32 500 V Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2011

Nr. 202 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 juli 2011

Graag bied ik u hierbij aan, mede namens de ministers van V&J en VWS, de gevraagde schriftelijke reactie op de aanbevelingen van het onlangs verschenen rapport «War on Drugs» van de «Global Commission on Drug Policy». De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken had hierom bij brief van de griffier dd. 14 juni jl. kenmerk 2011Z12511/2011D31347 gevraagd, mede in verband met het FOL-verdrag met de Verenigde Staten.

Algemeen

Het Kabinet onderschrijft de kernprincipes die de «Global Commission on Drug Policy» vaststelt als uitgangspunt voor een verantwoord drugsbeleid, waarbij een evenwichtige benadering centraal staat. Het Nederlandse drugsbeleid hanteert deze benadering en steunt sinds jaar en dag op twee pijlers, die van de bescherming van de volksgezondheid enerzijds en die van de bestrijding van overlast en criminaliteit anderzijds. Dit omvat aan de ene kant preventie, behandeling en «harm reduction» en aan de andere kant het bestrijden van (georganiseerde) criminaliteit en overlast. De uitgangspunten van het Nederlandse drugsbeleid zijn pragmatisch en flexibel.

Aanbevelingen van de «Global Commission»

Het Kabinet kan zich over het algemeen goed vinden in het merendeel van de aanbevelingen van de «Global Commission». De meeste aanbevelingen van de «Global Commission» worden in de praktijk in Nederland al uitgevoerd. Voor andere landen geldt dit in mindere mate. De aanbeveling om experimenten met het legaliseren van cannabis aan te moedigen gaat het Kabinet echter te ver en kan niet worden gesteund. Cannabis is schadelijk voor de gezondheid. Het legaliseren daarvan zou een verkeerd signaal geven. Het is noodzakelijk de (georganiseerde) criminaliteit en illegale productie van cannabis te blijven bestrijden. Het Kabinet is evenmin voorstander van het openbreken van de bestaande VN-drugsverdragen.

Voor het overige wordt verwezen naar de brief aan uw Kamer van 27 mei 2011 (Kamerstuk 24 077, nr. 259), waarin het Kabinet een schets geeft van de recente ontwikkelingen in het Nederlandse drugsbeleid en beschrijft hoe de maatregelen uit het regeerakkoord worden uitgevoerd.

Forward Operating Locations (FOLs)

Bestrijding van de drugsproblematiek in de Caribische regio is van mondiaal belang. Nederland onderschrijft als lidstaat van de Europese Unie het principe van gezamenlijke verantwoordelijkheid en handelt daar ook naar. Binnen het Koninkrijk bestaat overeenstemming over het belang dat moet worden gehecht aan voortzetting van de bestaande samenwerking met de Verenigde Staten bij de internationale drugsbestrijding.

Het Koninkrijk is gebaat bij de Amerikaanse luchtverkenningen in het kader van de internationale drugsbestrijding die op grond van het FOL-verdrag worden uitgevoerd vanaf «forward operating locations» op de luchthavens van Curaçao en Aruba. Op grond hiervan kunnen drugstransporten worden opgespoord en onderschept. Dat laatste gebeurt in een groot aantal gevallen in samenwerking met de Koninklijke Marine c.q. de Kustwacht van het Koninkrijk in het Caribisch gebied.

De minister van Buitenlandse Zaken,

U. Rosenthal

Naar boven