32 477 Wijziging van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 en de Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met wijziging van de markt- en overheidbepalingen

Nr. 13 NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID OMTZIGT C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 12

Ontvangen 3 april 2012

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel I, artikel 5, tweede lid, vervalt de zinsnede: «, alsmede de als werkgever in de zin van artikel 1 van de Pensioenwet handelende natuurlijke- of rechtspersoon».

II

In artikel I, artikel 5, derde lid, onderdeel a, wordt na «ondergebrachte pensioenregeling» een zinsnede ingevoegd, luidende: , waarbij geen kwalitatief oordeel wordt gegeven over de relatie van het product tot de betreffende pensioenregeling.

III

Artikel I, artikel 6, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. De zinsnede «, een pensioengerechtigde of een bij het bedrijfstakpensioenfonds aangesloten werkgever» wordt vervangen door: of een pensioengerechtigde,

2. De zinsnede «, pensioengerechtigde of bij het bedrijfstakpensioenfonds aangesloten werkgever» wordt vervangen door: of pensioengerechtigde.

IV

Artikel I, artikel 6, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel d vervalt het woord «of»,

2. Na onderdeel e wordt onder vervanging van de punt door «; of» een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • f. het gegevensverstrekking betreft aan in dezelfde bedrijfstak werkzame fondsen voor vervroegd uittreden, opleidingsfondsen of andere sociale fondsen, het is deze fondsen niet toegestaan deze gegevens aan derden te verstrekken.

V

Artikel I, artikel 6, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. De zinsnede «, pensioengerechtigden en bij het bedrijfstakpensioenfonds aangesloten werkgevers» wordt vervangen door: en pensioengerechtigden,

2. Er wordt een volzin toegevoegd, luidende: Artikel 7, vierde en vijfde lid, zijn van overeenkomstige toepassing.

VI

In artikel I, artikel 6, vierde lid wordt de zinsnede «, een pensioengerechtigde of een bij het bedrijfstakpensioenfonds aangesloten werkgever» vervangen door: of een pensioengerechtigde.

VII

In artikel I, artikel 7, eerste lid wordt de zinsnede «, pensioengerechtigden en de bij het bedrijfstakpensioenfonds aangesloten werkgevers» vervangen door: en pensioengerechtigden.

VIII

Aan artikel I, artikel 7, tweede lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende:

Deze voorwaarden worden op een voor een ieder toegankelijke wijze gepubliceerd.

IX

Aan artikel I, artikel 7, worden na het derde lid twee leden toegevoegd, luidende:

  • 4. Indien het bedrijfstakpensioenfonds in verband met de uitvoering van de pensioenregeling werkzaamheden heeft uitbesteed aan een derde, mag het bedrijfstakpensioenfonds uitsluitend de naam vermelden van de derde aan wie de werkzaamheden zijn uitbesteed. In dit geval mag deze derde in contacten met bij het bedrijfspensioenfonds aangesloten werkgevers informatie dan wel gecombineerde nota’s verstrekken van en met andere in dezelfde bedrijfstak werkzame fondsen die werkzaamheden hebben uitbesteed aan deze derde.

  • 5. In afwijking van het eerste lid, mag het bedrijfstakpensioenfonds samen met andere bedrijfstakpensioenfondsen dan wel samen met in dezelfde bedrijfstak werkzame fondsen, zoals fondsen voor vervroegd uittreden, opleidingsfondsen of andere sociale fondsen, informatie verstrekken over de door deze fondsen uitgevoerde regelingen.

X

In artikel II, onderdeel A, wordt na het tweede punt een punt ingevoegd, luidende:

  • 2a. In het tweede lid, onderdeel e, wordt onder vervanging van de punt door een komma een zinsnede toegevoegd, luidende: dan wel aan de beroepspensioenvereniging die als uitsluitend statutair doel heeft het verzorgen van de beroepspensioenregeling van de pensioenuitvoerder.

Toelichting

Het wetsvoorstel doet recht aan de oorspronkelijke achtergrond van de betreffende artikelen. Desalniettemin zitten er enkele elementen in dit wetsvoorstel die zouden leiden tot ongewenste bijeffecten. Dit amendement repareert het wetsvoorstel op die punten.

Werkgevers zijn professionele organisaties en geen consumenten. In die situaties dat een werkgever ervoor kiest om producten af te nemen bij een bedrijf waar tevens de uitvoering van het fonds onder is gebracht, zou in gesprekken zowel informatie verstrekt kunnen worden in relatie tot de pensioenregeling als tot de reeds afgenomen aanvullende producten. Op deze wijze is het mogelijk om efficiënt en zakelijk contact te kunnen hebben zonder dat gesprekken over de pensioenregeling enige commerciële belangen kunnen hebben. Dit wordt mogelijk door wijziging van artikel 5, tweede lid, artikel 6, eerste, derde en vierde lid, en artikel 7, eerste lid. Dit laat onverlet dat op grond van artikel 5, eerste lid, ook door werkgevers geen informatie aan deelnemers mag worden aangeboden waarin een link is aangebracht tussen een bedrijfstakpensioenfonds en aanbieders van derde pijlerproducten anders dan nu op grond van artikel 5, derde lid, op grond van het wetsvoorstel mogelijk is. Ook brengt dit amendement geen wijziging in de toegang tot werkgevers. Het staat elke aanbieder van derde pijlerproducten vrij om werkgevers informatie over hun producten te geven. Alle marktpartijen hebben op dezelfde wijze toegang tot de werkgever. Daarnaast mogen gegevens van deelnemers die zijn verkregen door pensioenuitvoeringsbedrijven die zijn verkregen voor de uitvoering van de pensioenregeling niet zonder machtiging verder worden verstrekt aan aanbieders van derde pijlerproducten (op grond van artikel 6, vijfde lid). Hierin brengt dit amendement geen wijziging aan.

In het huidige wetsvoorstel wordt aangegeven dat bedrijfstakpensioenfondsen gelijke voorwaarden moeten hanteren voor alle reclamepartijen die advertenties willen plaatsen in uitingen van het pensioenfonds. Gelet op de transparantie wordt in dit amendement voorgesteld dat deze voorwaarden op een toegankelijke wijze worden gepubliceerd. Dit wordt vastgelegd in artikel 7, tweede lid.

Naast bedrijfstakpensioenfondsen bestaan er in bedrijfstakken ook vaak VUT-fondsen, opleidingsfondsen en/of andere sociale fondsen. Voor al deze fondsen is de aangesloten werkgever verplicht dienstverbandgegevens te verstrekken voor de uitvoering van de regeling en premies af te dragen. Dit betreft verplichte arbeidsvoorwaardelijke regelingen, die niets uitstaande hebben met het aanbieden van vrijwillige financiële (derde pijler) producten. Het wetsvoorstel zou daarom zonder enig bezwaar zo vormgegeven moeten worden dat werkgevers slechts één keer de gegevens hoeven aan te leveren welke ook ten behoeve van alle verschillende hier genoemde fondsen gebruikt kunnen worden, en dat het mogelijk is te werken met één combinatienota. Dit om administratief gemak en kostenvoordelen voor werkgevers te behouden. Het wetsvoorstel zou zonder dit amendement leiden tot een administratieve lastenverzwaring.

Het ministerie van SZW heeft in een recente regelingswijziging (Stc. 2011, 14878) inzake het verstrekken van ESF-subsidies het belang van het uitwisselen van informatie tussen de soorten fondsen nog eens onderstreept door pensioenopgaves van pensioenfondsen als bewijsstuk te accepteren bij opleidingsfondsen.

De aanpassing van het wetsvoorstel vindt plaats door het mogelijk te maken dat een bedrijfstakpensioenfonds vanuit het eigen gegevensbestand deelnemersgegevens verstrekt aan VUT-fondsen, opleidingsfondsen en/of andere sociale fondsen (nieuw onderdeel f van artikel 6, tweede lid). Om te voorkomen dat gegevens kunnen worden verstrekt door de andere in de bedrijfstak werkzame fondsen is in het amendement opgenomen dat de betreffende de fondsen de gegevens niet aan derden mogen verstrekken.

Het voorliggende wetsvoorstel kan zo gelezen worden dat het voor een pensioenfonds niet meer mogelijk is om aan te geven aan wie de uitvoering is uitbesteed. Dit terwijl het van het grootste belang is dat deelnemers het fonds hierop kunnen aanspreken. Het is goed dat deelnemers zich realiseren dat het fonds in veel gevallen niet meer zelf uitvoert maar de uitvoering vaak (deels) heeft uitbesteed. Transparantie hierover is dan ook geboden. Dit neemt overigens niet weg dat het begrijpelijk is dat de informatieverstrekking dient te geschieden op naam van het pensioenfonds. De wenselijke situatie zou er wat ons betreft praktisch gezien als volgt uit komen te zien: er moet op briefpapier van het fonds worden gecommuniceerd en er moet ondertekend worden namens het fonds. Dit neemt niet weg dat er vermeld zou mogen worden aan welk bedrijf de uitvoering is uitbesteed. Dit dient te gebeuren zonder dat er gebruik wordt gemaakt van het logo van dat bedrijf en zonder verdere informatie over dat bedrijf. In het amendement is dan ook opgenomen dat uitsluitend de naam mag worden vermeld, briefpapier en logogebruik van het pensioenuitvoeringsbedrijf is niet toegestaan. Dit is opgenomen in het nieuwe vierde lid van artikel 7.

Vanuit het oogpunt van een efficiënte informatieverstrekking en het voorkomen van extra administratieve lasten zou het mogelijk moeten zijn om gezamenlijk met andere in dezelfde bedrijfstak werkzame fondsen bijvoorbeeld een nieuwsbrief uit te brengen met daarin informatie over verschillende bedrijfstakgerelateerde regelingen. Het zou daarbij uiteraard niet moeten worden toegestaan om informatie te geven over eventuele aanvullende derde-pijlerproducten. Het wetsvoorstel zou in die zin kunnen worden aangepast door een toevoeging van een nieuw vijfde lid aan artikel 7. Met het gezamenlijk verstrekken van informatie is geen extra taak of activiteit van het fonds gemoeid. Het geeft het fonds de gelegenheid om met andere fondsen op te trekken bij het geven van deze zeer specifieke informatie. Ieder fonds is verantwoordelijk voor het aanleveren van eigen informatie, deze wordt gebundeld aangeboden, hetgeen zorgt voor kostenbesparing. Tenslotte is het voor het goed functioneren van beroepspensioenverenigingen wenselijk naam-, adres- en woonplaatsgegevens te mogen ontvangen van de desbetreffende beroepspensioenfondsen. Strikt genomen laat de huidige wettekst van de Wet verplichte beroepspensioenregeling dit niet toe. De voorgestelde tekst van artikel 46, tweede lid, onderdeel e, sluit aan bij de definitie van beroepspensioenvereniging in artikel 1 van die wet.

Omtzigt Van den Besselaar Vermeij Ulenbelt

Naar boven