32 500 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2011

Nr. 94 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 april 2011

In mijn brief van 3 december 2010 (TK 32 500 VII, nr. 67) heb ik u geïnformeerd over het gebruik van dienstauto’s met chauffeur door topambtenaren.

Ik heb u destijds toegezegd u nader te informeren over de criteria voor toewijzing van dienstauto’s bij uitvoerende diensten.

Beleidslijn

Ook voor de uitvoerende diensten geldt de beleidslijn dat topambtenaren om doelmatigheidsredenen recht kunnen hebben op het gebruik van een dienstauto met chauffeur. Zeker voor topambtenaren bij uitvoerende diensten geldt dat zij veel reistijd hebben aangezien het werkgebied landelijk is, of grote regio’s betreft. Door gebruik te maken van een auto met chauffeur kan deze reistijd efficiënt worden benut. Wordt deze tijd niet efficiënt benut, dan ontstaat de ongewenste situatie dat er meer ambtenaren nodig zijn om dit werk uit te voeren. Incidenteel worden deze auto’s ingezet voor het vervoeren van personeel op medische gronden. Daarbij wordt een bedrijfseconomische afweging gemaakt.

Inventarisatie

Bij de uitvoerende diensten (exclusief operationele eenheden van Defensie) hebben momenteel 48 personen een auto met chauffeur ter beschikking. De auto’s met chauffeur die deze 48 personen ter beschikking hebben, worden soms vanwege doelmatigheidsoverwegingen ingezet voor het dienstvervoer van andere directeuren binnen de uitvoeringsorganisatie.

Over het gebruik van dienstauto’s bij het Ministerie van Defensie verwijs ik u naar de antwoorden van de minister van Defensie van 3 november 2010 op de Kamervragen (kenmerk 32 360-X/2010D42492).

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner

Naar boven