32 500 H Vaststelling van de begrotingsstaat van het BES-fonds voor het jaar 2011

Nr. 3 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State d.d. 13 september 2010 en de bij het nader rapport d.d. 21 september 2010 gevoegde bijlage, aangeboden aan de Koningin door de minister van Financiën. Op de opmerking van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt door de betrokken bewindspersoon gereageerd in de hierbij afgedrukte bijlage. Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State is cursief afgedrukt.

Bij Kabinetsmissive van 6 september 2010, no.10 002398, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de minister van Financiën, mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelatie, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot vaststelling van de begrotingsstaat van het BES-Fonds voor het jaar 2011, met memorie van toelichting.

De Afdeling advisering van de Raad van State maakt naar aanleiding van het wetsvoorstel een opmerking met betrekking tot de grondslag voor het vaststellen van de onderhavige begrotingsstaat. Zij is van oordeel dat in verband daarmee het voorstel nader dient te worden overwogen.

Het BES-fonds is opgenomen in het voorstel voor de Derde Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustasius en Saba.1 In dat voorstel wordt voorzien in de instelling van het BES-fonds in artikel 88 van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustasius en Saba. Het BES-fonds is ingevolge die bepaling een begrotingsfonds. Het voorstel voor de Derde Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustasius en Saba is thans aanhangig bij de Tweede Kamer.

De thans voorgestelde begrotingswet loopt vooruit op de inwerkingtreding van bedoeld artikel 88 van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustasius en Saba. Voor de begroting van het fonds bestaat thans geen wettelijke grondslag, omdat het fonds (nog) niet overeenkomstig artikel 9 van de Comptabiliteitswet 2001 bij wet is ingesteld. De gekozen handelwijze roept vanwege het ontbreken van een wettelijke grondslag voor de begroting spanning op met de artikelen 1 en 12 van de Comptabiliteitswet 2001. Gelet op het stadium in de parlementaire behandeling waarin het voorstel zich bevindt, is thans bovendien nog niet duidelijk of het voorstel tot instelling van het begrotingsfonds tot wet zal worden verheven. Hierdoor bestaat het risico dat middelen worden toegevoegd aan een begrotingsfonds, waarvoor geen wettelijke grondslag bestaat en waarvan onduidelijk is wie ervoor verantwoordelijk is.

Een en ander kan worden voorkomen door de begrote middelen – voorshands – toe te voegen aan de begroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De Afdeling adviseert aldus.

Blijkens het advies, d.d. 13 september, no. W04.10 0401/I, heeft de Afdeling advisering van de Raad van State omtrent bovenvermelde begroting een opmerking gemaakt, waaromtrent ik het volgende meedeel.

  • De Raad adviseert het voorstel niet naar de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden dan nadat met zijn advies rekening zal zijn gehouden.

  • De Raad signaleert terecht dat het wetsvoorstel zoals dat ter advisering naar de Raad is gezonden vooruit loopt op de inwerkingtreding van een wijziging van artikel 88 van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Wet financiën BES), die voorziet in instelling van een BES-fonds. De desbetreffende wijziging is opgenomen in artikel IV van het voorstel voor de Derde Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, dat thans nog ter behandeling voorligt in de Tweede Kamer van de Staten-Generaal. Het fonds is daarmee nog niet overeenkomstig artikel 9 van de Comptabiliteitswet 2001 bij wet ingesteld.

  • Om die reden is er voor gekozen het wetsartikel 1 op te nemen zodat vooruitlopend op de bedoelde wijziging van de Wet financiën BES, de wettelijke basis voor dit wetsvoorstel wordt vastgelegd. Als de desbetreffende wijziging van artikel 88 van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba zoals die is op genomen in het voorstel voor de Derde Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba eerder tot wet wordt verheven en in werking treedt dan deze begrotingswet is artikel 1 overbodig geworden en vervalt dat artikel weer.

De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet niet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal dan nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.

De waarnemend vice-president van de Raad van State,

R. J. Hoekstra

Het wetsvoorstel is met deze wijziging in overeenstemming gebracht.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

E. M. H. Hirsch Ballin


XNoot
1

Kamerstukken II 2009/10, 32 428, nr. 2.

Naar boven