32 500 IV Vaststelling van de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2011

Nr. 22 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 december 2010

Tijdens de behandeling van de begroting van BZK is door het lid Van Gent een motie ingediend waarin de regering wordt verzocht om een plan van aanpak te ontwikkelen, gericht op de actieve ondersteuning van de toekomstperspectieven van zwangere meisjes en alleenstaande jonge moeders en de Kamer over de voortgang te informeren. De regering is zich bewust van de problematiek van deze jonge (aanstaande) moeders. Tijdens de behandeling van de OCW-BES-wetgeving op 15 november jl., is er door het lid Van Gent op aangedrongen dat deze vrouwen niet van school worden verwijderd. Ik heb in het betreffende wetgevingsoverleg aangegeven dat dit een kwestie is van de handhaving van de leerplicht. Een taak die bij de openbare lichamen BES is belegd. De minister van OCW kan en zal door het toezicht van de Inspectie van het Onderwijs op de daadwerkelijke handhaving van de leerplicht voor zorgen dat de openbare lichamen hun verantwoordelijkheid nemen.

De motie is dus overbodig voorzover zij het terrein van OCW betreft, omdat de regering al heeft toegezegd te zullen zorgen voor adequate handhaving van de leerplicht.

Voorzover de motie betrekking heeft op een breder terrein dan het bovenstaande, betreft het uitdrukkelijk de taak van het lokaal bestuur en wordt de motie ontraden.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

Naar boven