32 440 Nieuwe regels omtrent aanbestedingen (Aanbestedingswet 20..)

Nr. 35 AMENDEMENT VAN HET LID DIJKSMA

Ontvangen 13 oktober 2011

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Na artikel 2.79 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2.79a

De aanbestedende dienst neemt als voorwaarde op in een overeenkomst van een overheidsopdracht voor diensten, van een overheidsopdracht voor werken en van een overheidsopdracht voor leveringen die bijkomende diensten of installatiewerkzaamheden inhouden dat de voorwaarden en vereisten die van toepassing zijn op de inschrijver eveneens van toepassing zijn op eventuele derden die een gedeelte van de overheidsopdracht in onderaanneming uitvoeren, mits dergelijke voorwaarden en vereisten met het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie verenigbaar zijn en in de aanbestedingsstukken zijn vermeld. De toepassing van de voorwaarden en vereisten die van toepassing zijn op de inschrijver op eventuele derden die een gedeelte van de overheidsopdracht in onderaanneming uitvoeren wordt tevens bepaald in de aanbestedingsstukken van een overeenkomst van een overheidsopdracht als bedoeld in de vorige volzin.

Toelichting

De huidige aanbestedingswetgeving en de concept Aanbestedingswet bevatten geen inhoudelijke bepalingen inzake het beleid ten aanzien van onderaannemers. De SER constateerde in 2009 unaniem reeds dat dit een gemis is. Ongewenste effecten van onderaanneming kunnen zowel voor de opdrachtgever als voor de opdrachtnemer en zijn personeel tot problemen in de uitvoering leiden. Dit aspect is niet opgenomen in het concept aanbestedingswet. Dit amendement beoogt te verzekeren dat de voorwaarden die de hoofdaannemer jegens zijn onderaannemers hanteert, tenminste gelijk zijn aan de voorwaarden die jegens de hoofdaannemer gehanteerd worden, zoals ook de SER adviseert.

Dijksma

Naar boven