32 489 Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Vorstendom Monaco inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingen; ’s-Gravenhage, 11 januari 2010

B/ nr. 2 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 16 juni 2010 en het nader rapport d.d. 1 september 2010, aangeboden aan de Koningin door de minister van Buitenlandse Zaken , mede namens de minister van Financiën . Het advies van de Raad van State is cursief afgedrukt.

Bij Kabinetsmissive van 22 april 2010, no.10.001146, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Minister van Financiën, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Vorstendom Monaco inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingen; 's-Gravenhage, 11 januari 2010 (Trb. 2010, 37), met toelichtende nota.

Het verdrag ziet op de uitwisseling van informatie met het oog op de belastingheffing. De Raad onderschrijft de goedkeuring van het verdrag, maar plaatst daarbij enige kanttekeningen.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 22 april 2010, nr. 10.001146, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde verdrag rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 16 juni 2010, nr. W06.10.0133/III, bied ik U hierbij aan.

1. Staatkundige hervorming van het Koninkrijk der Nederlanden

Het Verdrag zal ook na de staatkundige hervorming (naar verwachting vanaf 10 oktober 2010) niet van toepassing zijn op de BES-eilanden en de daarbij behorende territoriale wateren en Exclusieve Economische Zones. Indien toepassing ter zake wel gewenst is, is aanvullende wetgeving noodzakelijk.1 Hierbij dient rekening te worden gehouden met eventuele bestaande informatie-uitwisselingsverdragen die het desbetreffende land al heeft gesloten met de Nederlandse Antillen.2 De Raad adviseert hier in de toelichtende nota aandacht aan te besteden.

1. De Raad van State plaatst een kanttekening over toepassing van het verdrag op de BES-eilanden, en verwijst vervolgens naar belastinginformatie-uitwisselingsverdragen die derde landen hebben gesloten met het Koninkrijk, ten behoeve van de Nederlandse Antillen. Gevolg gevend aan de kanttekening van de Raad is de toelichting bij de Koninkrijkspositie op dit onderdeel aangevuld.

2. Weigeringsgronden

Artikel 7, eerste lid, slotzinsnede, van het Verdrag betreft een weigeringsgrond voor de aangezochte partij voor gevallen waarin het verzoek niet is gedaan in overeenstemming met het Verdrag of met «any other instrument to which the Contracting States are parties». De aangehaalde zinsnede ontbreekt in het Model Agreement on Exchange of Information on Tax Matters (modelverdrag). Daarnaast staat deze zinsnede op gespannen voet met artikel 12 van het Verdrag, dat juist aan het Verdrag prioriteit verleent boven andere bi- of multilaterale afspraken.

De Raad adviseert in de toelichtende nota in te gaan op de afwijking van het modelverdrag en aan te geven welke de verhouding is met artikel 12 van het Verdrag.

2. De Raad van State plaatst een kanttekening over de weigeringsgronden. Gevolg gevend aan de kanttekening van de Raad is de toelichting bij artikel 7 op dit onderdeel aangevuld.

3. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om in de toelichting enkele formuleringen duidelijker op te schrijven, en enkele verwijzingen te corrigeren.

De Raad van State geeft U in overweging goed te vinden dat bedoeld verdrag wordt overgelegd aan de beide kamers der Staten-Generaal, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.

De Vice-President van de Raad van State,

H. D. Tjeenk Willink

Ik moge U, mede namens mijn ambtgenoot van Financiën, verzoeken mij te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen het verdrag vergezeld van de gewijzigde toelichtende nota ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De minister van Buitenlandse Zaken,

M. J. M. Verhagen


XNoot
1

Zie Kamerstukken II 2008/09, 32 047, nr. 3, blz. 2 (de beschreven derde categorie) en zie Kamerstukken I 2009/10, 32 047, nr. A (artikel 1 van het voorstel van wet).

XNoot
2

Zie Kamerstukken I 2009/10 32 047, nr. A (artikel 2 van het voorstel van wet).

Naar boven