in een wetsvoorstel dat is ingediend door het vorige kabinet. Het ligt bij minister Donner. Ik raad de Kamer aan hierover het debat met de heer Donner te voeren.

De heer Van der Veen (PvdA): Het is voor mij van belang te constateren dat de kosten niet neerslaan op de verzekerden.

Minister Schippers: Ik kan nog niet zien hoe het bij de Voorjaarsnota loopt, maar ik heb toegezegd dat ik een uiterste inspanning doe om dat netjes te regelen.

De voorzitter: We zijn aan het einde gekomen van dit overleg. Ik dank de minister, haar ambtenaren en de Kamerleden voor hun inbreng.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Staaij (SGP), Smeets (PvdA) voorzitter, Smilde (CDA), Koşer Kaya (D66), Van der Veen (PvdA), Van Gerven (SP), Van der Burg (VVD), Ouwehand (PvdA), Agema (PVV), Leijten (SP), Bouwmeester (PvdA), Wolbert (PvdA), Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie), Uitslag (CDA), Elias (VVD), Dijkstra (D66), Dille (PVV), Gerbrands (PVV), Mulder (VVD), Venrooy-van Ark (VVD), Bruins Slot (CDA), Voortman (GroenLinks) en Klaver (GroenLinks).

Plv. leden: Dijkgraaf (SGP), Van Dekken (PvdA), Omtzigt (CDA), Berndsen (D66), Klijnsma (PvdA), Ulenbelt (SP), De Liefde (VVD), Thieme (PvdD), Sharpe (PVV), Kooiman (SP), Arib (PvdA), Vermeij (PvdA), Ortega-Martijn (ChristenUnie), Van Toorenburg (CDA), Lodders (VVD), Van der Ham (D66), Beertema (PVV), Bosma (PVV), Straus (VVD), Van Miltenburg (VVD), Ormel (CDA), Sap (GroenLinks) en Halsema (GroenLinks).

Naar boven