Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 november 2010
Tijdens de procedurevergadering op 2 november verzocht de Vaste Commissie voor SZW om een oordeel van onze kant over de verdere
voortgang van de in uw Kamer aanhangige wetsvoorstellen. Dit ter voorbereiding van ons kennismakingsgesprek op 4 november
as. Graag voldoen wij aan uw verzoek. Tijdens ons kennismakingsgesprek kunnen wij desgewenst een nadere toelichting geven
op onze overwegingen.
Op dit moment zijn 21 wetsvoorstellen aanhangig in uw Kamer (zie bijlage).1 Wij willen deze in goed overleg met u afhandelen. De wetsvoorstellen zijn naar ons idee in drie blokken te verdelen. Bij
elk van deze blokken gaan wij in op de wat ons betreft in te zetten lijn van afhandeling. In ons kennismakingsgesprek kunnen
wij hierover verder met u van gedachten wisselen.
Blok 1
Eerste blok betreft het grootste aantal wetsvoorstellen, in totaal 14. Deze wetsvoorstellen kunnen naar ons oordeel normaal
doorlopen. Een belangrijk deel van deze wetsvoorstellen voorziet erin nieuwe internationale regels en verdragen in de SZW-wetgeving
te implementeren of wetgeving aan te passen omdat rechterlijke uitspraken daartoe nopen.
Voor twee wetsvoorstellen vragen wij uw speciale aandacht. Dat betreft allereerst het wetsvoorstel Wet harmonisatie en vereenvoudiging
socialezekerheidswetgeving (kamerstuk 32 421), dat gereed is voor plenaire behandeling. Een zeer spoedige behandeling zouden wij op prijs stellen, gezien de noodzaak
dit wetsvoorstel per 1 januari 2011 in werking te laten treden, ter voorkoming van het probleem dat het loonaangiftebericht
en de aangiftesoftware niet meer kloppen door de reeds op voorhand gemaakte aanpassingen door de Belastingdienst. Ook voor
het wetsvoorstel Verzamelwet SZW 2011 (kamerstuk 32 520) verzoeken wij u de behandeling spoedig ter hand te nemen. Dit in verband met de wens twee zaken op zo kort mogelijke termijn,
zo mogelijk met ingang van 1 januari 2011, te regelen. Deze twee zaken betreffen de voortzetting van de premievrijstelling
voor kleine banen in 2011 – die anders per 2011 vervalt – en de uitsluiting van voortvluchtige veroordeelden van uitkering.
U hebt recent de nota naar aanleiding van het verslag ontvangen.
Blok 2
Dit blok betreft de wetsvoorstellen die stil zijn komen te liggen in uw kamer, maar waarvan afhandeling op korte termijn noodzakelijk
is in verband met het behalen van budgettaire doelstellingen die zijn ingeboekt voor de begroting 2011. Dat betreft de wetsvoorstellen
Verlaging partnertoeslag AOW (kamerstuk 32 430), Anticumulatie Ziektewet en Werkloosheidswet (kamerstuk 32 464) en Mogelijkheid koopkrachttegemoetkoming oudere belastingplichtigen (MKOB) (kamerstuk 32 521).
Blok 3
Het derde blok betreft de overige wetsvoorstellen die stil zijn komen te liggen in uw kamer. Wij willen deze wetsvoorstellen
komende periode nader beoordelen mede in het licht van het totstandgekomen regeerakkoord en daarbij bezien in welke mate deze
voorstellen bijdragen aan de goede uitvoering van het regeerakkoord. Vervolgens bezien wij of deze voorstellen, mogelijk gewijzigd,
nadien worden voortgezet.
Dat geldt allereerst voor het wetsvoorstel Wijziging van Boek 7, titel 10, van het Burgerlijk Wetboek in verband met het limiteren
van de hoogte van de vergoeding bij ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van artikel 7:685 van het Burgerlijk Wetboek
voor personen met een jaarsalaris van € 75 000 of hoger (kamerstuk 31 862).
Voorts geldt dat voor de wetsvoorstellen Wijziging van de Algemene Ouderdomswet in verband met opname van de mogelijkheid
om op verzoek van de pensioengerechtigde het ouderdomspensioen geheel of ten dele op een later tijdstip te laten ingaan (kamerstuk
31 774) en Wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet Inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de loonbelasting 1964 in verband
met verhoging van de leeftijd waarop recht op ouderdomspensioen ontstaat (32 247).
Wij zetten voorts in op verdere behandeling van het wetsvoorstel tot regeling in de sociale zekerheid van de rechtsgevolgen
van het niet aantonen van de leefsituatie na het aanbod van een huisbezoek (31 929). De inhoud van dit wetsvoorstel willen wij op basis van overleggen met gemeenten en naar aanleiding van recentelijk gewezen
rechterlijke uitspraken nader bezien.
Tot slot heeft uw Kamer over het wetsvoorstel Wet gemeentelijke schuldhulpverlening besloten dit met de nieuwe bewindspersonen
te willen bespreken. Dat kan nu worden gerealiseerd.
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
H. G. J. Kamp
De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
P. de Krom