Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 32452 nr. 12 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 32452 nr. 12 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 februari 2012
Hierbij zend ik u, mede namens de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, ter informatie de stand van zaken met betrekking tot de onderhandelingen over het voorstel voor de seizoenswerkersrichtlijn.
In het Algemeen Overleg van 28 oktober 2010 (Kamerstuk 32 452, nr. 6) over bovengenoemd voorstel zijn vijf aandachtspunten voor de onderhandelingen geformuleerd. Het betreft:
a. de mogelijkheid om een aanvullend document met arbeidsmarktgegevens als bijlage bij de verblijfsvergunning te voegen, ten behoeve van de handhaving;
b. het behoud van de tewerkstellingsvergunningsplicht bij een verblijf korter dan drie maanden;
c. een maximale verblijfstermijn van seizoenswerk van vierentwintig weken;
d. de voorwaarden van de verblijfsvergunning inzake passende huisvesting en arbeidvoorwaarden;
e. de eenmaligheid van toelating (géén multiple-entry).
Ten aanzien van seizoenswerk door derdelanders kan in algemene zin gesteld worden dat er voor het vervullen van vacatures in de land- en tuinbouw voldoende mensen in Nederland of binnen de Europese Unie aanwezig zijn die dit laaggeschoolde werk kunnen doen. Het is daarom van belang dat toetsing op de arbeidsmarkt mogelijk blijft. Dit laat de richtlijn ook toe. In het bovengenoemde AO is geconstateerd dat het kabinet het standpunt van het parlement deelt dat het voorstel voor de richtlijn strijdig is met het subsidiariteitsbeginsel, maar dat, aangezien de onderhandelingen zijn gestart, het kabinet zich maximaal zal inspannen om de tekst van het voorstel aan te passen. Voorwaarde voor instemming met het voorstel is dan ook dat op genoemde vijf gebieden deze aanpassing daadwerkelijk wordt gerealiseerd.
Stand van zaken en uitkomst onderhandelingsproces
Na ruim een jaar onderhandelen in de Raad kan ik – op basis van de laatste tekst van het voorstel – met betrekking tot bovengenoemde punten de volgende tussenstand opmaken.
Ad.a: aanvullend document
Een eerdere bepaling waarin de mogelijkheid van een aanvullend document met arbeidsmarktgegevens was vastgelegd, is in het laatste voorstel weer geschrapt. Nederland heeft bij het Deense voorzitterschap een amendement ingediend dat het mogelijk moet maken het aanvullende document als voorwaarde te kunnen stellen bij seizoenswerkers.
Ad.b: tewerkstellingsvergunning
De seizoenswerker moet voor verblijf langer dan drie maanden een verblijfsvergunning aanvragen. Als hij een verblijfsvergunning aanvraagt dan zal het principe van de «enkele aanvraagprocedure» gelden. De eis voor een tewerkstellingsvergunning vervalt en zoals hierboven is geschetst, zal in de richtlijn de mogelijkheid van een aanvullend document met arbeidsmarktgegevens moeten worden opgenomen.
Als de seizoenswerker voor een verblijf korter dan drie maanden verblijf aanvraagt, stelt de concept-richtlijn in een overweging dat de eis voor een tewerkstellingsvergunning behouden mag blijven. Ik zet er op in dat de eis te beschikken over een tewerkstellingsvergunning expliciet in de hoofdtekst van de richtlijn wordt opgenomen.
Ad.c: termijn seizoensarbeid
In de tekst is nu opgenomen dat lidstaten de maximale duur van seizoenswerk kunnen vaststellen. Die duur dient te liggen tussen vijf maanden en negen maanden. Hier ligt mogelijk een discussiepunt met het Europees Parlement, dat een voorkeur heeft voor een standaardtermijn van zes maanden (zesentwintig weken) voor alle lidstaten, terwijl deze in Nederland nu op vierentwintig weken ligt. De vierentwintig-wekentermijn is voor Nederland relevant omdat er zo geen aanspraak op WW kan ontstaan.
Ad.d: huisvesting
De aanvrager van een seizoenswerkersvergunning is verplicht om bij de aanvraag bewijs te overleggen dat de huisvesting adequaat is, conform nationale regelgeving en/of gebruik. Bovendien is neergelegd dat de seizoenswerker wat betreft de arbeidsvoorwaarden recht heeft op gelijke behandeling met nationale onderdanen. Bij de aanvraag om de seizoenswerkersvergunning moet ook een arbeidscontract worden overgelegd, waaruit blijkt dat de arbeidsvoorwaarden voldoen aan het nationale recht en/of collectieve arbeidsovereenkomsten of praktijken. Dit punt is daarmee afdoende geregeld.
Ad.e: multiple entry visum (de eenmaligheid van toelating)
De dwingende bepaling inzake een multiple-entry visum is gewijzigd in een facultatieve. Het oorspronkelijke voorstel stelde verplicht dat een seizoenswerker met één toelatingsbeslissing voor drie verblijfsperioden toegang kreeg. Bijvoorbeeld in jaar 2012 toegang van juni tot en met september en vervolgens wederom toelating voor de jaren 2013 en 2014.
Omdat dit zich niet verhoudt met de arbeidsmarkttoets heeft Nederland ingezet op wijziging van deze bepaling. De bepaling inzake multiple entry visum is succesvol gewijzigd in een facultatieve bepaling.
Conclusie
Ik concludeer dat in de Raadsonderhandelingen vier van de vijf Nederlandse aandachtspunten zijn overgenomen. Wat betreft de voorwaarde van het aanvullend document met arbeidsmarktgegevens heeft Nederland een amendement ingediend, waarover nog onderhandeld zal worden. Naast de vijf bovengenoemde aandachtspunten vind ik het belangrijk dat in de tekst is opgenomen dat lidstaten zelf kunnen bepalen welke werkzaamheden zij als seizoenswerk definiëren. Daarnaast blijft de maximale termijn voor verblijf van seizoenswerkers een punt van aandacht in verband met de voorkeur van het Europees Parlement de termijn op standaard zesentwintig weken te stellen.
Onder het huidige Deense voorzitterschap worden de onderhandelingen over het voorstel voor de seizoenswerkersrichtlijn voortgezet. De Nederlandse inzet blijft om alle vijf de aandachtspunten te realiseren. Indien zich nieuwe relevante ontwikkelingen voordoen, zal ik u conform afspraak informeren.
De minister voor Immigratie, Integratie en Asiel, G. B. M. Leers
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32452-12.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.