32 463 Besluit tot wijziging van het Besluit staatsexamens vwo-havo-mavo 2000 en het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. in verband met aanscherping van de slaag/zakregeling in het voortgezet onderwijs

Nr. 16 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 december 2012

In het licht van de aanscherpingen van de slaag- en zakregeling in het voortgezet onderwijs is de vraag gerezen of leerlingen met dyslexie en dyscalculie niet onnodig zwaar getroffen worden door deze beleidsmaatregelen.

Hierbij treft u als bijlage het u toegezegde rapport van de Inspectie van het Onderwijs: Dyslexie en Dyscalculie in het voortgezet onderwijs 2012 aan.1 Dit betreft de uitkomst van het tweede themaonderzoek dat de inspectie heeft uitgevoerd. Het eerste deelonderzoek is in de zomer van 2011 uitgevoerd. De resultaten daarvan zijn in het themarapport Verkennend onderzoek naar dyslexie en dyscalculie (Inspectie van het Onderwijs, 2011) verwerkt. Dit rapport is u als bijlage bij de brief van 12 december 2011 (Kamerstuk 32 463, nr. 12) toegezonden.

In dat onderzoek lag de focus op de dyslexieverklaring en de toekenning van het gebruik van hulpmiddelen tijdens het centraal examen. In het voorliggende onderzoeksrapport ligt de focus op de wijze waarop scholen voor voortgezet onderwijs leerlingen met dyslexie of dyscalculie ondersteunen tijdens de gehele schoolloopbaan en het beleid dat scholen hebben geformuleerd op het gebied van dyslexie en dyscalculie. Ook is onderzocht in hoeverre het schoolbeleid aansluit bij de richtlijnen zoals geformuleerd in het landelijke dyslexieprotocol en of het door de school geformuleerde beleid daadwerkelijk wordt uitgevoerd. Het onderzoek is uitgevoerd op zestien vestigingen voor voortgezet onderwijs, verspreid over het hele land, en is daarmee een casestudy. De uitkomsten van dit onderzoek zijn indicatief en kunnen niet gegeneraliseerd worden naar alle scholen in het voortgezet onderwijs.

Ik ben verheugd dat uit het onderzoek blijkt dat alle 16 deelnemende scholen beleid hebben geformuleerd voor dyslexie dat in grote lijnen aansluit bij het landelijke dyslexieprotocol voor het voortgezet onderwijs en dat zij dit doen op de manier die zij beloven in hun schoolbeleid. Echter kiezen zij wel allemaal voor een tamelijk eenvoudig zorgmodel en laten zij daarmee een mogelijkheid liggen om leerlingen met dyslexie breder te ondersteunen. De inspectie heeft mij laten weten dat zij het scholenveld via het reguliere toezicht zal stimuleren meer op maatwerk gerichte zorgmodellen na te streven. Beleid op het gebied van dyscalculie is beperkt aanwezig. Gedurende de periode van de schoolbezoeken waren er weinig tot geen leerlingen met een dyscalculieverklaring ingeschreven op de onderzochte scholen. De inspectie en ik vertrouwen er echter op dat het protocol voor dyscalculie voor het voortgezet onderwijs dat begin november 2012 naar alle scholen voor voortgezet onderwijs is gezonden de aandacht voor dyscalculie zal vergroten. Ook hieraan zal de inspectie via het reguliere toezicht aandacht besteden.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven