32 500 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2011

Nr. 109 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 juni 2011

Hierbij stuur ik u – mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid – de evaluatie van de Regeling Uitstapprogramma’s Prostituees (RUPS)1, uitgevoerd door het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) in opdracht van mijn Ministerie. De RUPS was een tijdelijke subsidieregeling met een looptijd van twee jaar, die in het leven is geroepen naar aanleiding van een amendement op de toenmalige Justitiebegroting van 2008 voor in totaal € 15 miljoen.

De evaluatie laat zien dat de Regeling Uitstapprogramma’s Prostituees geslaagd is in het stimuleren van de ontwikkeling van uitstapprogramma’s in het land. Er zijn in het land 13 projecten opgezet. Enerzijds zijn de resultaten positief: de programma’s kregen meer aanmeldingen dan verwacht. Naar schatting hebben 800 tot 850 prostituees deelgenomen (of nemen nog deel) aan de programma’s. Omdat het grootste deel van de deelnemers nog in het begeleidingstraject zit is nog niet bekend of de programma’s daadwerkelijk leiden tot uitstappen. Het is echter wel aannemelijk – zoals in het evaluatierapport wordt geconstateerd – dat de programma’s op dit punt succesvol zijn. Anderzijds vielen de resultaten echter tegen: de problematiek waarmee cliënten kampten bleek ernstiger en trajecten duurden langer dan gedacht. Het CCV concludeert desondanks dat er ongeveer 300 prostituees zijn uitgestapt, dat is ruim een derde van de deelnemers. De deelnemers zijn over de persoonlijke begeleiding door het uitstapprogramma zeer te spreken. De kosten per deelnemer liggen grofweg tussen de € 2 750,– en € 4 500,–. Voor doelgroepen met een complexe problematiek, zoals ernstige verslaving, vallen de kosten hoger uit.

Een flink deel van de prostituees dat wil uitstappen, geeft aan slachtoffer van mensenhandel te zijn, 20% tot 60% van de deelnemers, zo blijkt uit het tussenadvies van het CCV (zie bijlage 5 van het evaluatierapport). Het gaat hier om zelfrapportage door de cliënten, niet om een beoordeling door de politie.

Een enkel project richt zich volledig op slachtoffers van mensenhandel. Het behoeft geen betoog dat het goed is dat deze slachtoffers de kans geboden wordt uit te stappen. Omdat de regeling hier in eerste instantie niet op gericht is, is niet bekend hoeveel van deze slachtoffers aangifte hebben gedaan.

Omdat sprake was van een eenmalige en tijdelijke stimuleringsregeling is vanaf de start van de projecten, bij het opstellen van de projectplannen, aandacht gevraagd voor het structureel borgen van de programma’s op lokaal niveau. Ik heb mij steeds sterk gemaakt voor het continueren en structureel maken van de programma’s op lokaal niveau en heb daarbij toegezegd te zullen zorg dragen voor een warme overdracht. Uiteindelijk is continuering van de programma’s na 1 juli 2011, de datum waarop de RUPS regeling eindigt, op veel plaatsen een feit. Ik ben daarover zeer verheugd. Gemeenten waar borging van lopende uitstapprogramma’s nog niet verzekerd is zal ik, in het kader van de reeds genoemde voorgestane warme overdracht, opnieuw aanspreken.

Mede op basis van de evaluatie is bijgevoegde handreiking «Een goede stap naar uitstappen» opgesteld1. In de handreiking wordt de kennis geborgd die met de uitstapprogramma’s is opgedaan. De handreiking biedt ondersteuning aan gemeenten of instellingen die een uitstapprogramma willen opzetten, uitbreiden of verbeteren. Om te bevorderen dat meer gemeenten een uitstapprogramma opzetten zal ik de handreiking onder de aandacht van gemeenten brengen via een publicatie op de website van het CCV. Ook bij de implementatie van de Wet Regulering Prostitutie zal ik, onder verwijzing naar de handreiking, de noodzaak voor de ontwikkeling dan wel behoud van uitstapprogramma’s benadrukken. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zal de handreiking voorts onder gemeenten verspreiden via de zogenaamde Verzamelbrief.

De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

F. Teeven


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven