Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2010-2011 | 32455 nr. 5 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2010-2011 | 32455 nr. 5 |
Vastgesteld 20 oktober 2010
De vaste commissie voor Justitie1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen. Onder het voorbehoud dat de hierin gestelde vragen en gemaakte opmerkingen voldoende zullen zijn beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het voorstel van wet genoegzaam voorbereid.
INHOUDSOPGAVE | blz. | |
1. | Algemeen | 1 |
2. | Ontwikkelingen ten aanzien van het gebruik van biometrie | 3 |
3. | Verordening (EG) nr. 380/2008 tot wijziging van Verordening 1030/2002 betreffende de invoering van een uniform model voor verblijftitels voor onderdanen van derde landen | 3 |
4. | Privacyaspecten | 4 |
Artikelsgewijs | 4 |
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het onderhavige wetsvoorstel. Zij vinden het een goede zaak dat de regering middels dit wetsvoorstel uitvoering geeft aan de verplichting, voorvloeiend uit Verordening (EG) nr. 380/2008 van de Raad van de Europese Unie, tot invoering van een uniform model voor verblijfstitels voor onderdanen van derde landen. Deze verordening verplicht de lidstaten om het uniform model van verblijfstitels voor onderdanen van derde landen te voorzien van een opslagmedium met biometrische gegevens van de houder van het document, te weten een gezichtsopname en vingerafdrukken. Het wetsvoorstel voorziet hierin door de nationale autoriteiten de bevoegdheid te verlenen om de biometrische gegevens af te nemen. Het is deze leden een lief ding waard dat hiermee de betrouwbaarheid van het verband tussen de houder en het verblijfsdocument vergroot kan worden en fraude zoveel mogelijk kan worden tegengegaan.
Voornoemde leden lezen in het nader rapport bij het wetsvoorstel dat de delegatie zich niet beperkt tot louter technische eisen, nu niet kan worden uitgesloten dat het in de toekomst wenselijk is om regels te stellen over bijvoorbeeld de praktische gang van zaken bij de afname. Kan de regering een voorbeeld noemen van een situatie waarin het wenselijk zou zijn nadere regels te stellen?
De leden van de VVD-fractie vragen wat de beoogde inwerkingtreding van dit wetsvoorstel is.
De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel. Zij hebben daarbij nog enkele vragen opmerkingen.
Deze leden vernemen graag op welke wijze de regering de opmerking in het advies van de Raad van State over de reikwijdte van het verwerken van biometrische gegevens heeft verwerkt in het wetsvoorstel en in de memorie van toelichting.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel. Zij onderschrijven het achterliggende doel om door het vastleggen van biometrische kenmerken de veiligheid van verblijfsdocumenten tegen frauduleus gebruik te vergroten en daarmee de uitvoering van het gemeenschappelijk visumbeleid te verbeteren. Deze leden hebben enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel en hebben daarover nog opmerkingen en vragen die hieronder aan de orde zullen komen.
Deze leden willen graag weten waarom de regering voor het opnemen van vingerafdrukken in het document kiest. Waarom is er niet gekozen voor bijvoorbeeld een irisscan?
De aan het woord zijnde leden vragen hoe groot op dit moment het foutenpercentage is van de vingerafdrukken die al bij justitie zijn verzameld. Deelt de regering de zorg dat de kans op fouten en vervuiling groter is als bestanden groter worden en dat de onbetrouwbaarheid van vingerafdrukken die kans vergroot? Hoe gaat de regering voorkomen dat foute vingerafdrukken in de centrale database terechtkomen? Wat zijn de gevolgen voor een vreemdeling in het geval een foutieve vingerafdruk in de centrale database wordt opgenomen? Welke mogelijkheden krijgen vreemdelingen om de opslag en gebruik van een mogelijk foutieve vingerafdruk op te sporen en ongedaan te maken?
Voor deze leden is nog niet duidelijk of deze wetswijziging voor de vreemdeling een prijsverhoging of juist een prijsdaling van het document tot gevolg heeft. Hoeveel duurder of goedkoper zullen documenten als gevolg van deze wetswijziging voor vreemdelingen worden?
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van onderhavig wetsvoorstel dat strekt tot het bieden van een rechtsgrondslag voor de uitvoering van de gewijzigde verordening betreffende de invoering van een uniform model voor verblijfstitels voor onderdanen van derde landen. Zij vragen de regering om een overzicht te verschaffen van alle doeleinden waar de vingerafdrukken – voor de afname waarvan onderhavige wijziging een rechtsgrondslag biedt – voor gebruikt zouden kunnen worden. Deze leden ontvangen graag een toelichting op de wijze waarop de doelstellingen, zoals beschreven onder de artikelsgewijze toelichting op artikel I, in de praktijk worden bewerkstelligd.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van onderhavig wetsvoorstel. Zij hebben in dit stadium op een enkel punt nog behoefte aan een toelichting.
De leden van de VVD-fractie merken op dat de bevoegdheid tot afname van biometrische kenmerken ten behoeve van het Europees Visuminformatiesysteem (VIS) geregeld wordt in Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende het VIS en de uitwisseling tussen de lidstaten van gegevens op het gebied van visa voor kort verblijf (VIS-verordening, PbEU L 218) (hierna: Verordening (EG) nr. 767/2008). Hier voorziet onderhavig wetsvoorstel dan ook niet in. Waarin verschilt de afname van biometrische gegevens voor het VIS van de afname die in onderhavig wetsvoorstel wordt geregeld? Wordt de afname door verschillende organisaties uitgevoerd en worden de verschillende databanken met gegevens niet aan elkaar gekoppeld?
De leden van de VVD-fractie constateren dat personen bij wie het nemen van vingerafdrukken fysiek onmogelijk is, vrijgesteld worden van de verplichting om vingerafdrukken te laten afnemen. Zij vragen hoe in dit verband wordt omgegaan met personen die de vingertoppen hebben afgevijld.
Deze leden merken voorts op dat de lidstaten het in artikel 7, tweede lid, van Verordening (EG) nr. 1030/2002, bedoelde comité hebben verzocht om zich te beraden op technische oplossingen die het mogelijk moeten maken de verblijfskaart van een familielid van een burger van de Unie als zodanig te onderscheiden. Wat is hiervan momenteel de stand van zaken?
De aan het woord zijnde leden constateren dat de opslag van gezichtsopname uiterlijk twee jaar en de opslag van de twee vingerafdrukken uiterlijk drie jaar na de vaststelling van de technische specificaties voor het opslagmedium van de biometrische kenmerken en de beveiliging daarvan plaatsvindt. Wanneer beoogt de regering in Nederland tot opslag over te kunnen gaan? Welke organisatie zal de biometrische gegevens afnemen en hoe zullen de gegevens worden opgeslagen?
De leden van de PvdA-fractie stellen vast dat personen bij wie het fysiek onmogelijk is om vingerafdrukken af te nemen logischerwijs zijn vrijgesteld van het afnemen ervan. Hoe verhoudt dit zich met verblijfsdocumenten die worden (of onverhoopt zijn) afgegeven aan vreemdelingen met gemutileerde vingertoppen, zoals dat vorig jaar onder Somalische asielzoekers veel voorkwam? Zijn zij ook definitief vrijgesteld?
De leden van de CDA-fractie vragen of bij personen bij wie het nemen van vingerafdrukken fysiek onmogelijk is, slechts een gelaatscan wordt afgenomen of dat er voor deze categorieën andere aanvullende identificatie wordt overwogen?
Deze leden merken op dat de gewijzigde verordening op het opnemen van een gelaatscan en vingerafdrukken in verblijfsdocumenten van derdelanders ziet. In de memorie van toelichting is aangegeven dat ook de reisdocumenten van burgers van de EU voorzien van een gezichtsopname en vingerafdrukken. In artikel 5 van de (gewijzigde) verordening worden categorieën onderdanen van derde landen genoemd op wie de verordening niet van toepassing is. Deze leden vragen waarom de nieuwe biometrische eisen niet aan (de verblijfsdocumenten van) de genoemde uitzonderingscategorieën worden gesteld.
Voornoemde leden vragen waarom de in artikel 9 van de (gewijzigde) verordening geregelde opslag van de gezichtsopname uiterlijk twee jaar en de opslag van de twee vingerafdrukken uiterlijk drie jaar na de vaststelling van de technische specificaties plaatsvindt.
De leden van de SP-fractie constateren dat er uitzonderingsbepalingen zijn opgenomen voor het afgeven van kenmerken voor kinderen onder de zes jaar. Wat is de meerwaarde van het hebben van een pasfoto op de chip van kind en in hoeverre is die na één of twee jaar nog representatief?
De leden van de D66-fractie zien graag bevestigd dat van centrale opslag van vingerafdrukken geen sprake zal zijn.
De leden van de ChristenUnie-fractie verzoeken de regering nader toe te lichten op welke wijze het verwerken van de biometrische kenmerken ten behoeve van het opslaan ervan op het verblijfsdocument plaats zal vinden en daarbij in te gaan op de volgende vragen. Worden de gezichtsopname en de twee vingerafdrukken opgeslagen, anders dan op het verblijfsdocument? Zo ja, door welke organisatie, voor welke doeleinden en voor welke duur zullen de biometrische kenmerken worden opgeslagen en wie heeft daar toegang dan toegang toe?
De leden van de VVD-fractie vragen hoe Nederland aan de verplichting zal voldoen dat er op moet worden toegezien dat er geen andere informatie op de uniforme verblijfstitel wordt opgeslagen dan die welke wordt genoemd in de (gewijzigde) verordening, in de bijlage bij die verordening of in het corresponderende reisdocument.
De leden van de SP-fractie vragen op welke wijze wordt voorkomen dat er sprake zal zijn van een function creep, omdat door nader vast te stellen regels de toegankelijkheid van de data veel ruimer kan worden. Wie krijgen er allemaal toegang tot de database met deze gegevens? Deelt de regering de zorgen van deze leden dat de centrale database in de praktijk een opsporingsregister zal worden? Zo nee, waarom niet? Zal er sprake zijn van data mining? Zo nee, waarom niet?
Artikelsgewijs
Artikel I
De leden van de VVD-fractie vragen in welke landen nationale wetgeving niet het overleggen van een verblijfstitel vereist.
De leden van de CDA-fractie vragen waarom in artikel 106a is gekozen voor een facultatieve in plaats van een imperatieve bepaling.
De fungerend voorzitter van de commissie,
Arib
Adjunct-griffier van de commissie,
Van Doorn
Samenstelling:
Leden: Rouvoet, A. (CU), Staaij, C.G. van der (SGP), Arib, K. (PvdA), Fng voorzitter, Çörüz, C. (CDA), Haersma Buma, S. van (CDA), Roon, R. de (PVV), Raak, A.A.G.M. van (SP), Thieme, M.L. (PvdD), Fritsma, S.R. (PVV), Gesthuizen, S.M.J.G. (SP), Bouwmeester, L.T. (PvdA), Dibi, T. (GL), Toorenburg, M.M. van (CDA), Peters, M. (GL), Berndsen, M.A. (D66), Schouw, A.G. (D66), Marcouch, A. (PvdA), Steur, G.A. van der (VVD), Recourt, J. (PvdA), Hennis-Plasschaert, J.A. (VVD), Helder, L.M.J.S. (PVV), Vacature, (VVD) en Vacature, (VVD).
Plv. leden: Slob, A. (CU), Dijkgraaf, E. (SGP), Albayrak, N. (PvdA), Ormel, H.J. (CDA), Sterk, W.R.C. (CDA), Driessen, J.H.A. (PVV), Wit, J.M.A.M. de (SP), Ouwehand, E. (PvdD), Elissen, A. (PVV), Kooiman, C.J.E. (SP), Timmermans, F.C.G.M. (PvdA), Halsema, F. (GL), Smilde, M.C.A. (CDA), Voortman, L.G.J. (GL), Hachchi, W. (D66), Pechtold, A. (D66), Spekman, J.L. (PvdA), Burg, B.I. van der (VVD), Dijsselbloem, J.R.V.A. (PvdA), Azmani, M. (VVD), Bontes, L. (PVV), Mulder, A. (VVD) en Elias, T.M.Ch. (VVD).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32455-5.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.