32 500 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2011

Nr. 150 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP1

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 maart 2011

In uw brief van 25 februari 2011 (2011D09788) verzoekt u mij om de beleidsreacties op de discussienota Meesterlijk onderwijs: zorg voor kwaliteit en prestaties van de SGP, het onderzoek Visies op onderwijskwaliteit van de heer Scheerens, het onderzoek Schoolprestaties van oude en nieuwe gewichtenleerlingen van de heer Roeleveld en het Actieplan «Beter Presteren» eerder toe te zenden, zodat het algemeen overleg over de referentieniveaus en PISA nog voor het meireces gepland kan worden. Ik kan helaas niet aan uw verzoek tegemoet komen.

Op 1 maart jl. heb ik u het advies van de Onderwijsraad Naar hogere leerprestaties in het voortgezet onderwijs aangeboden.2 Alvorens ik u het Actieplan Beter Presteren toezend, wil ik met leerlingen, leraren, schoolleiders en onderwijsorganisaties van gedachten wisselen over het bovengenoemde Onderwijsraadadvies en de contouren van mijn Actieplan Beter Presteren. Ik hecht daar veel waarde aan. Een breed draagvlak is cruciaal voor mijn ambitie om de leerprestaties in het voortgezet onderwijs te verhogen. Zoals reeds eerder aangegeven is het mijn streven om u het actieplan eind mei toe te zenden. In dit plan neem ik ook mijn reactie op de discussienota van de SGP en het onderzoek van de heer Scheerens op. Mijn reactie op het onderzoek van de heer Roeleveld zal ik geven in het kader van het Actieplan voor het primair onderwijs, Basis voor Presteren dat u na het meireces van mij ontvangt.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart


X Noot
1

Zie ook 32 500 VIII, nr. 140.

X Noot
2

Tweede Kamer, Vergaderjaar 2010–2011, 31 289, nr. 96.

Naar boven