Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 april 2012
Zoals door uw Kamer is gevraagd doe ik u hierbij, mede namens de staatssecretaris
van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie de kabinetsreactie toekomen op het voorstel
van de Europese Commissie (EC) voor een verordening met voorschriften voor de risicobeoordeling
van genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders ten behoeve van de Europese
marktoelating.
Het voorstel van de EC is er op gericht de eisen voor de risicobeoordeling van genetisch
gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders te harmoniseren. Hiertoe stelt de EC
een verordening voor die de recent door de European Food Safety Authority (EFSA) aan
de huidige stand van de wetenschap aangepaste richtsnoeren bedoeld voor de «case by case» risicobeoordeling van genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders, algemeen
wettelijk bindend maakt.
Onderdeel van deze ontwerpverordening is het verplichten van een 90 dagen dierproefstudie
in de risicobeoordeling. De EC geeft aan te verwachten dat dit voorstel kan bijdragen
aan verbetering van de Europese besluitvorming over markttoelatingen van genetisch
gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders. De ontwerpverordening van de EC bevat
een aantal artikelen en drie bijlagen. Bijlage 2 bestaat uit een door de Commissie
gewijzigde versie van de EFSA richtsnoeren.
Het Nederlandse kabinet kan in principe een harmonisatie van de eisen voor de risicobeoordeling
van genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders steunen. Daarbij is voor
het kabinet essentieel dat de risicobeoordeling een technisch-wetenschappelijke basis
behoudt met een centrale rol voor EFSA als risicobeoordelaar.
Vanuit deze uitgangspunten beschouwt Nederland de EFSA richtsnoeren als de basis voor
een geharmoniseerde aanpak van de risicobeoordeling. Deze richtsnoeren kennen een
«case by case» benadering die de flexibiliteit biedt die nodig is om te bepalen welke gegevens al
dan niet vereist zijn voor een solide wetenschappelijke onderbouwing van de risicobeoordeling.
Nederland is voorstander van het behouden van de EFSA richtsnoeren en heeft daarom
voorgesteld om in de betreffende bijlage van de ontwerpverordening slechts een verwijzing
op te nemen naar deze EFSA richtsnoeren.
Daarnaast vindt het kabinet de voorgestelde verplichting voor de aanvrager om voor
nieuwe genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders standaard een 90 dagen
dierproefstudie uit te voeren wetenschappelijk overbodig. Deze eis is tevens onwenselijk
in het kader van het Europese en nationale beleid voor het verminderen, vervangen
en verfijnen van dierproeven. Bovendien conflicteert deze verplichting ook met de
EFSA «case by case» benadering in de risicobeoordeling van genetisch gemodificeerde levensmiddelen en
diervoeders.
Het EC voorstel in haar huidige vorm is vanaf januari 2012 drie keer behandeld in
het Permanent Comité voor de Voedselketen en Diergezondheid. De Nederlandse positie
tijdens de Europese discussie is conform de hierboven beschreven lijn geweest.
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. I. Schippers