32 500 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2011

Nr. 148 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 maart 2011

Met deze brief informeer ik u over een toezegging aan de scholen in Caribisch Nederland die abusievelijk niet als verplichting in de 2e suppletoire begroting 2010 is vermeld (Kamerstukken 32 609 VIII).

Met ingang van 10 oktober 2010 is de minister van OCW verantwoordelijk voor de bekostiging van de scholen, en voor de toekenning en inning van de studiefinanciering in Caribisch Nederland. De reguliere middelen ten behoeve van 2010 zijn gefinancierd door het ministerie van BZK. De uitgaven voor een verbeterprogramma voor de onderwijssector in 2010 en de in 2010 aangegane verplichtingen voor de bekostiging van scholen in 2011, 2012 en 2013 zijn verantwoord op artikel 8 Internationaal Beleid van de OCW-begroting.

In 2010 zijn voorbereidingen getroffen voor de bekostiging van de scholen en de studiefinanciering in 2011. Vooruitlopend op de inwerkingtreding van de onderwijswetgeving is in het najaar van 2010 aan alle schoolbesturen in Caribisch Nederland een brief gestuurd over de hoogte van de onderwijsbekostiging. Het betreft hier meerjarige verplichtingen ter hoogte van € 30 miljoen die abusievelijk niet in de tweede suppletoire begroting van 2010 vermeld zijn terwijl de meerjarige kasruimte wel beschikbaar was. Deze verplichtingen zijn aangegaan om de schoolbesturen op de eilanden zekerheid te bieden voor de komende drie jaar in een tijd waarin veel veranderingen op hen afkomen.

In de slotwet en in het jaarverslag zal deze beleidsmatige mutatie alsnog verwerkt worden.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

Naar boven